Vanochtend stond de wekker op 5.30 uur. 6 uur vertrek. We kregen ontbijt mee van het hotel. We kunnen een leger voeden.
We waren nog geen 30 minuten op pad of we zagen een mannetje en een vrouwtjes Hoollongapar gibbon of Hoolock gibbon. Wat een genot om naar te kijken en wat lastig vastleggen tussen de takken en tegen de lucht. Niet alles is zo scherp als ik zou willen maar het was een geweldige ervaring om ze door de bomen te zien buitelen.

Ook de mevrouw van gisteren was er. Ze had 4 hulpjes die heen en weer renden en de beste plekjes voor haar zochten. En dan beende zij naar de aangewezen plek en maakte een foto met haar kanon en zei nog niet eens “dank je”. Ik stond het allemaal rustig te bekijken naast een alleraardigste gids/driver en mompelde onder mijn adem “What does she think she is? A superstar?” Echt niet eens onvriendelijk, gewoon oprechte verbazing over dit diva gedrag. De gids keek naar me en grijnsde breder dan ik ooit iemand zag grijnzen. Even later moesten we onze toegangsbewijzen halen; bleek hij de gids van haar koelies, die me allemaal vrolijk lachend aankeken en zwaaiden. Zo maak ik dus vrienden.

Daarna het park in. Gelukkig weer veel rustiger en niet zo warm als gisteren. We komen bij een boom met een gecko, de gids is reuze enthousiast en ik kan hem niet eens vinden. Maak foto’s van takjes en vlekjes tot ik het kleine ding in een spleet ontdek, alleen zijn koppie is zichtbaar. We zien een gigantische eekhoorn met blauwe ogen. En dan komen we midden in een groep langoeren te zitten. Wat een feest, ik kom ogen tekort. En nu ik de foto’s heb bekeken; zijn het nou alleen capped langurs of hebben we ook een golden langur met jong gezien.
We lunchen in een restaurant dat is opgezet om de lokale bevolking te steunen, zodat zij het park gaan steunen. Goede zaak, lekker eten. Helaas ligt Assam dichter naar China, ook hier slaan ze de kip met een scherp mes in stukken in plaats van gefileerde stukjes.

Het restaurant ligt wel wat ver, dus komen we wat laat bij het park. Net als gisteren trekt de wind aan en jaagt nog meer zand de lucht in. Als je kijkt lijkt het of het heel hard regent, met regenflarden, alleen is het droog en staat er een keiharde, warme, met zand gevulde wind. De lucht voelt dik als je ademt en knarst tussen je tanden. Het afbranden van het olifantsgras helpt ook niet mee aan de luchtkwaliteit. Was de ochtend al adembenemend, de middag is het letterlijk ook.

Jammer genoeg vinden de beesten deze wind en het zand ook niets. We zien niets nieuws, gelukkig wel neushoorns en de waterbuffels die veelal tussen het hoge gras of in het water staan. We wachten nog een poosje op een favoriete tijgerhangplek, helaas zonder succes.
En nu gaan we zo eten en daarna Slaaplekker.