Woke


Vrijdag 7 mei

We hadden een kamer in het penthouse. Voor ons raam rokende Polen, reuze veilig die houden de boeven wel op afstand. Boven ons hoofd een groot rooster met ventilator met een repeterende piep. En er was ook nog een ander ritme; tokkelend, niet duidelijk waar vandaan. Bram en Daan hebben het gisteren nog wat onderzocht, ik niet, ik sliep al tijdens het gaan liggen. (Het blijkt net te verdwijnen als Bram de douchedeur dichtdoet.)

Vanochtend 6.05 uur zei een lieflijke vrouwenstem in Zweeds, Duits en Engels dat we er met een uur zouden zijn. (Stel je bij deze wake-up call een oorlogsfilm voor en de tekst “Aufmachen, rauss”). De douche was verbluffend lekker. En fris en fruitig zaten we even later in de auto. De vrachtwagens reden de boot af. Achter ons! Achter mij draaiden auto’s als de onze om eraf te rijden en ik dacht “Fuck” Ik kan best achteruitrijden en draaien op de weg lukt ook, maar draaien met aan 3 kanten vrachtwagens is echt niet mijn ochtenddroom. Gelukkig kwamen ook de vrachtwagens voor me in beweging en kon ik gewoon vooruit.

Opvallend verschil van Duitsland met Zweden. In Zweden;

• is de natuur nog in winterstand.

• hijgen andere rijders niet in je nek. Als jij iets zachter rijdt gaan zij gewoon ook iets zachter rijden.

• zijn winkels gewoon open

• rijdt men maximaal 110 km per uur, maar meestal 80.

Het was 1,5 uur later en ik wilde heel graag een kop koffie; Illy of Segafredo. Dus de eerste, de McCafé ging ik overslaan. Maar tot mijn vreugde was de volgende Segafredo. Juichend reed ik de parkeerplaats op om teleurgesteld te zien dat het een gesloten wegrestaurant was. Ik zag er vast nogal pathetic uit toen ik Daan en Bram bleef vragen of het echt dicht was. Ik moest mezelf bedwingen om niet uit te stappen en te checken. De volgende mogelijkheid 16 km verder. Automatenkoffie, boven verwachting lekker, maar mijn oma zou zeggen “ dat mocht ook wel”.

“Dat mag ook wel”
Buffetje

We verdelen de laatste snoepjes. Banaantjes als allerlaatste. Daan krijgt er twee en wij elk één. En dan is het op.

Bram geeft de vloer water (de lekkere Ramlösa met perensmaak) en plant gehaktballetjes (best zonde). Ook onze cateraar is vermoeid. We zijn alledrie moe. Echt moe. Het is goed dat we afwisselend rijden en we zijn alledrie blij als we weer thuis zijn.

‘s Avonds eten we met de thuisblijvers maar eigenlijk zijn we zelfs te moe voor verhalen.

Alleen nog morgen de draak terugbrengen dan zit het avontuur erop.

Daan en Bram jullie zijn geweldige reisgezellen. Heerlijk gelachen en heel veel gezongen. Nieuwe woorden geleerd. Standpunten uitgewisseld, vergelijkingen gemaakt. Het was een goede week.


Plaats een reactie