Vanochtend stonden we samen met Nikki en Wayne om 3 uur op. Om 3.30 uur zaten we in de auto en om 5 uur stonden we op de boot. Bijzonder; 12 vishengels op verschillende dieptes ingesteld. En als we beet hadden mochten we om beurten binnenhalen. Alleen gebeurde er niet veel. We bedachten dat een stuk fruit een goed idee was. De bootsjongen zei: “banana’s that’s bad luck, get them out.” Grinnikend aten we ze op en gooiden de schillen in het water. En echt nog geen minuut later BEET! Joekels van vissen, de één na de ander. Achter elkaar 13 stuk. Wayne, Roelof en Thijmen verloren er elk ook 2x één van de lijn. Sneu al dat werk voor niets.
Toen was er weer een stilte. Ik wilde muggenspray pakken en stuitte op nog 4 bananen. Schaterend aten we die ook op. En verdraaid nog aan toe. We hadden gelijk weer beet. In totaal 21 vissen in 5 uur vissen. Waynes diepvries ligt straks vol.
De schipper en de maat fileerden ze voor ons, prachtige filets dat zeker, maar wat we hier weggooiden was zoveel vis. Misschien is het wel zo dat wij in Nederland een hele vis klaarmaken omdat de vissen zo veel kleiner zijn. En dus vis en graten onlosmakelijk van elkaar in ons hoofd zit.
Thuisgekomen om 13 uur voelen we ons allemaal alsof het bedtijd is.
Helaas! Om 14 uur hebben en we een afspraak met de buitenlandse studenten begeleidster. We kregen een kleine tour. Fijn gebouw, schoon, lichte open ruimten. Jelmer vond het qua sfeer op het Waerdenborgh lijken. Wij voelden ons erg gerustgesteld door Allisen, hoofd begeleiding. Zij snapt wat Jelmer nodig heeft en helpt om dingen te regelen. (Arme jongen straks heeft hij in plaats van één moederkloek, twee moederkloeken die op hem letten.)
En nu kijken Jelmer en Roelof naar een fiets. Met dit weer kan hij zeker op de fiets naar school en hopelijk haalt hij hier binnenkort toch zijn rijbewijs.