Antananarivo


De laatste dag.
We dachten dat het leuk zou zijn nog wat van Tana te zien. Dus vertrokken we om 9 uur naar de blauwe heuvel, waar de eerste koning van Tana woonde. Slim ventje, 1.45m groot, trouwde met 12 vrouwen uit verschillende tribes, waardoor hij ze allen verenigde (de tribes, de vrouwen waarschijnlijk niet). Zijn paleis was nog traditioneel. Eén ruimte, hij had een hoogslaper, de vrouw die op dat moment bij hem was had een twijfelaar op de grond. (Kleine bedjes want je sliep in foetushouding, op je rug liggen komt wel als je dood bent)
Als er gasten waren kookte ze voor hen. In de toch al donkere kamer hing dan rook. De koning klom naar de nok, luisterde de gesprekken af en afhankelijk van hoe zijn pet stond schoof hij aan.

Daarna lunch en toen kwam er nog een citytour. Madagaskisch tempo, de medewerkster van de universiteit had heel veel kennis en zag het als haar taak om die geheel aan ons over te dragen (we kregen zelfs een samenvatting). Roelof betwijfelde of we het vliegtuig om 3 am wel gingen halen. De jongens gaven om 16 uur aan dat het tijd werd voor een Ingeborg-actie, “bedankt, reuze interessant, maar we willen voor onze vlucht van 16 uur nog even wat drinken”. Gelukkig stopte ze net voor dat moment zelf.
En nu zitten we in de spits en rijden stapvoets door de stad. Wel mooi licht. Voordeel volgens Roelof, lekker moe als we het vliegtuig instappen. Met enig geluk zijn we om 18.30 in het hotel.

Het was wel een overdosis cultuur voor ons, cultuurbarbaren.


Plaats een reactie