Een lange wandeling


Om 6 uur ‘s ochtends start onze tocht. Het hotel heeft zakken met ontbijt klaar staan. Twee dubbele boterhammen. Een appel, een tomaat. Appelsap, water, yoghurt en een grote pennywafel. Daar hebben we de hele tocht genoeg aan.

We zijn nog maar 5 minuten onderweg en we zien een vos jagen op kleine beestjes in het pas gemaaide gras. En dan nog één en verderop nog één. Dit belooft wat. Opgewekt gaan we het national park in.

Het bos is vrij open en vriendelijk. De bomen zijn prachtig. Groot en van alles door elkaar. Es, linde, eik, den; ze zijn allemaal enorm, hazelaar en andere lage bomen ertussen. Bosbeheer bestaat uit het laten vallen van de bomen en laten liggen en dat is in droge tijden vocht voor de omgeving.

50 m na de poort zien we wolvenpoep, we kunnen zeggen dat we bijna een wolf zagen. En bijna een das. Trouwens ook bijna een wisent en bijna een boommarter. We zagen geen zoogdieren op onze 18 km tocht, na de vossen was het op.

De vogels waren ook niet in grote getale aanwezig. Wel verschillende soorten spechten, altijd leuk om ze te zoeken. De zeldzame “witbuik spikkel specht” of zo. En een goudhaantje, echt klein.

Wie wel in grote getale aanwezig waren; de muggen. Venijnige prikkers.

Om kwart over een zijn we weer thuis. En we gaan allemaal luieren. ‘s Middags mensenkijken en bij het avondeten gaan we daar gewoon mee door. Het hotel is volgelopen met heel veel Polen. Er zijn erbij die door de bediening als royalty behandeld worden, deze komen ook in galajurken aan tafel. De vrouwen drinken wijn, de mannen wodka. Er zijn er ook die doen of ze hierbij horen maar dat doen ze niet. Er zijn er ook die willen er niet bijhorend. De mens een prachtig observatie object.


Plaats een reactie