Vanochtend 5.30 uur ontbijt, 6 uur vertrek naar de gorilla’s. Het regent pijpenstelen. De weg is hoog en hobbelig, steen en klei, dat samen met regen en donker maakt dat het best gepast had in “de gevaarlijkste wegen”. Onze driver reed heel rustig en je voelde hoe de banden geen grip hadden. En de tijd tikte door. 23 minuten te laat kwamen we aan bij het startpunt. Ik scheet bagger. Dacht “straks zijn we te laat, zijn ze al weg!”. Het viel gelukkig mee.
De briefing waar we midden in vielen was niet te verstaan door de stortbui op het dak. Onze gids ging ons inboeken en wij waren daar vast. Daarna moesten we van onze gids horen naar welke groep we gingen. Maar hoe herken je iemand tussen allemaal mensen in regenjas met capuchon? We werden toegewezen aan een gids met een heel vriendelijk gezicht. De mensen zonder stok kregen er een van hen. De jongens liepen voorop en het ging gelijk steil recht omhoog. Damn het tempo. Boven duurde het even voor de rest aansloot, we waren met zijn achten. De gids duwde een andere mevrouw naar voren, zij bepaalde het tempo. Mij hoor je niet klagen. Dankzij haar en Michels brace heb ik heerlijk gelopen. Eigenlijk veel sneller dan verwacht kwamen we de gorilla’s tegen. Gelukkig was het een kwartiertje daarvoor gestopt met regenen. En zaten ze dus rustig te eten.
De eerste die we zagen was een enorme silverback, die vriendelijk bladeren zat te kauwen. De muggen eromheen, wolken. En al dat groenvoer maakt heel erg winderig. Na hem de een na de andere. Al met al hebben we wel bij 15 gorilla’s staan kijken. Al weten we niet hoeveel dubbelingen erin zaten, het was wel de grootste groep die er was. Waanzinnig. Zo rustig ze zaten te eten. Je hebt een uur en het is zo voorbij.
Het struikgewas is manshoog en de guides kappen paden. Of er loopt een pad en door de regen is het als door vla glijden. En dat steeds steil omhoog en naar beneden. Soms sta je op bosjes en zakt je been opeens door de ondergrond.
5,5 uur na vertrek kwamen we weer terug bij het beginpunt. In de auto vertelde onze gids dat ze hem hadden gevraagd of we een lange of korte wandeling moesten, “ze kunnen de lange met gemak aan” had hij gezegd. Bij terugkomst had de guide tegen Jozef gezegd dat zijn cliënten erg snel waren. (Dat eerste kwartier wel, dat tempo had ik nooit volgehouden). Hij glom van trots. Het meest bijzondere was wel dat de groepen met de kortere route nog niet terug waren.