We vertrekken vroeg, 6.30 uur staan we bij de boot. Het is vandaag een lange rijdag. Met een aantal prachtige stops.

Onze eerste stop is Dyrhólaey, een natuurgebied met allerlei vogels. Ook onze vriend de puffin is er weer. Hij vliegt komisch, als een vleermuis. Ik probeer een andere vogel vast te leggen maar het is bijna of ik een silhouet op de computer heb getekend. Je hebt hier magnifiek uitzicht op de zwarte stranden van Vik en Reynisfjara. In het water grote basaltkolommen, Reynisdrangar. Trollen die in het zonlicht versteenden.

Daarna door naar Reynisfjara: prachtige basaltkolommen beroemd sinds Game of thrones. Het natte strand is diep zwart. En ook hier weer onze kleine vriendjes. Roelof zegt dat ze hem doen denken aan de neushoorns van Kaziranga. Je ziet ze echt overal, dat hadden we ons niet gerealiseerd. De lucht is vol papegaaiduikers. Het is rustig als je even doorloopt en je hoort de vogelpoep ritmisch flatsen op de stenen. Jelmer kijkt me aan en zegt “lijkt me heerlijk om op in slaap te vallen, dit is met recht white noise”.


De jongens bouwen een steinmänchen. Ze debatteren samen over de te volgen aanpak. En complimenteren elkaar met het resultaat.

We lunchen luxe met een kliekje koude pasta en broodjes, op een briljante plek. We kijken naar de gletsjer Vatnajökull. De grootste gletsjer 2100 m2. Wat een uitzicht. De gletsjertongen die naar het land reiken zijn adembenemend mooi. We hebben vandaag ook mazzel met het licht. En ik heb mazzel met een waterbuis want waar in een land met zoveel ruimte en zo weinig bomen doet een vrouw een plas?


En dan rijden we door naar Diamond Beach. Ook een zwart strand. Waar stukken van de gletsjer op het strand spoelen en daar het licht vangen. We zijn eerst aan de verkeerde kant er ligt nauwelijks ijs. We lopen naar het meer en de brokken daar zijn enorm. Het is eb als we aankomen en ze liggen muurvast. Thijmen ontdekt als eerste de zeehonden en geniet ervan om ze op de foto vast te leggen. Als het weer vloed wordt wandelen we terug. Het water kolkt, vogels duiken in het water, we tellen nu negen zeehonden. Als we verdergaan naar het andere strand ligt daar meer ijs maar Thijm had zich er duidelijk meer van voorgesteld. Ik vind botjes van een vogel wit en kaal door zee en zon. Thijmen gruwt er van dat ik ze oppak. Jelmer ziet er geen kwaad in, “je pakt toch ook stenen op?”


Vandaag past wel in de visie van Jasmyn “er zijn mensen die tijdens vakantie rust houden met af en toe activiteiten. Jullie vakanties hebben activiteiten met af en toe rust. “ en dat klopt wel, maar we genieten er wel van. Ik had morgen rust ingelast. Die vrije tijd is door Roelof opgevuld. “Ik heb zo iets leuks geboekt!”. Waarover morgen meer.