16 juli, Ganden klooster


Vandaag begonnen we met een rustige start. 10 uur vertrek naar Ganden. Roelof en ik versliepen ons, we hadden om 9 uur ontbijt afgesproken maar om dan 8.58 op te staan wordt krap. Thijm was er ook nog niet. Hij voelde zich slechter dan gisteren en vroeg zich af hoe verder. Hij bedacht daarbij vooral rampscenario’s. En Roelof deze ochtend omschrijven… misschien als een tractor in de winter; en hij moest vrij lang voorgloeien. Jelmer en ik waren ook niet vooruit te branden en voelden ons brak, maar wij waren in de beste conditie.

Grappig was dat wij onszelf allemaal zielig stonden te vinden. En de gids naar onze ademhaling, kleur en nagelbedden keek en “goed, goed” zei en vrolijk lachend in beweging kwam. Op naar Ganden wat wel wat hoger ligt, gelukkig dalen we na een paar uur weer af.

Mensen kijken onderweg. een genot.

Best hoog Ganden, de Mont Blanc is 4800m hoog

Ganden is een prachtig klooster gesticht in 1409. Het oudste Gelugpa in Tibet. We wandelen eerst een kora om het klooster, een heiligengang, maar dan met boeddhistische heiligen. Waanzinnige uitzichten. We zien prachtige gieren vliegen en komen er daardoor achter dat 90% van de Nepalezen airburials hebben. Dat houdt in dat je lichaam (na de dood) in stukken aan de gieren gevoerd wordt.

De eerste meester Tsongkhapa koos ervoor om niet reïncarneren. Het schijnt dat je die keuze hebt. Zijn leerling volgde hem op, de derde reïncarnatie van deze leerling kreeg de titel daila lama. Daila lama betekent ocean of wisdom.

Wij zijn zulke mazzelaars vandaag werden er examens afgenomen op Gamden. Dat gebeurt op vijftien aaneensluitende dagen per jaar. Het is zo onwijs indrukwekkend: de kleuren, de geuren, de geluiden, het gevoel bij de mensen, wat een feest dit land.

De zaal is nog veel breder, aan beide zijden vele rijen monniken.
De mannen aan de zijkant zijn meester
en geven cijfers
Hij kijkt zo trots
en neemt op zijn telefoon het debat op.

De gids en driver waar we willen lunchen boven of in Lhasa. We denken dat afdalen slimmer is, gezien hoe we ons voelen. Dan weet de gids wel weer een neef. Roelof heeft voor we vertrekken nog een handen en voeten gesprek met onderstaande drie monniken over een auto.

We parkeren in Lhasa. En lopen en lopen, de driver kijkt in alle dwarsstraten, er wordt druk gebeld en gediscussieerd. Dan houden ze een taxi aan. Wij volgen als lammetjes. De jongens en ik samen met de gids in een taxi, Roelof met de driver nemen de volgende, maar als dat niet snel lukt gaan ze in een riksja (Roelofs voorstel) en begint de zoektocht naar het restaurant opnieuw op een andere plek. (Er schijnt een filmpje van te zijn, we moeten dat de driver ontfutselen.)

Logisch dat het lastig te vinden is. Als teveel mensen het vinden is het niet lonely meer. Het eten is heerlijk. We zijn een attractie en we praten met handen voeten met onze buurtafel. We lopen terug naar het hotel, lezen wat, doen een spelletje en schrijven de blog en eten op de binnenplaats omdat het er zo mooi is.

Na het eten, de jongens zijn al naar boven, krijgt Roelof een hapje om te proeven: bladerdeeg met kaas, ik denk aan Mery’s gebakje met kaas en neem blij ook een hap. YAK, ik weet waar het woord jakkes vandaan komt, een soort ranzige droge yak kaas.

(Heeft iemand nog een tip voor droge neusen op hoge hoogte?)

(En met Louis gaat het veel beter, de prednison wordt afgebouwd en hij rent weer.)


Plaats een reactie