• 21 juli op naar mount everest

    Boy oh boy het gaat nog niet echt top en ik zie erg op tegen weer hoger gaan. Ik las de blog van gisteren nog eens door en kwam tot de conclusie dat mijn brein ook vertraagd werkte, de zinnen liepen niet.

    We vertrekken na het ontbijt naar base camp. Het regent als we vertrekken maar gelukkig klaart het na een uurtje weer op.

    We gaan even iets afgeven bij familie van de driver. En daarna gaan we door om te lunchen. We maken contact met medegasten en voor het eerst mogen foto’s. Heel leuk. Mensen gaan helaas serieus kijken voor een foto. Een klein jongetje is gebiologeerd door Roelofs beharing.

    Het kleine meisje is heel verlegen, wat heel jammer is want ze heeft een prachtige lach.

    Deze twee dames zaten iets verder op maar waren nieuwsgierig naar de foto’s van de kinderen. Dat brak het ijs. Die oorbellen vind ik prachtig. De kleur van de muur ook trouwens.

    Daarna reden we door om een fruit picknick te houden. We gingen eerst naar een supermarkt. Heel erg leuk. Op de stoep zaten mensen schapenhuiden te naaien. Het bleek dat iets verderop een coöperatie was waar we gingen kijken. Weet niet wie het leuker vond, zij of wij.

    Ze hield stevig vast.

    Daarna door naar het veld. Mijn achtste hop die niet vastgelegd werd. De driver en chauffeur hadden van alles bij zich. Stoeltjes maar ook een tentje. En omdat de dreigende lucht al snel zijn ware aard liet zien zaten we met zijn allen in het tentje een klassiek Tibetaans spel Sho te spelen. Geweldig. Het fanatisme, van beide kanten.

    Sho

    Het leukste moment is wel als Roelof opeens ontdekt dat hij een handjevol schelpen heeft. Wat niet de bedoeling van het spel is. Thijmen leek te winnen maar na dat handje extra schelpen niet meer. Iedere keer als de driver Roelof ziet moet hij weer lachen.

    Door het fanatisme en de lol vertrekken we wat aan de late kant. En nu zitten we in een stortbui in de auto en wachten voor een grensovergang. Welke? We komen er niet achter. In stromende regen rijden we door de bergen over een hele hoge pas, dalen weer af. Worden overgebracht naar een elektrische bus om smog te voorkomen in basecamp en dan stijgen we weer tot 4990m. Naar het basecamp. Het regent nog steeds maar we vangen een glimp van Mount Everest.

    We eten Tibetaanse hotpot. Heerlijk.

    We hadden het heel primitief verwacht maar in onze tent met tweepersoons kamers een heerlijk bed met een dekbed en een deken en zelfs een elektrische deken. Enige nadeel: buiten- en hurktoilet, nee nog één hijgen bij het uitkleden.

    Blijft leuk

    Nu hopen op een blauwe lucht morgen.

  • 20 juli Sakya; energiestoring

    We voelend ons allemaal wat beter. Jelmer besluit met hulp van de gids tsampa te maken als ontbijt. Het is geroosterde gerstemeel en zoute thee met boter erbij. Onze gids maakte het vrij dik, een mevrouw verderop maakte een soort stevige pap. Jelmer vond het wel smakelijk, het dochtertje van de mevrouw kokhalsde bij iedere hap.

    Thijmen was ook tevreden er waren kipnuggets bij het ontbijt.

    Daarna de rit naar Sakya. Wat waanzinnig mooi. Prachtige vergezichten, kleuren en luchten.

    De toiletten onderweg zijn een gat in de grond. Mikken met diarree is oprecht niet te doen en plassen voor velen blijkbaar ook niet. Goor is een understatement. In dit en het hotel hiervoor het bizare andere uiterste, zelfs een verwarmde bril en billendouche met afstandsbediening.

    Voor het plassen heb ik de Liberpee bij me. Het is even oefenen maar je hoeft broek en onderbroek niet eens uit. Wat een verademing dat je niet op je hurken hoeft te zitten maar gewoon staand kan plassen. Dat je niet je kleren moeizaam van de grond houdt en tegelijkertijd probeert niet te vallen. Aan alle vrouwen: aanrader! Ik heb geen aandelen, maar briljant ding.

    In de namiddag gaan we naar Sakya Gompa. De lucht is zwart en we gaan goed voorbereid op weg: regenjassen en paraplu’s .

    Als we de eerste ruimte binnenstappen valt het licht uit. Het is magisch, de ruimtes alleen verlicht met boterkaarsen. Met de telefoon maken we wat foto’s. Ze zijn prachtig en geven misschien nog wel beter het mystieke gevoel weer. De pilaren zijn hele dikke bomen. Waar komen die vandaan? Het is een wonder volgens de gids.

    Als we weer buiten komen is het droog. De gids stelt een rondgang voor. Klinkt goed maar de trap naar boven is echt pittig. Maar boven is het uitzicht prachtig. Ik zie een hop vliegen, maar die beesten vliegen zo beroerd dat je niet kunt voorspellen waar je scherp moet stellen.

    Wij dachten dat het witte gebouw een meditatieruimte was. Het beek het toilet

    Er is ook nog een extra uitdaging, een soort wedstrijd die men hier doet. Een trap van 40-50 treden op lopen zonder onderweg adem te halen. Thijm haalt het, Jelmer op één trede na, Roelof op een tree of 5 en ik? Ik heb het niet geprobeerd. Mijn benen zijn op het platte met ademhalen al pap.

    De stroom is nog steeds uitgevallen als we willen eten. In het hotel is geen werkend restaurant “no electricity, no food” dus we dubben wat te doen. Toevallig treffen we de gids en driver in de hal die voorstellen om samen op zoek te gaan naar een restaurant met stroom. Wat ook lukt na even rondrijden. Er spelen twee allerschattigste kinderen buiten die bij het restaurant horen, ik ben te moe om ze op de foto te zetten.

    We bestellen thee, zwart en zonder zout waar de bediening om moet lachen. En noedels. Ik heb hoofdpijn en krijg het nauwelijks weg. Boven de 4000m en ik zijn geen vrienden. Thijmen wil nog wel wat en kijkt in mijn kom en zegt dan: “je hebt nauwelijks gegeten mam. Het hoeft niet op …… maar ik verwacht nog wel 57 hapjes van je.” Gelukkig hoeft het niet echt maar bij het hotel aangekomen krijg ik wel de opdracht een mueslireep en ORS te nemen. Grappig hoe de relatie verandert in de loop van je leven. (Tip de ORS van de DA granaatappel-sinaasappel is het best weg te krijgen. De huidige smaakt naar Bubblelicious en is zo smerig, ik ad hem om hem zo snel mogelijk op te hebben)

    Ik lig op bed en kijk naar alles wat elektrisch gaat in deze kamer, het is zo niet wat ik verwachttte in Tibet, er is zelfs een Chinese Alexa. Dan komt een appje van Jelmer: “de Chinese Alexa negeert ons sinds Thijmen er nep Chinees tegen gesproken heeft. Je ziet gelijk hoe onhandig deze ver doorgevoerde elektrische huizen zijn, bij stroomuitval kan je niet eens je toilet doortrekken.

    Waarschijnlijk is al deze luxe omdat het 60 jaar geleden is dat Tibet een onderdeel van China werd en dat feit gevierd moet worden met bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders. En omdat veel huizen en hotels opnieuw opgebouwd moesten worden na de aardbeving begin dit jaar. De combi levert een ander Tibet dan ik dacht.

  • 19 juli Shigatse

    Vannacht was bagger. Ik had echt lucht te kort. We zaten natuurlijk ook op 4000m en we hadden de hele dag veel hoger gezeten. Ik ben moe, slechtgehumeurd en heb lichte hoofdpijn. Klinkt alles samen als last van de hoogte. Het ontbijt was smerig en op de slaapkamers werd gerookt. Verschraalde rooklucht, wat wil je nog meer. Had ik chagrijnig genoemd?

    Het paleis op de heuvel

    Gisteren kwamen we te laat aan in Shigatse voor Pelkor monastery en daar beginnen we vandaag mee. Het is een mooi vrolijk gekleurd klooster. We leren steeds meer over de boeddhistische goden, koningen en beschermers. Ik hou van het kleurrijke.

    We moeten naar boven en ik ben na 15 treden al beroerd buitenadem. Helemaal boven doe ik eerst een hyperventilatie sessie. Thijmen en ik zitten in het team slecht vandaag. Jelmer en Roelof gaan goed.

    Er zijn heel veel oude bezoekers. Ze zijn prachtig, maar de leeftijd is moeilijk in te schatten. Oud. Ouder dan de twee vrouwen waarmee we in Sera spraken en die waren achter in de 60.

    Weer afgedaald vindt de gids dat we eerst in het theehuis wat moeten drinken. Lijkt mij een goed plan. Ik vraag om zwarte thee. Helaas krijgen we zwarte thee met zout. De boter hebben we nog maar even overgeslagen. En het is niet eens zo vies als je zou denken, alleen anders. Er zitten prachtige mensen om ons heen, Tibet is niet mild voor de huid.

    De eerste die ik vraag voor een foto geeft schoorvoetend toe. Dan vraag ik de gids om twee oude dames te vragen of ik een foto mag maken van hun theeritueel.

    Ze zijn eye-candy, ze komen na elkaar binnen en begroeten elkaar allerhartelijkst. Degene die er al zat heeft een dun blauw porseleinen kopje met een gouden voetje, ze houdt de thermos met zoete melkthee omhoog. Haar vriendin gaat zitten en pakt haar tas. Er komt een gehaakte sokvormige zak uit met een trektouwtje. Uit de sok komt iets in lappen gewikkeld en als ze het uitpakt komt er eenzelfde fragiel kopje uit. Ik zit ondertussen ongegeneerd te staren. Er komt weer een “sok” tevoorschijn, hieruit komen twee plastic zakjes.

    Hier vraagt de gids toestemming. Volkomen verlegen houden ze hun handen voor hun gezicht. En giechelen. Het mag niet. Bij herhaling. Maar we wisselen wel welkom en hallo uit. En dan komt de ene zak onze kant uit. Gedroogde yakkaas. We pakken het kleinste stukje dat kan en vinden het niet vies. Behalve Thijm die met grote wanhoopsogen en iets achter zijn kiezen zit. Daarna komt de tweede zak langs met gedroogde abrikozen. Hoe kun je dit afwijzen en uitleggen dat dit voor ons riskant is? (Dus Bram misschien ben ik nog eerder de sigaar dan jij). We nemen vriendelijk afscheid. Wat een prachtmensen.

    We rijden weer. Minder mooie route want langs de kant veel bomen en struiken die het uitzicht belemmeren.

    En dan zegt de gids dat hij kan stoppen bij een Tsampafabriek. Tsampapap het nationale ontbijt. Laten we het doen. We stoppen bij een oudgebouw, er zit wel een man met een herdershond, en lopen er omheen naar een ruimte waar een riviertje onder loopt met een schoeprad. De deur zit dicht met een oog en een reep stof. Er is geen licht en er hangt een grote puntzak met geroosterde gerstkorrels en een draaiende molensteen eronder. Het is altijd mooi: het beeld dat een woord oproept en hoe dat afhankelijk van je voorgeschiedenis een totaal verschillend iets kan zijn.

    En vlak voor dat we de stad inrijden grote borden waarvan we alleen 1965-2025 snappen.

    Eigenlijk bedenk ik dat ik moet slapen. In ieder geval niet nog een gebouw beklimmen. Maar we moeten eerst eten. Het is hier heel gewoon in een restaurant om totaal digitaal te zijn. Gelukkig ook het werken met vertaalapparaatjes.

    We bestellen met heel veel inzet van twee jonge meiden in de bediening wat gerechten maar mogen niet 4 dingen bestellen. Oh ja dit weten we uit China, de klank van 4 klinkt als dood en wordt niet gebruikt. Dus soep erbij. Het is heerlijk en eerlijk is eerlijk, ik knap er van op.

    De grote baas als hij zijn leesbril vergeet

    Thijmen en ik doen een siësta. We vinden het moeilijk om dit tegen de gids te zeggen. Hij doet zijn werk met hart en ziel, we willen hem niet kwetsen.

    Jelmer en Roelof gaan naar Tashilungpo klooster, waar de Pänchen lama al sinds de 4e Pänchen verblijft. Er is een enorme Boeddha van brons, 37 meter hoog. Jelmer vertelt enthousiast hoe indrukwekkend hij de straat met bomen van gemiddeld meer dan 200 jaar oude bomen vindt.

    De grafstupa’s van de Pänchen lama’s zijn hier. Tijdens de culturele revolutie zijn de grafstupa’s van Pänchen lama’s 6 tot en met 8 vernietigd. De 10e Pänchen lama heeft geprobeerd zoveel mogelijk relikwieën en resten terug te vinden om hen met een grote gezamenlijke stupa te eren. Ook zijn grafstupa is hier.

    Jelmer en Roelof hebben het briljante plan dat Thijmen en ik wel drie rondjes om de healthstupa kunnen doen. Misschien dat we hoogteziekte korting krijgen.

    Ze hebben ook nog een stukje geprobeerd de vloer in de tempel schoon te maken. Een grote zandzak met een doek eronder. Hiermee vegen de monniken de zalen. Zowel Jelmer als Roelof is onder de indruk van het gewicht.

    ‘s Avonds besluiten we een snel soepje in hetzelfde restaurant te eten. De serveerster bedenkt soep met dumplings. Goed plan. En we willen zwarte thee. Ze blijken een theekaart te hebben met wel 30 zwarte theesoorten. We vragen haar om advies en volgen op wat ze zegt.

    Een heel ritueel volgt. Met heet water de thee drie keer spoelen. Dan de theepot op het vuur en laten koken tot de kleur goed is. Uitgieten. Weer water erbij. Echt verrukkelijke thee.

    Zo deed hij het dus niet. Dit is Jelmers methode.

    De soep met dumplings is een uitdaging omdat je de gladde dumplings met stokjes uit de soep vist. Er zijn verschillende methoden. Jelmers werkt het best. Na een slechte start volg ik Jelmers tactiek met groot succes. Roelof prikt ze er gewoon aan als het niet lukt en Thijmen houdt de kom bij zijn mond en roert ze naar binnen

    Voor nu Slaaplekker en voor morgen gezond weer op.

  • 18 juli eerste dag onderweg

    We beginnen met ontbijt, daarna pakken en 10.30 uur vertrek.

    Aan het lokale ontbijtgerecht Tsampa, een basis van geroosterd gerstemeel, gemengd met boterthee, boter en soms wat suiker en yakkaas hebben we ons nog niet gewaagd. Trouwens aan de boterthee ook niet. Soms krijg je gewone thee in een aardewerkmok daar hangt dan vaak de geur van boterthee aan, ranzig.

    We rijden, om ons heen auto’s met “build your dream” Roelof is onder de indruk van een boeddhistische leus op de achterklep. Wat mooi dat je positieve gedachten meegeeft. Tot hij erachter komt dat het om BYD gaat; een automerk met een systeem om de hele accu te wisselen. Weg droom.

    Over dromen gesproken. Deze rit van Lasha naar Gyantse. Wat een waanzinnige rit. Het ene uitzicht nog mooier dan het andere: op en naast de weg schapen, koeien en yaks.

    Er rijden hier heel veel oranje Tanks. Een soort namaak Jeep. Maar de kleur is puik. Helaas op de foto lijkt hij roder.

    De gids zei dat we Tibetaanse Mastiffs konden bekijken. Ik, met mijn domme hoofd, dacht een fokker of zo iets. Helemaal enthousiast, komen we op een parkeerplaats…. Neen geen fokker, het zijn uitgestalde honden waar je voor 20¥ mee op de foto mag. Het is zielig. Er zijn ook babygeitjes met roze bloemetjes in hun haar. En yaks met bloemen aan hun hoorns. Toen de zoveelste Chinese dame met me op de foto wilde zei ik 20¥ en moesten we beiden lachen.

    Gelukkig snapt onze gids dat we niet enthousiast worden van prullen en yaks met zonnebrillen en even later stoppen ze aan de kant, zomaar ergens, een stuk grond met koeien en marmotten.

    Daarna rijden we door naar Yamdrok lake, een prachtig meer. De kleur… het verandert met de zon en de wolken

    Overal die gele velden; koolzaad groeit overal.

    Gisteren vertelde de gids dat hij met mensen op vogeltoer was geweest, hij wist niet dat er zoveel soorten waren. Natuurlijk zochten wij ze later op.

    De zwarthalskraanvogel is in Tibet van maart tot oktober. De gids zoekt ook als we het hem vragen, maar we hebben geen permit waar ze zitten. Roelof kijkt ook en vindt uit dat ze ook rond dit meer aanwezig moeten zijn. Eerst ziet Thijm er twee vliegen, daarna ik één, maar niet duidelijk genoeg om een foto van te maken. En dan zie ik er twee in het land, we zitten te juichen in de auto. De driver zet de auto aan de kant en als ik de foto maak hebben ze ook nog twee kuikens. Wat onvoorstelbaar tof.

    Nog even over de permits; onze hele reis is per dag vastgelegd waar we naar toe gaan en wat we gaan doen. Met een erkende gids. En overal hebben we eerst toestemming voor nodig. Je kunt dus niet opeens denken we rijden even langs het kraanvogelmeer bij Lhasa.

    We rijden de volgende pas op waarbij we tussen gletsjers rijden. We komen ogen te kort. Zo afwisselend, zo mooi. Het is wel een pittige dag qua hoogte en bij de gletsjer heeft Jelmer er last van. Gelukkig met ORS en Ibu weer onder controle en daarna dalen we ook weer af.

    En dan komen we bij een stuwmeer. Er zijn heel veel gebedsvlaggen, ze ruizen in de wind. Het is zo indrukwekkend. De drone van de buurman die je hoort is iets minder, maar hij heeft vast geweldige beelden.

    Briljante foto tegen de zon in
    De dam aan de andere kant

    Wat een waanzinnige dag. Als toetje proberen we eten te bestellen in een restaurant met een digitale kaart en digitale betaling. Het is dat het personeel zo aardig meewerkt dat we toch nog vulling krijgen.

    Speciaal voor Daan
  • 17 juli geduld wordt beloond

    Vanochtend om 8 uur togen Roelof en ik naar Jokhang tempel. We wilden de Chinezen toeristen vermijden en dachten dat het rustig zou zijn. Het was erg druk met Tibetanen die de rondgang rond de tempel, de kora, lopen. Dus druk maar wel heel gaaf. We liepen mee en om ons heen prachtige mensen. Bij de tempel is er een speciaal ritueel om het beeld van de Bhoeda te aanbidden, prosternatie waarbij de gelovige zich op de grond werpt. Het lijken een soort burpees volgens Thijmen.

    Een lange rij om op het plein te komen,
    nog niet eens de tempel in
    De “rustige” omgeving
    Dit kleine jongetje, zo schattig. Hij kwam aanlopen met zijn helikopter.

    Daarna ontbijt, de yoghurt is hier heel erg zuur met geplette gerst en wat noten. Een aantal lepels honing helpt. Of wit brood dat je kan toasten in een zeer eigenzinnige broodrooster. Roelof had gisteren de binnenkant uit het brood gebrand.

    Daarna naar de Jokhang tempel. Lhasa betekent plek van God, maar pas als je het 2500 jaar oude gouden boeddhabeeld van de 12 jarige Boeddha hebt gezien kun je zeggen dat je in Lhasa was. Er waren drie gouden beelden van Boeddha op 8-, 12- en 25- jarige leeftijd, helaas zijn de andere twee vernietigd in de loop der tijden en is dit voor alle boeddhisten ter wereld het enige beeld van de echte Boeddha.

    Het is mooi: we zien hoe ze een dak met klei bedekken. En glad strijken met een platte steen.

    Daarna gaan we thee drinken in een theehuis. Het zit bomvol met Tibetanen aan lage tafels en banken. Een beetje als Oktoberfeesttafels met korte pootjes. Je haalt een glaasje en krijgt er kokend hete thee met melk en suiker in geschonken door een mevrouw met een enorme ketel. Ik ben trots op mezelf. In al mijn jaren Engeland is dit nu het enige wat ik nooit weg heb kunnen krijgen, maar hier kan ik niet weigeren. En we eten een bowl noodles. Pittig lekker.

    Thijm zit achter Jelmer

    De Chinese toeristen verdienen nog uitleg: ze doen hun versie van Tibetaanse klederdracht aan en schminken zich te wit. Daarna volgen fotosessies voor Tibetaanse gebouwen die historisch belangrijk zijn. Ze staan rustig midden op de kora wandelroute en zijn geïrriteerd als mensen in beeld lopen. En het zijn er honderden (de toeristen, niet de gebouwen). Het doet zo denken aan een ooit authentiek dorp in China (ik denk dat het Pingling was). We waren er in 2012 en vonden het door het Chinese toerisme vernietigd. De buitenkanten van de straten waren opgepoetst en je kon er alleen nog bellen en sjaals kopen. Soort Walt Disney versie van het echte verhaal.

    We zitten aan de voet van het Potalla palace en hopen dat de gids iets regelt. Ons tijdslot was net naar binnen, we zagen de groep nog en sloten aan, maar het hek was al dicht, daar waren we door geglipt, dat is waar. En we zijn natuurlijk in deze contreien nogal in het oog springend, dus zeggen dat we al lang in de rij stonden lukt ook niet.

    Er staat één machtswellusig baasje: hij staat bij de deur en kan ons weigeren. Tsja jammer dat we net iemand treffen met een machtspositie en dat hij die graag wil laten gelden. En hij heeft gelijk, ondanks een run van het theehuis hier naar toe, we waren te laat. Onze gids had op een langere rij gerekend. “We kunnen naar binnen tussen 14 en 15 uur,” had hij gezegd.

    De afgelopen 1,5 uur heeft onze gids aan alle bomen geschud om ons toch naar binnen te krijgen, maar ik zie het somber in. Het is wel zuur. In Tibet zijn en het Potalla palace niet in mogen. Er zit ook nergens in onze dagen ruimte om het daarna nog te plannen.

    Het is 15. 35 uur en we mogen naar binnen WE MOGEN NAAR BINNEN! Wie had dat nog gedacht. Na 15.30 uur worden normaal geen mensen meer toegelaten. Het laatste half uur kwamen steeds mensen van het team “ze komen er niet in” om de hoek kijken hoe wij rustig en vriendelijk zaten te wachten. We moeten alleen wel in marstempo. En gezien de hoogte van het gebouw en dat we in het bruine deel moeten zijn ben ik wederom heel dankbaar voor Michels kniebraces, (365 treden om boven te komen) die hebben me al door menig vakantie-avontuur heen geholpen. We komen onze gids van eergisteren ook nog twee keer tegen. Ze begroet ons als oude vrienden.

    We rennen om voor sluitingstijd door de 3 controles te komen.

    In de laatste groep

    Er staan stupa’s (begraafzuilen) van de vorige Dalai lama’s in goud. 8000 kg aan goud voor één begrafenis stupa (geschatte waarde 480.000.000). Er staan er vele. We zijn gestopt met rekenen. Thijmen leest net, op een mogelijk niet betrouwbare site, dat de helft van al het goud van de wereld hier ligt. Er zijn enorme Mandela’s in beeldvorm, ze zijn verstillend mooi, en van goud. En er is een intrigerend manshoog apparaat ook van goud waarmee enkele toplama’s de datum en de tijd kunnen berekenen. Onze gids hervond zijn rust en maakte een grapje: “touristen vragen me soms hoe het werkt maar als ik dat zou kunnen zou ik een andere baan hebben”.

    Belangrijke foto voor onze gids

    Op de weg naar beneden mag ik Jelmers arm vasthouden, jullie snappen dat de rollator ongeveer is besteld. Maar ik vertrouw mijn knieën als ik moe ben niet op de trap. Better safe than sorry!

  • 16 juli, Ganden klooster

    Vandaag begonnen we met een rustige start. 10 uur vertrek naar Ganden. Roelof en ik versliepen ons, we hadden om 9 uur ontbijt afgesproken maar om dan 8.58 op te staan wordt krap. Thijm was er ook nog niet. Hij voelde zich slechter dan gisteren en vroeg zich af hoe verder. Hij bedacht daarbij vooral rampscenario’s. En Roelof deze ochtend omschrijven… misschien als een tractor in de winter; en hij moest vrij lang voorgloeien. Jelmer en ik waren ook niet vooruit te branden en voelden ons brak, maar wij waren in de beste conditie.

    Grappig was dat wij onszelf allemaal zielig stonden te vinden. En de gids naar onze ademhaling, kleur en nagelbedden keek en “goed, goed” zei en vrolijk lachend in beweging kwam. Op naar Ganden wat wel wat hoger ligt, gelukkig dalen we na een paar uur weer af.

    Mensen kijken onderweg. een genot.

    Best hoog Ganden, de Mont Blanc is 4800m hoog

    Ganden is een prachtig klooster gesticht in 1409. Het oudste Gelugpa in Tibet. We wandelen eerst een kora om het klooster, een heiligengang, maar dan met boeddhistische heiligen. Waanzinnige uitzichten. We zien prachtige gieren vliegen en komen er daardoor achter dat 90% van de Nepalezen airburials hebben. Dat houdt in dat je lichaam (na de dood) in stukken aan de gieren gevoerd wordt.

    De eerste meester Tsongkhapa koos ervoor om niet reïncarneren. Het schijnt dat je die keuze hebt. Zijn leerling volgde hem op, de derde reïncarnatie van deze leerling kreeg de titel daila lama. Daila lama betekent ocean of wisdom.

    Wij zijn zulke mazzelaars vandaag werden er examens afgenomen op Gamden. Dat gebeurt op vijftien aaneensluitende dagen per jaar. Het is zo onwijs indrukwekkend: de kleuren, de geuren, de geluiden, het gevoel bij de mensen, wat een feest dit land.

    De zaal is nog veel breder, aan beide zijden vele rijen monniken.
    De mannen aan de zijkant zijn meester
    en geven cijfers
    Hij kijkt zo trots
    en neemt op zijn telefoon het debat op.

    De gids en driver waar we willen lunchen boven of in Lhasa. We denken dat afdalen slimmer is, gezien hoe we ons voelen. Dan weet de gids wel weer een neef. Roelof heeft voor we vertrekken nog een handen en voeten gesprek met onderstaande drie monniken over een auto.

    We parkeren in Lhasa. En lopen en lopen, de driver kijkt in alle dwarsstraten, er wordt druk gebeld en gediscussieerd. Dan houden ze een taxi aan. Wij volgen als lammetjes. De jongens en ik samen met de gids in een taxi, Roelof met de driver nemen de volgende, maar als dat niet snel lukt gaan ze in een riksja (Roelofs voorstel) en begint de zoektocht naar het restaurant opnieuw op een andere plek. (Er schijnt een filmpje van te zijn, we moeten dat de driver ontfutselen.)

    Logisch dat het lastig te vinden is. Als teveel mensen het vinden is het niet lonely meer. Het eten is heerlijk. We zijn een attractie en we praten met handen voeten met onze buurtafel. We lopen terug naar het hotel, lezen wat, doen een spelletje en schrijven de blog en eten op de binnenplaats omdat het er zo mooi is.

    Na het eten, de jongens zijn al naar boven, krijgt Roelof een hapje om te proeven: bladerdeeg met kaas, ik denk aan Mery’s gebakje met kaas en neem blij ook een hap. YAK, ik weet waar het woord jakkes vandaan komt, een soort ranzige droge yak kaas.

    (Heeft iemand nog een tip voor droge neusen op hoge hoogte?)

    (En met Louis gaat het veel beter, de prednison wordt afgebouwd en hij rent weer.)

  • 15 juli, kloosters en goede gesprekken

    Onze gids komt niet opdagen om 9 uur. Wel onze driver. Daarna wordt er door hem heen en weer gebeld. En daarna krijg ik onze vaste gids met veel verontschuldiging op het oortje, de invaller die hij gevraagd had is niet op komen dagen en of wij het erg vinden als er een andere gids komt. Tuurlijk niet, en eerlijk gezegd: die trage start past ons precies.

    Onze buurman

    De nieuwe gids heeft tintelde ogen en een stralende lach en is een wandelend geschiedenis boek, ze heeft op al onze vragen antwoorden. En wij hebben altijd veel vragen en, ook niet onbelangrijk, ze spreekt verstaanbaar Engels.

    Drepung Monastry is onze eerste stop. Gebouwd op een heuvel met rondom stenen als rijstkorrels.

    We mogen binnen niet fotograferen wat wel jammer is. In de zalen die we bezoeken worden melk en boter geofferd. De boter wordt in een grote bak met lonten gegooid. Er hangt een ranzige lucht.

    In een grote zaal zitten 60 monniken mantra’s op te zeggen. Het is grappig om het verschil in leeftijd van de monniken te zien, van jonger dan J en T en ouder dan R en I.

    Daarna gaan we lunchen. De gids vraagt voorzichtig of het in een echt Tibetaans restaurant mag. En dat lijkt ons leuk. Het is in zomaar een straatje een klein restaurant met alleen maar Nepaleze klanten. Het is heerlijk, we leggen wel uit dat onze darmen alleen gekookt, gefrituurd of gebakken eten verdraagt omdat we anders ziek worden.

    Wij zijn favoriet fotomateriaal, Thijmen het meest.

    Daarna door naar Norbulingka het zomerpaleis van de Dalai Lama, opgericht door de zevende, daarna door de opvolgenden bijgebouwd. Heel veel groen in de enorme tuinen. En we bezoeken de woningen van de 13e en 14e Dalai Lama. Mooi een hele kamer met op de muur schilderingen van het ontstaan van de wereld tot het vertrek van de 14e Dalai Lama. de gids vertelt vol passie over alles wat er te zien is.

    Maar het hoogtepunt van de dag is toch wel Sera Monastery, we zijn er om 15 uur en we zien en horen het debatteren van de monniken. Eén zit op de grond en wordt ondervraagd door een ander. Het is indrukwekkend, ik moet jullie even spammen met foto’s.

    Maar het leukste is het gesprek met twee oude dames en onze gids die tolkt. We bespreken van alles en ze twinkelen van nieuwsgierigheid naar ons en ons leven.

    Jammer ze gaan netjes zitten voor de foto.

    En gewoon de mensen om ons heen. Zo veel mooie beelden. Zoveel indrukken. Wat een aardig volk en hoe makkelijk maken we contact met handen en voeten.

    En nu zijn we munt. Roelof slaapt al. Jelmer en ik gaan een spelletje doen.

  • 15 juli Phoah hoog hier.

    Eigenlijk denk ik dat ik deze blog in tweeën moet splitsen. voor jullie beeld Lhasa ligt op 3656 meter hoogte. En we zitten in een prachtig hotel in de oude stad.

    Gister in de namiddag toen we naar het hotel reden had ik al een beetje hoofdpijn. Het naar voelen nam alleen maar toe en ik had het koud en was rillerig. Ik voelde me al heel snel hondsberoerd. Tijd om de ORS uit de tas te halen en de paracetamol, en onder de deken rillend even te slapen. De gids had gezegd dat we niet mochten douchen vandaag en goed moesten eten 3x per dag. En als we hoofdpijn hadden betekende dat welkom in Lhasa.

    Toen het etenstijd was voelde ik me zachtgroen. Maar jullie kennen me volgzaam als ik ben toog ik met de mannen naar beneden om wat te eten. Saag paneer. Een soort soep van spinazie. Met wat naan erbij. En eerlijk is eerlijk: ik knapte er van op. En daarna dronk ik de thee die ze hier adviseren voor hoogteziekte. Weet niet of het hielp maar het zag er wel mooi uit.

    Jelmer volgde mijn patroon nam ook ORS en sliep en had dezelfde ervaring bij het wakker worden of hij onder een vrachtwagen had gelegen. En ook hij knapte op van het eten en de thee. Wij waren in de nacht al een stuk beter.

    De andere twee hadden nergens last van, Roelof heeft zelfs nog flessen water voor ons gehaald. Wat wij, Jelmer en ik, wel een beetje oneerlijk vonden.

    Dat veranderde in de nacht, Roelof had knetterende hoofdpijn en voelde zich beroerd. Ergens halverwege de nacht heb ik nog ORS voor hem gemaakt en pijnstillers opgezocht.

    Thijmen deed het nog een graadje erger met overgeven erbij. what’s app is een soort roulette hier met wel of niet doorkomen van berichten en onderstaande berichten kreeg ik bij het ontbijt. Jelmer heeft voor Thijmen gezorgd.

    Roelof is teleurgesteld over zijn lijf dat hij zo’n last van de hoogte kreeg, dat had hij niet verwacht. En we hebben allen bij de ander Cheyenne stokes ademhaling bemerkt waar we allemaal onrustig van werden. Soms helpt het niet om geneeskunde te hebben gestudeerd (te studeren).

    Bij het ontbijt voelden we allemaal wel wat, het zat tussen overreden door een vrachtwagen en wat brak, maar we besloten dat we vandaag wel rustig dingen konden doen en zonodig terug naar het hotel. Gelukkig kozen we dat.

  • 14 juli, vliegveldperikelen

    Man heb ik slecht geslapen. En dan gaat om 4.25 uur de wekker. Thijm zit in mijn club met slecht slapen én hij heeft een muggenbult op zijn wang. Dus hij wint. We krijgen packed breakfast mee. De auto is keurig op tijd en de wegen zijn verlaten. Bizar in vergelijking met gisteren.

    Het ontbijt bestaat uit een ei, een banaan en een dubbele boterham met heel dik boter. Ik kokhals al als ik er naar kijk. Roelof maakt twee happen meester, Jelmer één, Thijm en ik krijgen zelfs dat niet voor elkaar.

    De vlucht van Kathmandu naar Lhasa is waanzinnig. Nog nooit zag ik zulke uitzichten. De Himalaya, een heel brede rivier, in India heet hij Brahmaputra, in Tibet Yarlung Tsangpo, iedere volgende blik was weer adembenemend mooi.

    Het is opvallend dat de grond in Tibet in rechthoeken is verdeeld. Dat had ik niet verwacht. En het vliegveld is bizar modern.

    Bij het eerste poortje gaat het helaas gelijk mis, automatisch wordt de temperatuur gemeten en Jelmer wordt eruit gehaald. Te hoge temperatuur. Met de hand gemeten 36,5 maar beter het zeker voor het onzekere nemen. Hij werd grondig geswabt. Zijn huig wordt 4x rondom gedaan. Hij neemt het rustig op. “I’m hot”

    Vervolgens moesten we onze vingerafdrukken digitaal geven. Een mevrouw probeerde aardig mee te helpen en drukte op mijn vingers. Niet het fijnst en het werkte niet erg goed. Maar gelukkig lukte het uiteindelijk. Een mijnheer naast ons heeft het denk ik wel 8 keer gedaan. Uiteindelijk zelfs nog 3x met inkt op zijn vingers. Zijn hele familie stond om hem heen. Vrouw en twee dochters, zelfde leeftijd, werden er somber van. Ik probeerde ze op te vrolijken en maakte een opmerking die er een stuk schunniger uitkwam dan ik bedoelde. De jongen waren geschokt. Ik zelf ook, maar al snel moesten onze dochters en zoons er toch echt om lachen. En van de jongens moet het in de blog dat had ik dan weer niet gedaan.

    Een ander heikel punt was mijn paspoort dat nat geworden was in Oman. De mevrouw achter de balie was oprecht onthutst over zoveel onoplettendheid. Dat je je paspoort nat laat worden. Ik probeerde uit te leggen dat we het juist heel goed wilden doen in een waterdichte tas, maar zoveel Engels sprak ze niet.

    (Er mogen geen foto’s op het vliegveld)

    We reden langs het Potala palace. 13 verdiepingen hoog.

    En nu zitten we in een prachtig hotel in oud Lhasa en mogen verplicht niets doen en we moeten eten en drinken. Jasmyn zou trots op ons zijn. Buiten zijn de prachtigste mensen maar ik hou me toch maar aan de opdracht.

  • 13 juli Kathmandu

    We slapen uit, of liever we vergeten de wekker te zetten. En dus zijn we om 9.30 uur wakker. Jammer want ik las dat het Durbar plein in alle vroegte het mooist was.

    In de late ochtend is het ook prachtig. Het is alleen veel warmer.

    Goddank hebben ze hier nog mensen die oude ambachten bedrijven. Zodat, na de aardbeving in april 2015, de UNESCO werelderfgoed gebouwen gerenoveerd konden worden. Gelukkig bleef veel ook intact. Het houtsnijwerk, de gesteenhouwde stukken, de gebouwen, zijn ontroerend mooi!

    De mensen zijn aardig en prachtig om te fotograferen. Soms met zoom, maar vaak gevraagd. Ik geniet.

    We hebben Kumari, de afvaardiging van Durga gezien (de godin van bescherming, moederschap, kracht maar ook vernietiging en oorlog). Haar verkiezing is een bizar ritueel; waarbij ze tussen de 3 en 5 jaar oude meisjes allerlei tests laten ondergaan om te tonen wie de ware reïncarnatie is. Bijvoorbeeld een nacht in een kamer met dierenoffers zijn en niet huilen. Als ze bloedt; door verwonding of menstruatie wordt er een nieuwe gezocht. Dat ze haar hoofd door een raampje stak, daar mocht je helaas geen foto van maken. Maar was wel een uitzonderlijk moment.

    https://kathmandupost.com/national/2024/08/01/the-kumari-tradition-lives-on-balancing-ancient-and-modern-values

    En natuurlijk wil onze gids graag een foto van ons maken. Succes als altijd verzekerd. Thijmen werkt tenminste mee.

    Daarna hebben we heerlijk gegeten en vooral gedronken. We willen met een taxi naar een Stupa. Er is niet veel keuze en kruipen met zijn viertjes in een Suzuki Alto; we hebben wel eens ruimer gezeten.

    Boudhanath stupa, eerst gebouwd buiten Kathmandu, trok in de loop der tijd zoveel gelovigen dat er een wijk omheen ontstond.

    Het gebouw is mooi. We lopen mee met de gelovigen. Het mooiste vond ik een moeder met een arm om haar monnikzoon. De trots. Ontroerend.

    We kunnen op het eerste dak. Je staat onder de vlaggen en het is indrukwekkend: Het ruizen van duizenden gebedsvlaggen. We lopen een rondje met de klok mee en dan gaan we snel bij een café binnen met uitzicht op de stupa omdat het stortregent.

    Fantastisch om al die voorbijlopende mensen te bekijken. Terwijl je droog thee zit te drinken.

    En dan terug naar het hotel, we noemen een tempel in de buurt, maar het gaat mis. We staan bij een verkeerde tempel. We discussiëren over de prijs en de afstand en dan haalt de chauffeur een andere chauffeur die ons naar ons hotel brengt.

    Wat een rit. Dit is spitsuur zoals het hoort: drie, vier rijen door elkaar. En de regen tussendoor, waardoor de wegen onderlopen. Een taxirit als avontuur.

    Morgen om 4.15 uur op vertrek naar Lhassa.

Familie van WelLingen