Omdat Jelmer ziek was en veel liever zijn moeder bij zich wilde, zijn Thijmen en ik vanmorgen samen op pad gegaan.
Op een snelle boot, 150 pk, koersend naar de horizon, want zover moesten we de blauwe zee op.
Maar je vaart niet zomaar een stuk of 10 walvissen aan.
We vonden eerst een school dolfijnen, ontzettend gaaf, rondom de boot een stuk of honderd. De gids gaf ons in het Frans de instructie heel rustig het water in te gaan, maar schijnbaar hadden onze franse bootsmaten dat niet goed verstaan, schijnbaar.
Plons, plons, plons! Zero dolfijnen, vertrokken door de bommetjes en het trappelen van de flippers op het water. De gids zei nog “vous n’êtes pas dans la velo”
Goed even later de volgende poging, Thijmen en ik hadden de Fransen naar bakboord gepushed en wij gingen op stuurboord langzaam het water in, de Fransen trappelden zo goed dat de dolfijnen onze kant op zwommen, briljante strategie, geweldig.
10 minuten later “balines”, walvissen, ze namen veel afstand maar toch indrukwekkend zo’n grote staart boven het water. We hebben ze 20 min achtervolgd. Tijd voor de lunch, de Fransen spraken Frans met elkaar, niet gek natuurlijk, maar minder gezellig voor ons. Na 2 uur lunchpauze, de terugreis, gelukkig vond Thijmen. Helaas er moest nog een keer een stop gemaakt worden bij de schildpadden en wij waren wel klaar met de Fransen.
Daarna terug naar het hotel, Thijmen en ik waren erg chagerijnig van de Fransen. Wat Ingeborg niet echt kon waarderen, mild uitgedrukt.
Nu achter een biertje kan ik wel genietend op de dag en met name de dolfijnen terug kijken.
Jelmer is weer beter gelukkig, we hebben het geld teruggekregen van 2 personen, meteen maar omgezet in quadrijden morgen, ben benieuwd.
Ingeborg zit net naar de palmbomen te kijke en denkt daar er wel voor 200000 Ariary cocosnoten in de boom hangt, ik heb er 3 gekocht voor 20000 , leverde een lach van oor tot oor op bij de tuinman die de palm in klom en met gevaar voor zijn leven de cocosnoten eruit haalde. Vandaag werden me bij aankomst meteen weer cocosnoten aangeboden, vriendelijk geweigerd met nu bij mij een lach van oor tot oor.