• Rustdag, 15/8/‘22

    Als de enige foto’s die je hebt van een joekel van een wesp zijn dan weet je dat het een rustdag was. Wat een geweldig uitzicht en wat een heerlijke temperatuur.

    Vanochtend even een hiccup omdat de assistentes dachten dat de huisarts in opleiding er zou zijn, wat niet zo was. Wij waren duidelijk te moe voor de vakantie, dat was niet goed geregeld. Dus hebben we op afstand gedokterd. We zijn tot de conclusie gekomen dat dat kan omdat we een top team hebben, al 20 jaar werken en onze patiënten kennen, maar ideaal is het niet. Dus als je ooit de snelle marketing praatjes hoort van Quin of Comed; wat zij verkopen is een heel slap surrogaat van echte huisartsenzorg.

    De digitale dokter en de glazenwasser

    Toen voor de lunch naar het dorp, het dorp telt drie families. Een kanonskogel zou niet veel schade aanrichten.

    Het personeel, de kok en zijn zoon, in het lokale restaurantje sprak nauwelijks Engels en wij evenveel Arabisch. Dus belden ze een tolk. Een bestelling was snel gemaakt en we zaten heerlijk op het terras onder een boom in de wind.

    Tot ons eten kwam. Wespen zijn blijkbaar verzot op kip. Maar deze wesp was huge, de Orientaalse hoornaar. Met ontzag keek ik naar de brokken die hij mee at van mijn kip. De mannen gingen er anders mee om.

    De Orientaalse hoornaar en zijn vriend de wesp
    Briljant toch?
    Ik vond het hilarisch.

    Uiteindelijk kwam de kok met de telefoon en vertelde de tolk dat we ook in de glazen kamer mochten zitten. Ook een ervaring.

    Ik ben geïntrigeerd door het surfplankje tussen de vlaggen.

    Je zult het niet geloven; we krijgen net een mail van Quin dat ze ons kunnen ontzorgen. Hoe grappig is dat. Gelukkig ben ik geen complotdenker.

  • Wadi bin Hammad en Kerak, 14/8/‘22

    Bij het binnenhalen van de schoenen, haalde ik ook een kleine gast binnen. Wij zijn niet gewend aan schoenen uitschudden. Mmmm wat doe je hiermee; kopje erover, karton eronder en naar buiten, zodat hij weer verder kon leven.

    Het was een lange rit vandaag. Eerst een paar uur naar de Wadi bin Hammad. Het is bizar je rijdt door een dorre droge woestijn en opeens is er een opening met water en is het groen. Het is een warme stroom, helaas daardoor veel algen op de stenen.

    Ik had weer mijn superhandige broekrokje mee maar dacht in de auto netjes erbij te zitten in een lange omslagrok. En toen kwamen we aan en was onze gids een Jordaanse baas van onze leeftijd en zag ik mezelf niet zo snel omkleden. Dus ik dacht “ach enkeldiep water dat moet kunnen. Sneakers aan voor meer grip. Nou deze sneakers niet. Volgens mij lag ik na 10 stappen al op mijn gat. Waarna ik een natte zijden enkellange rok aanhad. Nou denk je “zijde, dat droogt snel, niet zeuren van Lingen” dat doet het ook als ik het die kans zou hebben gegeven. Maar die steentjes waren echt spekglad. Ik deed het ook niet handig stapte op de grote en die zijn gladder. Ik viel zo vaak dat de gids me een hand gaf. Wat dan wel weer schattig was. En aan het eind van de wandeling vroeg hij bezorgd of ik wel droge kleren had. Heb ik, komt goed, trouwens mijn rok was droog toen we bij de auto waren. Zijde droogt snel. (Rok van Nienke, ooit uit Israël, gemaakt van oude saries. Twee lagen; zit altijd keurig en is heel koel, neemt geen ruimte in en kreukt niet. Ik leen hem voor warme vakanties, hoop wel dat ik hem heel heb gehouden. Mijn lijf voelt beurs.)

    Het was anders mooi dan gisteren maar echt indrukwekkend. Op verschillende plekken kwam ook koud water uit de rotsen. Thijmen nam een koudedouche, gelukkig deed hij ook iets doms, oortjes in zijn zak, en dat gaf weer wat evenwicht.

    We hadden een woordenwisseling met de chauffeur. Ik vind het niet erg om toeristenprijzen te betalen maar hij verdubbelt zelfs die prijzen en daar pas ik voor. Ik heb hem onnoemelijk gekrenkt ben ik bang. Ging wel gelijk een deel van de prijs af, maar dat was niet eens mijn doel. Het is gewoon oneerlijk, hij verdient echt genoeg. Dan geef ik het liever aan de kok in het hotel, die krijgen nooit een fooi. Wat hebben wij al die jaren geboft met de mensen die ons rondreden. Die enthousiast hun liefde voor hun land met ons deelden. Die gids vanmiddag die dan bezorgd vraagt of ik wel droge kleren heb. Zo aardig.

    Daarna weer een stuk rijden en naar een kasteel. Een oude baas wandelt opeens met ons mee en gaat uitleg geven. Daar wordt een kasteel echt interessanter van. En hij was ook leuk om naar te kijken. Roelof en Thijmen moesten bijna gebogen door de deuren.

    Weer in de auto. Op een gegeven moment ben ik het zo zat. Ik kijk op Google maps en zie nog 2 uur en 54 min. Boy oh boy schiet ik in de stress. Thijmen kijkt me meewarig aan en zegt “met de auto gaat het sneller”. Stond google maps op wandelen….

    Langs de weg

    En nu zijn we in Dana guesthouse. Wat een plek!!! Aardige mensen, het is een piepklein dorpje, we dronken wat bij het plaatselijke winkeltje, 4 planken en een koelkast, en praatten met de shopbediende. En we zien een herder die al zwaaiend roept “welcome in Jordan” als ik vraag om een foto zegt hij “I’ll give you my best smile”

    Daar reed hij in de verte, zo steil is het.

    In het dorpje lag een dood paard. Bizar beeld. Moest met auto’s weggesleept worden. Sneu voor de eigenaar. (Ik had de foto al gemaakt voor ik bedacht dat het beest dood was)

    En nu zitten we op het terras uit te kijken over het reservaat. Adembenemend mooi.

    Voor iemand die nooit zonsondergangen fotografeert gebeuren er in Jordanië rare dingen.

  • De Siq trail en drijven, 13/8/‘22

    Vanochtend om 8 uur ontbijt, het kon niet eerder. Om 8.25 waren we onderweg, we hadden om 8 uur bij de siq trail in de wadi mujib willen zijn. Gelukkig kwamen we binnen voor een paar bussen. Helaas wisten we niet dat we onze naam op een lijst moesten zetten. Was leuk geweest als iemand dat verteld had, dus eigenlijk stonden we toen weer achteraan. En het was best spannend of er genoeg zwemvesten zouden zijn. Als ze op zijn moet je wachten tot de eerste mensen terugkomen. En dat kan 2-3 uur duren.

    Maar WOW is dit gaaf; de torenhoge muren van rood zandsteen, de blauwe lucht erboven, het bruisende water.

    Soms zijn de klimmetjes best pittig, maar meestal is het goed te doen. Er zijn touwen langs de diepe of snelstromende stukken. Er zitten guides die aanwijzingen geven op moeilijke plekken. Er is een plek met een hele grote stap en een steile afdaling erachter, die was best spannend. En mijn sport “broekrok” zat een keer om een ladder wat ook acrobatiek vergde om los te komen. Op een heel snel stuk knelde mijn voet vast tussen twee stenen, mijn evenwicht lag al naar voren en mijn gespierde armen lieten aan kracht te wensen over. Maar het lukte. (Waar zijn je helden als je ze nodig hebt?)

    Helemaal aan het eind van de trail is een waterval. Je kan erachter. Thijmen loopt er door om een briljante opname te krijgen. Dat valt als effect wat tegen vindt hij. Daarna dezelfde weg terug wat grotendeels neerkomt op mee dobberen met de stroom en af en toe een spectaculair glijbaantje of klimmetje. Wat onwijs mooi!

    De knabbelvisjes in het water zijn wat irritant. Maar wat een prachtige huid gaan we krijgen. Na de lunch gaan we nl ook nog in de dode zee.

    Thijmen is blij verrast dat hij eindelijk kan drijven. Ik heb daar nooit last mee, ik heb voldoende volume voor elk soort water zullen we maar zeggen. Zolang je het water niet in je ogen krijgt is het eigenlijk heel lekker. Beetje olieachtig. Raar dat je veel verder boven het water uitsteekt en beweegt met trage bewegingen. (Ook om spetters in je ogen te voorkomen) Denk dat niet scheren vanochtend een goed plan was van ons allemaal. Als je kijkt in het water zie je dat het enorm verzadigd is, kleine golfjes. Thijmen zoekt het op haliene stromingen. Niet dat iemand dan weet wat ik bedoel. Zo ontstellend zout is het. (Ik weet het nu hoe je het kan zien, als je veel te veel suiker in een glas thee doet en dan een slag roert.)

    En nu voelt het alsof we er al heel veel activiteiten op hebben zitten en dat we toe zijn aan een dutje. Wat ik dus maar gewoon ga doen. Ik word wakker voor zonsondergang. Perfecte timing.

    (Het lijkt een perfecte dag maar we hebben een paar tegenvallers. Roelof is zijn horloge kwijtgeraakt. We hopen op een eerlijke vinder. Er staat een telefoonnummer in als je het aantikt. En hij is een pietsie op Thijmens telefoon gaan staan. Die weer net op een steentje lag. We weten niet of de barst in het scherm of in het bescherm glas zit.)

  • Mount Nebo en de dode zee 12/8/‘22

    Vanochtend een prachtig ontbijt in de tuin. Shakshuka mijn lievelingseten (al voeg ik graag uitgebakken chorizo en kip toe. Wat het een stuk minder vegetarisch maakt.) Heerlijke jams. Lekker brood. Lekkere geitenkaas en schapenboter, voor dat laatste loop ik dan weer niet warm. Goed begin van de dag.

    Daarna door naar Mount Nebo. Waar Mozes het beloofde land zag en het vervolgens zelf nooit bereikte. Jongens help me, mijn bijbelkennis is op zijn zachtst roestig; maar Mozes kwam toch uit Egypte waar zijn volk geleden had als slaven? Dan leidt hij ze van Egypte naar Israël? Hoe komt hij dan in Jordanië aan? En ziet vanaf daar het beloofde land? Is hij om de rode zee getrokken? En ik bedoel dit niet spottend. Alleen vraag ik me dat nu af. (Ondertussen bedenk ik dat hij een zee spleet met zijn staf. Dat was dan vast de rode zee)

    Mount Nebo; de staf de slang en het beloofde land

    De chauffeur vraagt of we hier willen lunchen en we denken “nou dat is vast weer zo’n toeristending”. Hij had ons ook al naar een mozaïekfabriek gebracht, dus onze hoeveelheid touristtraptolerance was op. We zeggen nee en dat blijkt later niet onze slimste zet.

    We komen aan bij de dode zee. Het is bloedheet, vochtig, en de overkant is in nevelen gehuld. Omdat er weinig toeristen zijn is er geen lunch mogelijk. Onze kamer is de laatste cabin van een rij, met airco en dat is oprecht geen overbodige luxe. De 5 minuten wandeling naar de kamer is best pittig. Gelukkig hebben we nog Granolarepen en vrij zachte Toblerone bij ons.

    Ik plan om even foto’s te maken, kom onze kamer uit en loop tegen een muur van warm, ik maak een briljante opmerking, vind ik zelf. “It’s hot, damned hot and that’s nice when you’re with a little lady but not when you are in the jungle.” (Een gouden line uit Good morning Vietnam, een film met Robin Williams uit 1987.) Thijmen kijkt me aan of ik me wil vergrijpen aan een klein Jordaans meisje. Jammer dit.

    Ik vind het echt prachtig bij het water. Bizar. Het water is zo zout dat oude zoutlagen niet oplossen.

    Ik zat eigenlijk te wachten tot het zou smelten.
    Onderwater vanaf ongeveer de tweede steen links onder.

    En nu is het bijna 19 uur de temperatuur daalt. Het is doodstil en echt heel mooi, dit is mijn uitzicht vanaf het terras.

  • shkran lak. شكرًا لك

    Vanavond hebben we gekookt en gegeten bij een Jordaanse, goedlachse dame. Een jongeman ging mee om te vertalen. Hij gaf aan dat hij ook graag meekeek in de keuken, maar dat hij er geen verstand van had.

    We begonnen met het wassen van de rijst. Wegzetten met handwarm water. Mooie ronde korrels. Vervolgens kip aanbakken in ghee, geraspte knoflook erbij en daarna zout en water toevoegen. Daarna moesten we een soort dunne vermicelli in ghee te bakken tot het goudkleurig was. De rijst toevoegen en even meebakken en bouillon van de kip scheppen tot de rijst ruim twee kootjes onderstaat.

    Tegelijkertijd hadden we een zak bladeren in een keukenmachine fijn gesneden. Het smaakte rauw een beetje als spinazie maar kruidiger. Maar toen het gekookt werd rook het als jonge brandnetel als je dat kookt. (Kijk waar een tante Anne al niet goed voor is.) Het werd in kippenbouillon gekookt en het moest inkoken. Hier gingen ook weer 5 tenen knoflook in. Het werd een soort gebonden soep. (Mulukhiya stuurt Mery me net en zo heette het inderdaad, van die plant wordt ook jute gemaakt.)

    De groente; het blad van Corchorus olitorius

    We maakten ook een salade met ui, tomaat, komkommer en fijngewreven gedroogde munt, met wat olie en citroensap.

    Voor bij het brood baba ganoush; geroosterde aubergine, tahine (sesam pasta), wat citroen, zout, peper en erover ingekookt granaatappeljuice. (Lekker vind ik dat, een complexe smaak; wrang, zoet en zuur.

    Baba Ganoush

    Ondertussen gebruikten we de jonge man , die Engels sprak, maar nooit kookte en Google en whats app om te communiceren. Mery was onze hulplijn voor ingrediënten, wat ook heel fijn was.

    We maakten een schaal met glazige gebakken uiringen en legden daar de kip en een paar kopjes bouillon op en dat ging in de oven.

    De rijst kon gewoon gestort worden en stond in panvorm op het bord. (Ik miste Jasmyns knapperige korstje.) Op de rijst deed je een kommetje groene soep en daarover wat citroensap. Echt heel erg lekker.

    Erbij de kip, brood, groene peper, yoghurt, olijven, en mijn favoriete dip met aubergine.

    Zo mocht Roelof niet zitten van Thijmen.

    We aten in de eetkamer. Op lage kussens rond een lage tafel. Hoe doen ze dat als ze oud zijn? Ik kwam met mijn 54 jaar al bijna niet overeind. Ik smokkelde tijdens het eten mijn benen onder de tafel.

    We deelden een maaltijd, foto’s van kinderen en gerechten. Wat een geweldige avond.

    Bijna vergeten een foto te maken
  • Aljoun forest en Umm Quais 11/8/‘22

    Helaas zijn er alleen begeleide hikes en die zitten allemaal vol. We overwegen aan te sluiten bij een andere groep maar gezien onze wandelervaring gisteren twijfelen we; 4 uur doen over wat in 2,5 uur past lijkt ons killing.

    Dus doen we de lange Roedeer trail. We kijken even naar noest arbeidende mieren. We zien hertenkeutels en iets anders. Rare hond? Hyena? Ik heb een sporenboek voor Afrika, ik zal eens zoeken. Vannacht hoorden we iets op het dak, klonk als steenmarter. Heel huiselijk. De lange wandeling is hoogstens 25 minuten. 3000 stappen. Thijmens visie op die van gisteren is dat het hooguit 10 min was.

    En nu zit ik heerlijk op het terras. In de schaduw met een lekker windje. Voor me staat een steeneik? het zijn 3 boompjes met die prachtige vruchtjes.

    Gisteravond hoorden we een Duits meisje zeggen dat ze even een Nederlandse truc ging doen. We moesten er erg om lachen. Ze goot alle lutjes uit alle flessen om één volle te hebben. Vandaag zie ik dit. Thijm en ik vonden vooral de positionering van de ontvangende fles erg gewaagd.

    We rijden om 12 uur richting Umm Quais. Een stadje met geschiedenis. In de Romeinse oudheid de tweede stad na Jerash. Meermalen wordt de omgeving genoemd in de bijbel. In ‘67 werd Umm Quais gebombardeerd door Israël omdat Palestina van hieruit opereerde. Vanaf dit dorp zie je het meer van Galilea, de Golanhoogvlakte en Syrië

    We zitten bij het blauwe puntje.

    De weg hier naartoe is prachtig. Overal oude bomen die uit de witte rotsgronden lijken te groeien. Oude olijfgaarden. Nomaden met hun geiten, koeien en zelfs een dromedaris. We rijden verkeerd, gelukkig zou ik willen zeggen. Het is prachtig. Het ijs met onze chauffeur is eindelijk gebroken. Hij vertelt over het Noorden. Blijkbaar heeft ons enthousiasme hem ontdooid. Hij wijst de Golanhoogten en Syrië aan.

    We bezoeken de opgravingen. Thijmen laat ons beloven dat we niet de 3e belangrijkste stad uit de Romeinse tijd gaan bezoeken, want dat kan nooit veel zijn. Ik vind het wel bijzonder; delen van het dorp zijn platgebombardeerd en delen van de Romeinse stad ook. Er staan zwarte pilaren tussen de ons nu bekende kleuren. Geblakerd tijdens die laatste oorlog?

    De twee kleuren pilaren en het meer van Galilea
    Platgebombardeerd dorp

    Nog een klein detail. Een zonnehoed zonder touwtje onder de kin is niet echt handig. De mannen lachen me uit als ik voor de tigste keer achter mijn hoed aan ren. wel goed voor lijn. En voor contact met Jordaanse mensen. Er staat hier een straf windje.

    Paardenkracht
    Ik hou van landen zonder APK keuringen

    Vanavond gaan we Jordanees koken en eten. Ik heb er zin in.

  • Jerash 10/8/‘22

    Vandaag pakken we onze spullen op en om naar Jerash en Aljoun te gaan. De chauffeur was al geen zonnestraaltje, maar blijkt in de ochtend echt niet eens goedemorgen te kunnen zeggen. Als ik het positief wil zien; toen hij zijn mond opendeed vond ik hem, hoe zeg ik het mild… A male chauvinist pig of in gewoon Nederlands; een vrouwonvriendelijk, arrogant stuk vreten. Dus is deze stille versie een absolute verbetering.

    We rijden naar Jerash. Het is er onbeschrijfelijk indrukwekkend. En dus ga ik dat nu proberen, Jerash te beschrijven. Jerash is de grootste verzameling Romeinse ruïnes buiten Italië. Nog maar 30-40% van wat er ligt is door archeologen blootgelegd. Het is niet een gebouw maar een complete stad. En het is prachtig. Al zou ik graag een keer in de lente komen als het gras tussen de stenen groen is en de bloemen bloeien.

    We krijgen een oude baas, met een schat aan kennis, als gids. Hij is grappig. Hij vertelt de grote lijnen en de details. Hij kan goed uitleggen. Laat ons mee speculeren over het waarom van dingen, bijvoorbeeld waarom op een bepaalde plek de slijtage van de wagensporen in de hoofdweg zoveel dieper is. Thijmen bedenkt een graanschuur en molen, waar volle wagens wegrijden. Roelof een smidse met nieuwe ijzeren banden om de wielen. De gids bedacht dat er de lokale alcoholverkoop was (tegenover de tempel van Bacchus) en mensen daar vaak wat anders reden. Hij genoot zichtbaar van onze speculaties. Mijn aanname klopt de gids was vroeger leraar.

    Het is zo indrukwekkend. De straat met een deel voor wagens, een deel voor ruiters en aan beide zijden een pad voor voetgangers. Eenrichtingsverkeer. Er is over zoveel nagedacht. Afvoergaten voor regenwater, nissen voor olielampjes. En dat allemaal rond het begin van onze jaartelling. Met tussen 100 en 200 de gouden eeuw.

    Ik zal wat foto’s posten om jullie te laten meekijken.

    De ingesleten wagensporen
    Het grote ovale plein
    De mannen in de schaduw
    Een zijstraatje
    De voet en het kapiteel, de zuil ligt erachter.
    Ook hier een theater, met op de achtergrond de stad Jerash

    Daarna gaan we eten in een door de chauffeur gekozen voederhal voor toeristen. Behoorlijk prijzig, maar wel smakelijk. verrukkelijke citroen-munt limonade. Gezien het feit dat de prijs het dubbele is van wat je mag verwachten geven we geen fooi. De ober laat het lege mapje aan onze chauffeur zien, en het rare is dat ze er om moeten lachen. De chauffeur is daarna opvallend vriendelijker en behandelt ons met meer respect. Hij houdt zelfs de deur voor me open. Raar dat onze horkerigheid dat oproept. Niet mijn manier van samenleven.

    We komen de gids van gisteren in de Citadel ook tegen. Een goedlachse baas die zegt dat hij ons leuke geïnteresseerde gasten vond. Dat waren we volgens mij ook.

    Daarna zijn we naar kasteel Aljoun geweest. Mooi, maar we zaten nog vol met indrukken. Veel Jordaanse bezoekers. Ik heb maar één foto gemaakt. En niet eens van het kasteel en ook niet netjes gevraagd; ik denk een moeder en een zoon en ze zaten in de schaduw te picknicken. En te genieten.

    En nu zijn we in Aljoun. Het ruikt hier heerlijk. Een klein nationaal park. Aljoun forest. Nou ja bos… het zijn lage boompjes een eikachtige en nog een andere met hele mooie vruchtjes.

    We deden de wandeling van een uur en waren binnen 20 minuten terug. Morgenochtend ga ik de lange wandeling doen. Zal waarschijnlijk een uurtje zijn.

    En nu zitten we op ons terrasje, met een ander prikkelbaar vriendje.

  • Amman 9/8/‘22

    Vandaag staan we na een vrij kort nachtje op. Ontbijten rustig. Voor Roelof is de keuze van hummus bij het ontbijt onbegrijpelijk. (Trouwens ook op andere momenten van de dag.)

    We wandelen naar de blauwe moskee. Ondanks mijn uitmuntende voorbereiding; lange broek, blouse en sjaal krijg ik een overgooier, die me in een handomdraai omtovert in een dwarf. Klinkt beter dan dwerg omdat er een barf klank inzit.

    De moskee is mooi. De mensen zijn heel vriendelijk en heel gastvrij. Er zijn verbluffend weinig toeristen in Amman. Thijm is teleurgesteld, als hij een korte broek aan had gedaan (waarvan wij zeiden dat dat not done is in dit land) had hij ook een zwarte cape gekregen. Die hij dan als Sneep achter zich aan had kunnen laten fladderen. Gemiste kans

    Daarna nemen we een taxi naar het amfitheater. Prachtig. Natuurlijk lopen we helemaal naar boven. De stappen zijn bizar groot en om mijn linkerknie te ontzien doe ik het grote werk met rechts. Ik lach stiekem een mijnheer uit, die, zachtgroen, stapje voor stapje naar beneden gaat. Bovenaan gekomen kijk ik terug en denk: “boy dat is steil”. Maar pas als ik afdaal, en kramp in mijn bovenbeenspieren rechts krijg, denk ik aan die mijnheer terug. “Mijn excuses, mijnheer!”

    Er is een prachtige muurschildering. Op een flat. Vanaf allerlei plekken zie je hem.

    En Thijm ziet de stairway to heaven. Om in het thema te blijven, ongeveer daar komen we ook een moeder met twee prachtige dochters tegen. Ze vragen ons iets in Arabisch en wij kijken blanco. Waarna ze, steelse blikken op Thijmen werpend, van alles zeggen waarin we zeker het woord Habibi horen. Wij vinden hem ook leuk.

    We wandelen na de lunch naar de Citadel en kijken uit over de stad. We nemen een gids die van alles vertelt over Amman, de Citadel en de Jordaanse mensen. Hij is grappig. Het is warm, maar droog warm en als je in de schaduw in de wind staat is het heerlijk.

    Ik heb te veel mooie foto’s, het is zo rustig.

    En als altijd wil de gids ons op de foto zetten. Deze gids gebruikte dezelfde truc als ik. Panorama-stand om meer hoogte te krijgen. Alleen staan wij er goed op en leek Thijm op mijn foto of hij drie chromosomen teveel had.

    Terug naar het hotel dingen we de taxirit af van 30 naar 5 JOD. Het is misschien toch wel wat weinig, want de chauffeur neemt 2x een shortcut over een eenrichtingsweg, de verkeerde kant op. Wat het voor ons dan wel weer spectaculair maakt.

    Ons gezicht proeft zout. En bij je ogen moet je oppassen als na zwemmen in de dode zee. Dus in het hotel heerlijk douchen. En nu zo even eten. Voor straks slaap lekker.

  • Vreemde wezens 8/8/‘22

    Voor ik deze blog schrijf wil ik dat jullie weten dat het hotel in Frankfurt een maniakale graad van Deutsche Sauberkeit had. Je kon niet alleen van de vloer eten, je kon de vloer probleemloos likken.

    Vannacht om 3 uur belde Thymen. Hij had steeds iets voelen kriebelen op zijn lijf en had het doodgeslagen. Had het hoeslaken nog opgetild om de matras te inspecteren, maar geen vriendjes gevonden. Hij had bedbugs opgezocht en zijn nachtelijk vermoeden voldoende bevestigd gekregen. Vervolgens de tassen opgesloten in de douche, gedoucht en hij vroeg zich: “af wat nu?”

    Jullie snappen het al; 5 minuten later lagen we met zijn drieën in ons bed op kamer 405.

    De volgende ochtend bedachten we dat het toch niet paste een bedbug en geen jeukende bulten. We gebruikten “ObsIdentify” op de foto van Thijmens gesquashte vriend. Het was geen bedwants maar een dwarsgebande kakkerlak. Mmmm gewetensvraag. Het leek een eenzame cowboy; gaan we het de manager zeggen? Ik vond van wel, beter één kamer aanpakken dan een heel hotel. De mannen vonden van niet.

    We waren ruim op tijd op het vliegveld. Bizarre parkeergarage met zeer krappe plekjes.

    Maar ruim op tijd om in te checken. Jordaniërs reizen in extended families. 12 man in een keer naar de balie met minstens 74 koffers. Het is een spektakel, maar snel gaat het niet. Ze kruipen ook voor bij het leven, maar ze doen dat met zoveel allure dat je niet anders kan dan applaudisseren. Bijvoorbeeld met een familie van 23 gewoon de rij voorbij lopen en zeggen dat je een ticket hebt. Ander opvallend feit; ze zetten hun koffer in de rij, lopen weg en zijn hoogst verbaasd als je dan de koffer passeert.

    En nu zitten we in een vliegtuig met zoveel kinderen dat de sfeer die van een schoolreisje van de basisschool het best onze omgeving benadert.

    Ik doe iets niet goed. Eerst, voor de vlucht, wordt mijn tas uitgebreid getest en bekeken omdat een verstopt busje zonnebrand zich als explosief opstelt. Zonnebrand, for crying out loud, dat spul heb ik nooit bij me, waarschijnlijk 20 jaar oud. En dan, bij aankomst in Jordanië, is mijn tas er niet. Hoofdletter f en dan nog een paar letters. Maar bij de lost luggage zegt de man blij dat mijn tas er wel is. Ik moet naar een achteraf kamertje en ze zeggen dat er een verrekijker in zit. “ja??? Klopt”. Die moet ik er zelf uithalen. “Oké….” Weet iemand welke boevenstreken je met een verrekijker kan uithalen? (Nee Bram; geen night vision, geen infrarood)

    Maar we zijn in het hotel. Hebben net een schaal rauwkost soldaat gemaakt omdat de keuken al dicht was. Toen hij op was bedachten we dat we dat normaal gesproken in dit soort landen juist skippen. Nu heerlijk slapen.

  • Een nieuwe reis. 7/8/‘22

    De berichtgeving de afgelopen weken om op reis te gaan waren natuurlijk niet echt enthousiasmerend. Vliegveld perikelen. Mery miste 2x een vlucht en is haar koffers kwijt. Wij zelf misten de laatste keer een vlucht en zaten een weekje vast in India. We dachten slim te zijn; vertrek van Frankfurt. Helaas ook daar stakingen om onze strategie achterhaald te laten zijn. Het voelt meer als op avontuur gaan. We zien het wel.

    Er ging wat mis deze vakantie. Verkeerd ingepland en teveel diensten om te ruilen. Zelf het rooster niet gecheckt. Dom. En toen hadden wij vrij waar Jelmer het niet had. Weer geen Borneo dit jaar. En met drie in plaats van vier reisgenoten. Thijmen mocht het reisdoel bepalen.

    We zijn moe; mems overlijden en een pittig diestenschema hebben een wissel getrokken. Dus besluiten we te proberen relaxt op reis te gaan. Pas na het weekend vertrekken. Rustig pakken. Louis naar Els brengen. Nienke zorgt voor de katten.

    Een nacht eerder naar Frankfurt gaan en daar in een hotel slapen. Morgen rustig opstaan en ontbijten en vooral geen stress. Roelof reed. Gelukkig want ik heb in de auto liggen slapen.

    Het hotel is onbemand. Sleutels in een kluisje. Best vreemd. We staan even later wat beteuterd in kamer 104. Een lit jumeaux dat wel. Maar met zijn drieën??? Door die ene Chupa Chup lolly op het bed bedenkt Roelof dat we misschien wel twee kamers hebben. Terug naar het kluisje en jawel hoor, nog een welkomstbrief. En nu hebben we allebei onze eigen lolly in kamer 405.

    Het is hier ook 35 graden dus we wennen vast aan de temperatuur van Jordanië. Met een raam open al wel beter nu.

Familie van WelLingen