Vandaag staan we om 8.30 uur op. We lopen allemaal als hoogbejaarden en in de supermarkt vechten we om wie achter het karretje mag lopen. Het ziet er grappig uit en ik doe niet onder voor de mannen. We hebben ontdekt hoe je een betaalbare maaltijd kunt maken. Diepvriesgroenten, daarmee bespaar je grof geld, weinig vlees en daarbij pasta. Naturel skyr is 2x zo goedkoop als met een smaakje. En vanillesuiker kost niets. Vol trots lopen we naar buiten.

Het regent miezerig. De wolken kussen de grond. En we feliciteren elkaar met dit weer vandaag en niet gisteren. Het idee om die wandeling met natte kleren te moeten doen geeft me alsnog de koude rillingen.

We gaan naar hele jonge eilanden, de Vestmannæyjar, nog maar net 10.000 jaar boven de zee. Ons kaartje voor de boot klopt niet, te snel geboekt en 30/06 ipv 30/07 de heenreis, gelukkig kunnen we nog wel mee. Helaas wel voor de volle prijs. Roelof is teleurgesteld in de gastvrijheid.
Het is net als naar Vlieland gaan. Ik herinner me mijn angst vroeger om die zware toiletdeuren op slot te doen. En buiten hoop ik op een zware shag rokende schipper bovenwinds. Niets vind ik zo lekker ruiken als zilte zeelucht vermengd met de rook van zware shag. Grappig hoe sommige herinneringen zo weer het gevoel van toen oproepen. Als we de eilanden bereiken komen we langs een stuk waar hele vluchten papegaaiduikers omheen zwermen. Koddige beesten. Dat plompe lijfje die kleine vleugels die met moordend tempo op en neer gaan.


Wat maakt toch dat wij binnen dag reizen een ontplofte kofferbak hebben? Gelukkig herstelt dat snel als we ons in richten in het appartement.

Maar na een lunch en een bordspel willen we ondanks onze benen toch even iets doen. Thijmen kiest om thuis te blijven en Roelof, Jelmer en ik gaan naar Stórhöfðaviti, het zuidelijke puntje van het eiland waar de puffins wonen. De beesten zijn actief (lezen we) in de ochtend en komen tegen het einde van de dag terug om hun jongen te voeren. Maar wat is ochtend en wat is het einde van de dag als de zon om 22.25 uur onder gaat en om 4.32 uur opkomt? We besluiten de gok gewoon te wagen.

Over schapenpaadjes lopend hebben we een geweldig uitzicht. Prachtig die eilanden voor de kust en wat veel vogels! Ze zijn prachtig en zitten overal. We leren snel: zilverkleurige visjes zijn fotogenieker in een bek dan doorzichtige inktvisjes.

Roelof raakt helemaal bevlogen door het fotograferen van papegaaiduikers in de vlucht. Heel moeilijk omdat ze 90 km per uur vliegen. Eerst moeten we hem verjagen omdat hij midden tussen de nesten gaat zitten. Eerlijkheid gebied te zeggen, het ziet er ook uit als een konijnenhol en we hadden niet verwacht dat ze zo hoog nog zaten. Vervolgens gaat hij op een rand van het pad zitten. Jelmer vraagt hem om de camera naar ons te gooien mocht hij vallen: “zo’n puffin staat altijd goed op de kaart”.



Thuisgekomen wil ik koken maar realiseer ik me dat we geen specerijen hebben. Gelukkig is dat met een bak soep voor onderweg snel opgelost. Om de jongens te quoten deze haalt de top 10 slechtste maaltijden zeker niet. Roelof had bedacht dat we gewoon gezellig een glaasje gingen drinken. Hij vertelt vol enthousiasme dat de prijzen voor alcohol heel erg meevallen. Dat geloof ik graag als de mannen achter een alcoholvrij biertje zitten en ik een glas mousserend vlierbloesemgember-vocht drink. (Overigens was het gezellig en prima van smaak).
En nu liggen we om 21 uur in bed. Gisteren is ons niet in de kouwe kleren gaan zitten.