-
31 juli naar huis
Vanochtend om 6 uur de wekker. Om 6.30 uur pick up. We kregen weer packed breakfast, en gruwden alleen al van de gedachte van het broodje, maar een banaan en een eitje daar kan je even op teren. Maar dan worden we aangesproken voor de lounge. Als je nog een poos moet wachten is dat een goed idee. Betere stoelen. Meer ruimte en lekker eten. Yoghurt met muesli.
Het is een bizarre vlucht. We zitten op de stoelen met meer beenruimte en uitzicht op de toiletten. We denken dat 30-40% voor het eerst vloog. Niet wisten hoe ze een toiletdeur open maakten. Niet snapten dat “fasten your seatbelt” sign betekent dat je niet kan opstaan en naar het toilet kan gaan. Zelfde geldt voor het moment dat de landing is ingezet. Ik heb een mijnheer met hoge nood geholpen het toilet in te komen. En een angstige mevrouw, waar ik een paar vingers en een hysterisch oog van zag, om de deur voor haar te openen. 5 van de 10 mensen deden de deur niet dicht van binnenuit waardoor de ruimte donker blijft en het groene lampje blijft branden en anderen dus naar binnen marcheren. Het was bijna slapstick. Het ergste was wel dat Jelmer aangaf dat de man voor hem het gootsteentje als bidet had gebruikt. Bizar! En respect voor alle stewardessen.

Roelof deed nog even een “waar is mijn paspoort“ spel. Stress in golven over ons heen. Jelmer en ik bleven relaxt. Dat ding kan nooit ver zijn.

Op Doha wilden we de kunstroute doen. Helaas blijkt het een officiële route met een gids en niet een digitale. Dus doen we samen een kleine zoektocht.

Ik noem deze het laatste avondmaal, maar dat klopt vast niet. Noachs laatste maaltijd? (Waar de beesten zeggen: “We are having a friend for dinner”? (Tekst uit Silence of the lambs))

Maar hoe cool is het dat we hier een hop vonden. Na meer dan 15 pogingen in het wild eindelijk één die blijft zitten.

Als we zitten te wachten word ik wat chagrijnig iedereen op zijn telefoon. Ik had een boek mee moeten nemen. Ik heb een Tibetaans boek gekocht en een Nepalese krant maar om het te bekijken heb ik -je raadt het al- een telefoon nodig. Man dit is cold turcky afkicken.

Zie je de kruisjes voor de ogen. Alleen de tong uit de mond ontbreekt. Nog één vlucht naar huis. Die verloopt zonder spannende gebeurtenissen. Lisa en haar moeder verwelkomen ons op Schiphol. Nou ja vooral Thijmen. Thijmen geeft het cadeautje en dan blijken er kleine swastika’s op te staan. Ja we weten het, in hindoeïsme en boeddhisme een positief teken dat levenskracht en geluk symboliseert. Helaas is de associatie voor ons Europeanen toch echt anders.

Thuis met stofverf aangepast En nu rijden we naar huis 20 uur in touw met het en der een tukje. Straks heerlijk in ons eigen bed. Hopenlijk morgen weer een beetje in het ritme.
-
30 juli terug naar Kathmandu
We zijn om 7.15 uur beneden voor het ontbijt. Het is hier prachtig. Als je ooit naar Nepal gaat is deze plek een aanrader, hoewel minder tijdens de moesson.

Uitzicht bij het ontbijt 
Ik ging met Jelmer even bij het uitkijkpunt kijken. En daar onder plastic vond hij het skeletje van een gecko. Zo gaaf. Maar ik mag het niet meesmokkelen van de boys. Ik zag een hanger voor me skelet in epoxy, zij zien boze douane beambten.

We rijden trouwens vaak in electrische auto’s, ook lange stukken. En het stuk Kathmandu Chitwan (160 km) heeft zeker acht snellaadstations onderweg. (Met hele schone toiletten.)

De autostoelen zijn te kort, zelfs voor mij, en lijken een graad of vijf voorover gekanteld waardoor het een zes uur lange workout is. Vooral voor Jelmer en mij op de achterste rij. Ik mocht het laatste stuk voorin. Heerlijk!

All animals are equal, but some … Als je een maniak bent wordt je buschauffeur in Nepal, de rijstijl…. Kennen jullie de collectebus in Harry Potter? (The knightbus) Zo denken ze hier ook dat het werkt.

We rijden langs de rivier, drijfhout wordt uit het water gevist, omhoog gebracht, gedroogd en verkocht. Mooi. Ik probeer het vast te leggen maar het is als foto’s maken op een Rodeostier in volle vaart.

Hier moest een leuk huisje met gesprokkeld hout (rechts boven) op staan. In dit land draagt alleen de chauffeur een gordel en alleen de bestuurder van de motor of de brommer een helm.
We zien een reclamebord voor rafting. We hebben het over ons avontuur. Jelmer zegt dat die man mij voor de poorten heeft weggegrist. Wat is het gezegde, ik denk poorten van de hel, hij bedoelde hemelpoort. We grinniken en dan zegt hij: ”nou als jij naar de hel gaat mam, dan is dat een prima plek om te zijn.”
We zijn weer op ons eerste hotel, we zijn nog even de backpackbuurt ingewandeld. Allemaal kraaltjes en spiegeltjes. Ik heb op deze reis niets gezien waarvan ik dacht wauw! Wel thee geproefd, maar die kon ik dan weer nergens krijgen. En het spel Sho hebben we geprobeerd te kopen. ‘s Avonds en ook de volgende ochtend. Dat is jammer want het was echt een heel leuk spel.

Jammer, lemmet te groot.
Leek ons leuk naast het kaasplankjeIk heb net een klein mugje met echt helder zwart wit gestreepte pootjes vermoord. Waar is de deet!
Nog 1x hier eten morgen om 6.30 uur vertrek naar huis.
-
29 juli Chitwan NP
We beginnen om 6.30 uur met een kop thee daarna beging de kanotocht, we hoeven niets zelf. En we zien een aantal gahrialen en marsh muggers. Die eerste is erg bijzonder. En erg zeldzaam.

Na ongeveer 45 minuten gaan we aan wal en wandelen door de jungle. We hebben een ontbijtpicknick, heerlijk met samosa’s. Zoals Thijmen ooit zei toen hij poep, krabsporen of pootafdrukken zag: “We hebben bijna een tijger, een olifant en een lippenbeer gezien”. Gelukt is het met de Indische neushoorn.
We krijgen een uitleg wat te doen als we één van de vier tegenkomen. Geruststellend verhaal dit als je in het bos gaat lopen. In Kashiranga zagen we dat gidsen in de auto en met geweer stress hadden van olifanten. En dat een neushoorn toen een andere auto aanviel voelt niet rustgevend.

Ik heb dan ook gemengde gevoelens als we een neushoorn een bad zien nemen op een meter op 5-10 afstand. De twee even later, die op “veel te ver weg”, volgens Roelof, zitten passen me beter.

Dat grijze vlak is de neushoorn. We zitten op een uitkijktoren als we een sambadeer, een edelhert, horen aanslaan. Alarmroep, de gids zegt: “dit hoor je eigenlijk alleen als ze roofdieren zien”. Welke zijn er? De tijger en het luipaard. Laat mij maar even hierboven zitten. We zien hem niet. Zou ook bizar zijn op een jungle wandelsafari, maar toch …

Wat een leuke ochtend. Vanmiddag hebben we een gamedrive.
Om 14.30 uur gaan we op pad. Als we op de truck klimmen komt deze man voorbij. Hij heeft een paraplu bij zich voor de dreigende bui en een klein houten stokje. Dus geen nare haken of andere ongein.

We genieten. Op een bepaald moment zegt een gids van een andere auto dat er een tijger gezien is. Wij zijn zo achterdochtig, we vragen “door een gids of door een gast?“. Een gast, we zijn het gelijk eens dat het waarschijnlijk een spotted deer was, die hebben wij ook allemaal voor tijger aangezien.

Jakhals 
Sambadeer, mooi hè die oren 
Makaak 
Heel veel prachtige vogels. We zien veel, vogels, neushoorns, jakhalzen, het is een leuke middag. Ik voel me heel gehandicapt zonder telefoon en camera. Want die laatste doet sinds gisteren ook niets meer.
Roelof laat zijn bril van zijn hoofd waaien, gelukkig nog heel.

Als we aan tafel zitten komen de gidsen ons de tip geven om eind februari of in maart te komen. Dan zie je veel meer. We wilden dat onze verrekijker, die dubbelziet, beter was. Dan hadden we die aan de jongste gids gegeven. Hij is echt goed maar heel verlegen en hij heeft een slechte verrekijker.
En nu hebben we gepakt en liggen we in bed. Morgen 8 uur die hellroad naar Kathmandu
-
28 juli Shitweg naar Chitwan
Vanochtend moesten we om 4.30 uur op. Niemand van ons had meer dan 3 uur de ogen dicht gehad. Om 5 uur ontbijt en om 5.30 uur rijden. Liefst wat eerder. Wie er ook kwam geen driver. Ik was er wel blij mee want ik had mijn eerste darmkramp. Om 5.45 uur vertrokken we en Roelof mopperde dat hij hier niet van houdt: “wat als we een lekke band krijgen?” Om dit te bevestigen stoppen we bij de bandenman. Hij wordt uit bed gerammeld. We rijden weer om 5 km verder weer te stoppen bij de volgende bandenman. Dit keer wordt er een plug in gedaan. Uiteindelijk een uur te vroeg zijn we als eersten in de wachtruimte van het vliegveld.
We worden opgehaald in Kathmandu. We hebben een vrouwelijke driver. Ze is goed. Pittig, stoïcijns, dit verkeer is bizar: de rijbanen schuiven in elkaar, door elkaar. De weg is verschrikkelijk slecht. Gaten, zand, beton en asfalt wisselen elkaar af.


Ze stopte bij een grote hangbrug. We lopen erover heen en kijken naar het kolkende water. “Kijk”, zegt Jelmer: “jouw slippers”.

Dit is echt wildwater En even later stopt ze bij een stuk bos waar een neushoorn in staat te grazen. Wat cool!

Prachtig beest En dan komen we aan in Chitwan. Sapana Village loge. What een gave plek. 50% van de verdiensten wordt teruggesluisd naar de omgeving: scholen, gezondheidszorg, microkredieten, vrouwen opleiden. En het is hier prachtig. Helaas, door de ingezakte brug in Tibet en daardoor omrijden, een dag minder dan wij hadden gepland.
De weg was een shit weg. Als je over 140 km meer dan 6 uur doet mag je dat zeggen. Maar Chitwan laat al meer zien dan gehoopt. En het hotel is prachtig. En nu ben ik kapot en ga ik slapen.
-
27 juli All is well that ends well
Het was vreemd wakker worden met een appje van de reisorganisatie die ons goedemorgen wenste. Oké…
Daarna kregen we nog een appje dat zij de kosten voor het hotel op zich zouden nemen en dat ze raften voor ons georganiseerd hadden.
We waren wat verbaasd hoe zo dit allemaal? Hij was gebeld door Riksja? Hij had onze namen gegoogled? Hij had zich niet gerealiseerd dat als je geld hebt je toch in een homestay wilt verblijven?
We hebben netjes dankjewel gezegd. En gezegd dat wij wel verwachten dat de homestay volledig uitbetaald krijgt. Dat het verblijf en de inzet van de mensen daar geweldig is geweest.
Dus plannen we raften na het eten. We hadden het erover gehad en vonden het veel te duur. Maar wie weet, de rivier gaat door het National Park, dus enthousiast gaan we op pad.

We zij een attractie. We slikken even als we op de plaats van vertrek komen. De Karnali river is heel breed, maar wel rustig. De raft wordt opgeblazen. En we dalen de trappen af, megastijl en hele grote stappen.

Maar eigenlijk valt het water enorm mee. Het is relaxt, we glijden door het water. Zien weinig spectaculairs, wat vogels, wat pootafdrukken en poep van herten en neushoorns. Een groep aapjes en 11 ooievaars die bij elkaar in het water staan. We doen een stop, beklimmen een toren met de meest beroerde treden ooit maar zien wel heel veel herten.




Best lastig een selfie 


De dam Tot we bij een dam komen. De schipper gaat kijken of we er overheen kunnen. Hij besluit dat het kan. Achteraf niet zijn beste besluit. Eerst lijkt het goed te gaan, maar dan worden we in de maalstroom van de dam getrokken. En ik word uit de boot gezwiept. Ik kom in de maalstroom terecht. Tering wat een kracht. In de tweede rondgang realiseer ik wat boven en onder is. Waar ik adem kan happen. En waar ik denk dat ik af kan zetten. Raar is het, hoeveel je kunt bedenken en afwegen in fracties van seconden. En dan wordt ik gegrepen en er uitgetrokken. Ik drijf een stukje rustig op mijn rug, maar helaas wordt dat ruw verstoord. De schipper zet me aan de zijkant en gaat terug. Ik kijk rond. Roelof zit midden in de boot en lijkt rustig. Jelmer zit op de dam en lijkt rustig. Ik zie Thijm niet, maar verwacht geen rust bij de andere twee als hij niet in veiligheid is.
Even later zitten we in de boot. Adrenaline tot in onze haarwortels. We lachen om alles. Realiseren ons hoeveel geluk we hebben gehad. Ja mijn telefoon is weg. Hij zat aan een koort om mijn schouder en onder mijn zwemvest maar toch hij is verdwenen. En mijn bril heeft in het geweld van de maalstroom een pootje verloren. Roelof wordt uitgelachen hoe hij als kapitein Iglo midden in de boot zat: maar we zijn hem dankbaar want hij heeft de oranje watertas met de camera’s vastgehouden.
We bespreken de slokken water die we binnenkregen. Ik denk ik wel een halve liter, Jelmer een grote slok maar die kotste hij ook zo weer uit, Roelof ook een paar slokken en Thijmen bijna niets. Ik word geplaagd omdat ik de hele vakantie al check of de borden wel droog zijn. “Nuttig mam, heel nuttig.” En, volstrekt nutteloze informatie voor jullie, het water smaakte lekker.
De gids die zo makkelijk op de rand van de boot stond bleek niet te kunnen zwemmen. Jelmer viste hem uit het water en zette hem op de dam. Jelmer heeft eigenlijk alleen spierpijn waar de man zijn schouders in doodsangst vastgreep.
Thijmen is onder de boot door getrokken maar bleek in de maalstroom te kunnen staan en hield de boot op zijn plaats en heeft met wat ontvellingen en spierpijn het strijdtoneel verlaten.
Al met al hebben we het verschil tussen freeze, de gids, en fight, de rest van ons gezien. En we realiseren ons dat we zonder zwemvest een verhaal in de Telegraaf waren geworden. En hoe onvoorstelbaar snel iets mis kan gaan. We zijn er allemaal nog, minimaal schade.
De mannen en de schipper proberen de pomp nog te vinden. Ik had één peddel vast die kwam ik al drijvend tegen. De schipper ging terug om daarmee te hengelen naar de tas met de pomp maar tevergeefs. Wel 3 van de 4 helmen.
We gaan op weg met één peddel maar komen er op allerlei plaatsen een volgende tegen. Uiteindelijk hebben we ze alle vier terug, al is er één die een vreemde vorm heeft gekregen.
We zijn in een rare uitgelaten blije stemming. Terecht blij gezien de beperkte schade, maar zo leuk was het nou ook weer niet.
We geven de schipper geld voor zijn pomp. Het verdriet op het gezicht van die man deed zeer in je buik. Hopenlijk kan hij met die pomp het bedrijf wel doorzetten. Hij deed een verkeerde inschatting, maar hij haalde mij eruit en we zijn allemaal veilig terug. Jemig wat kon hij zwemmen, beroerde slag, maar wat een kracht.
We lopen terug naar het hotel, alleen Jelmer heeft slippers. Ik heb sokken. Roelof op blote voeten lijdt.

We douchen, drogen het geld en de paspoorten. En maken grapjes over Roelof die nu in één jaar twee keer de paspoorten in een ziplockzakje nat heeft laten worden. En we zoeken mijn telefoon op zoekmijntelefoon. Hij zwemt nog steeds.

-
26 juli wat een k dag.
Het lijkt erop dat we niet veel kunnen hier. We krijgen over een uur een briefing. Maar de jeepsafari’s gaan niet door want het binnenland is te drassig. Ik denk: “doe dan maar een buitenrand”.

Trust Jelmer om er even door te wrijven. 
Bij Roelof en mij loopt het uit door het zweet 

Hoe doet hij dit? De briefing vond niet plaats, we zitten onder een afdak, met mineraalwater, dat weer wel, en hebben thee gehad. We hebben stippen gekregen die ons bijzonder staan. De mijnheer van de homestay vraagt wanneer onze gids komt, geen idee een uur en een kwartier geleden.
Wel brachten ze net mango. Mmm dilemma gaan we dat eten? Snappen ze hier hoe ze daar mee om moeten gaan? Riksja was daar altijd heel betrouwbaar in, maar we hebben niet het gevoel dat ze hier veel geregeld hebben. Roelof, Jelmer en ik eten het. Heel lekker. Thijmen steekt zijn arm uit en zegt: “zij zonder reizigersdiarree groeten u.”
Het humeur zakt langzaam onder het nulpunt. Roelof gaat mailtjes sturen naar de man in Kathmandu. En later naar Riksha, waar is de gids die de briefing doet, waar is de briefing, wat is het verdere programma? Wanneer vertrekken we voor het vliegtuig overmorgen? Want met het uitvallen van de truck safari’s houden we een erg kaal programma over en niemand schijnt over alternatieve invulling te denken.

Wat een shitzooi. Er wordt een oude gids, tijgerexpert, uit de kast getrokken, alleraardigst maar spreekt geen woord Engels, en hij brengt ons wandelend naar de plek waar we gisteren ook waren. We zitten verdekt opgesteld achter struiken waar ik niet door kan kijken.

Ik ben voor plan Thijmen. Terug naar het eerste hotel en samen met hen plannen maken. En ja ik deel ook Roelofs visie dat dat heel sneu is voor de eigenaren van dit huis. De accomodatie is nl oké. (Ik had eerst prima gezegd maar dat klopt niet, maar er is een klamboe en een airco.)
Pfff dat is moeilijk om te zeggen dat je weggaat. Want het was geen kritiek op de homestay. Ze hebben hun stinkende best gedaan alleen wisten zij ook niets en was hun Engels moeizaam en ontoereikend.
En ze vroegen ons steeds wat ze moesten regelen. Hoe moeten wij dat weten als alles wat we bedacht hadden niet door kan gaan. Normaal regelt een reisorganisatie een plan B of zegt iemand: “sorry het gaat niet, u kunt hier niets”
Dus we hebben de hele dag geprobeerd hulp te krijgen van de reisorganisatie in Nederland Riksja, van die in Kathmandu, van een Nederlandse vrouw die hier in de buurt een homestay heeft. Eigenlijk hadden we Riksja gevraagd ons bij haar te laten logeren. Maar Riksja had een beetje pulkjes in haar oren bij elk idee dat wij hadden. Uiteindelijk, toen niemand reageerde, hebben we zelf de knoop doorgehakt. Als we niets kunnen zitten we liever op comfortabele banken in een mooie omgeving.
Jelmer helpt ons mails te schrijven die een narcist niet krenken. Daar ben ik nl goed in als ik boos of verdrietig ben. Gewoon gestrekt been. Dus vraag ik Jelmer te helpen voor een minder escalerende toon.
En het voelt rot naar die man in de homestay die zo stinkend zijn best heeft gedaan. Maar hij had net zo weinig informatie wat er met ons moest als dat wij dat hadden.
We worden om 21 uur gehaald maar om 20.30 uur begint het te stortregenen. Bakken en bakken. Eerst kledder door de warmte en het zweet. Nu door de regen. Maar met paraplu’s rennen we naar binnen. En het voelt fijn om hier terug te zijn.

Dit was toen het zonnig was. Maar eigenlijk baal ik. Het is zulk rijkeluisgedrag, ik hoop dat ik duidelijk genoeg heb gemaakt dat de plek prima is maar helemaal niets doen niet bij ons past en alleen maar achter de struiken zitten om op een eventuele tijger te wachten, na 3 x 2 uur ook wel minder leuk wordt. En dat onze communicatie niet toereikend is.
-
25 juli Naar Bardia NP
Het geluid van chaos We zijn op het vliegveld internationaal wat een chaos. Het is warm en klam. Dit is andere koek dan internationaal. Wat een lawaai. We hebben geen idee wanneer we gaan. Iedereen gilt en rent door elkaar. Er loopt een mevrouw die de leiding heeft zeer gestrest rond. Er zijn wel borden maar ze geven geen informatie. Als we het positief brengen: het is een ervaring. Roelof loopt rond en probeert het te begrijpen, de rest van ons leest blogs van andere vakantiegangers of zit op zijn telefoon.

Oké we hebben de bus gehaald en zitten nu in een ienie mienie formaat vliegtuig. “Gelukkig is het Buddha air” en “zullen we het nodig hebben?”

Niet zijn mooiste. Maar hoog is het niet 
Eigenlijk hadden we al aan moeten komen maar we staan nog steeds te wachten om te vertrekken. Ik zou wel wat te drinken willen. En ik heb het nog niet gedacht en de stewardess brengt ons water.


Bij aankomst lopen we in een muur van warmte. Met de jeep naar het hotel zien we prachtige mensen En twee spotted deer, in de rivier twee gavialen. En net vlogen er twee hornbills over.


Gaviaal: soort krokodil met een lange dunne neus We vragen meer dierspot activiteiten aan onze regelman in Kathmandu. Dress like a local en waaier schilderen trekt ons niet echt. En dan zegt degene die in het hotel werkt: we kunnen wel even naar de rivier rijden. Soms heb je geluk. Soms zie je niks.
Als we aankomen en op de uitkijkplek staan zien we de Indische neushoorn gras eten. We wachten nog een poos op een tijger maar helaas laat die verstek gaan. Maar de plek en het ruisende gras: prachtig.

Dan ziet de gids iets, het blijken herten, zijn we daarvoor allemaal de boom ingeklommen?
Op de terugweg grote groepen herten maar te donker voor foto’s. Lekker gegeten en nu naar bed.

-
24 juli samenvatting van het niet beschreven Tibet
Er zijn veel dingen die je niet mag noemen in Tibet. En eigenlijk maakt je dat een beetje paranoïde. Over de Dalai lama en de Panchen lama mag niet gesproken worden. Veel vragen kunnen niet gesteld worden. Maar het is zelfs zo dat we zoveel omslachtigheid voelen dat wij het over de hoofd Alpaca hebben. En dat ik zinnen in mijn blog aanpas. “Wat is dit een prachtig land” wordt “wat is het hier prachtig”. Want je mag Tibet niet als land zien. Het is een regio van China. Het boek over Tibet van de lonely planet wordt, als je pech hebt bij de grens, afgenomen. Want Tibet is geen land. En Tibetanen zijn een Chinese minderheid, net als de Oeigoeren.

In ieder klooster kijkt dit hoofd je aan.
De Tibetanen offeren veel.Net op het vliegveld kwam een Chinese medewerker bij ons zitten. Hij vertelde hoe verschrikkelijk het was om in Lhasa te werken. Het betaalde wel erg goed, maar zijn vrouw en kinderen woonden in Chengdu. Het was verschrikkelijk. Hij kreeg 3 maanden per jaar betaald verlof en na 25 jaar in de regio Tibet mag hij met pensioen. Hij is dan 49 jaar oud.
Dat is een goed voorbeeld hoe China Tibet wil veranderen. Vele Han Chinezen mogen voor een bizar salaris en grandioze secundaire arbeidsvoorwaarden in Tibet wonen. Er volgt een soort Israël en bezette gebieden, waarbij het ware Tibet subtiel vermorzeld wordt. De Dalai lama noemt het een culturele genocide. Hij heeft er altijd voor gestreden het geweldloos op te lossen, kreeg daar zelfs een Nobelprijs voor de vrede voor in 1989.
De kloosters die meestal in afgelegen gebieden werden gebouwd om beter in alle rust en afzondering te kunnen mediteren, krijgen een plein voor festiviteiten of woontorens naast zich. Naast Ganden monastery staat een enorme rij hoge overheidsgebouwen en als kers op de taart ter viering van 60 jaar Chinese inlijving enorme billboards voor het Potalla palace. Overal worden huizen opgeknapt, straten verbeterd, snelwegen aangelegd. We merken bij onszelf dat we proberen het niet in beeld te brengen. Maar het blijft vreemd.
Kinderen krijgen alleen Chinees op school. De gids vertelt dat sommige kinderen niet meer met hun grootouders kunnen communiceren. Het ontwricht families. Je zou bijna denken “gelukkig kunnen nog heel veel kinderen in Tibet niet naar school”. maar dat denk ik nou nooit.

Overal Chinese vlaggen op alle gebouwen, op alle hotels en langs de straten.

Of op een berg. 
Of op een gebouwtje bij slachtoffers van de aardbevingen 
Of langs straten. De gidsen vertellen de geschiedenis van Tibet. Het schijnt dat de 6e Dalai lama ook een Tibetaanse en een Mongoolse reïncarnatie had. Dus twee jongens die beiden aangewezen waren als leider: de een door de panchen Lama de ander door de toenmalige Mongoolse overheersers. Bij de 7e was het weer goed gekomen.
Toen de 10e Panchen lama overleed, wees de Dalai lama een reïncarnatie aan. De Chinese regering accepteerde hem niet. Het kind en zijn familie verdwenen. En er werd een Chinese Panchen lama aangewezen die de meeste tijd in Beijing doorbrengt.
Tijdens de culturele revolutie werden de grafstupa’s van de 6e, 7e en 8e vernield en vele andere kloosters. De 10e Panchen lama heeft wat overbleef verzameld en er één grote grafstupa voor gebouwd. En hij heeft heel veel werk verzet voor het Tibetaans boeddhisme. Die 10e, als de gidsen over hem praten worden hun ogen vochtig en hun stem omfloerst.
Degene die de groep startte waaruit de Dalai lama voortkomt koos ervoor om niet te reïncarneren. Het zou de wereld geen goed doen als hij bleef, hij droeg zijn taak over aan zijn leerlingen. De gedachte is dat de huidige Dalai lama hier ook voor kan kiezen. Omdat de gedachte is dat anders de Chinese overheid zich bezig zal houden met de opvolging van de 14e Dalai lama.
Gisteren in de koffiebar spraken we met twee van de eigenaren, beiden Tibetaans. Ze vroegen of we terug zouden komen. Misschien ooit, al zou ik dan bang zijn dat Tibet veranderd is in een glimmend stukje land waar Chinese toeristen naar toe gaan om in traditionele kleding fotosessies te houden. Mijn enige hoop is het fundament van het geloof van de Tibetanen. Hoe ze hun kloosters weer opbouwden in de afgelopen 60 jaar. Hoe trots ze zijn op hun cultuur. Hoe de straten gevuld zijn met mensen met kralensnoeren om hun mantra’s op te zeggen en gebedsrollen die draaien. En hoe ze rond hun heilige gebouwen lopen.
We worden door deze jongemannen teruggebracht. Jelmer wijst degeen van hen die Thijm en hem vervoerd aan wat ik bedoelde met geüniformeerde winkels in de straten met grote Chineze borden met in kleine letters de Tibetaanse tekst. Hij gaat los over hoe dat de eigenaren wordt opgelegd door de regering.

Als laatste will ik vertellen over de dam in de Yarlung Tsangpo, deze gaat in India over in de Brahmaputra en loopt verder naar Bangladesh. Deze landen maken zich zorgen. Het is ook in hun landen een belangrijke rivier. Het beleid van China is goed te volgen als je meeleest hoe met deze Dam en de problemen die er door kunnen ontstaan wordt omgegaan. Er zullen vele eeuwenoude kloosters onder water komen. Er is nog niets duidelijk over waar de mensen en dorpen die getroffen worden naar toe moeten. Het is een aardbeving gevoelig stuk van de wereld. En China doet wat ze willen.

Nicolette stuurde er dit stuk over.
Yourtravelreporter.nl heeft heel veel eerlijke informatie over Tibet.
Het is vandaag een reisdag. Morgen weer een blije blog.
-
23 juli terug naar Lhasa
We slapen allemaal beter en worden allemaal beter wakker. Roelof is een beetje snotterig.
Als wij ontbijt halen en Jelmer alleen aan zijn tafel zit schuift een monnik bij hem aan om even te praten. Interesse in Jelmer en benieuwd wat wij van Tibet vinden. Jelmer vertelt dat we genieten van de kloosters en de natuur. En van al het nieuwe dat we zien, alleen dit hotel al: druk maar wel prachtig

Roelof en ik gaan even drinken voor onderweg kopen. We hebben een paar soorten die we erg lekker vinden maar ik geef toe dat ik zeker op etiket koop. dit is toch te mooi

De driver spreekt nauwelijks Engels, maar sinds Roelof bij het spel de schelpjes achterover drukte, zegt hij een paar keer per dag “papa are you okay?” En maakt een graaibeweging. Gisteren werden we aangehouden. Omdat de driver een persoon die niet kon rijden had ingehaald. (Ons touristenvervoer heeft een limiet van 100km per uur.) Hij kreeg een boete. Als hij het nu vraagt zegt Roelof “Fine, fine, good driving” en maakt een stuurbeweging. Ze hebben er samen lol om.
We luisteren in de auto steeds Tibetaanse muziek. Ik vind het meer dan oké, het geeft geen stress. Het leukste is als de gids en de driver samen meezingen.
Wat is het hier prachtig, het is soms moeilijk voor te stellen hoe hoog het is. De bergen zijn glooiend en in allerlei tinten: als Schotland, als IJsland. Aan de voet van Mount Everest staan en weten dat het de hoogste berg ter wereld is, het maakt je klein. Maar het leukst zijn de mensen. Ze zijn aardig, open en devoot aan het boeddhisme en aan Tibet.
We gaan over de snelweg, als er één ding is dat Chinezen kunnen is wegen bouwen en tunnels graven, maar wij gaan van de snelweg af om te zien hoe Tibetaanse wierook gemaakt wordt.

We spelen weer Sho en zitten in het gras. Er loopt een rivier langs, er zijn gerst en rogge velden en heel veel planten die heerlijk ruiken.


We krijgen boterthee en een heerlijke lunch van een lokale mevrouw. Boterthee, het is niet het lekkerste ooit maar als ik echt dorst had en er was niet iets anders, zou ik het probleemloos drinken. En eigenlijk vind ik het veel beter dan zoete thee met melk.
Ik maak foto’s van de plaggen van yak- en koeienpoep waarop ze stoken zeker in gebieden waar hout schaars is. Soms stapelen ze het in prachtige patronen.

Daarna gaan we kijken hoe de wierook gemaakt wordt; eerst wordt het jeneverbeshout tot een soort pasta gemalen, die okergele berg is de pasta.
Daarbij komen allerlei wortels, planten, sandalwoodpoeder. Dat wordt weer gemalen en tot stokjes en puntjes gevormd. Het ruikt lekker.

ལྷ་ཆ་དཀར་པོ། the white goddess Daarna weer rijden en in Lhasa gaan we koffiedrinken bij de koffiebar van een vriend. We moeten proeven of de cappuccino goed is. Meer dan goed. We krijgen ook eten. Heerlijk. Wat een waanzinnige plek. Als dit bij ons in de buurt zou zitten werd het mijn stamcafé. Alles klopte, ik werd er rustig van. Mocht je ooit in Lhasa komen: Lhachakarpo heeft heerlijke koffie en eten, en het is waanzinnig mooi ingericht met hout, cortenstaal en beton.


En nu zitten we weer in ons “eigen” hotel, het is leuk om ergens terug te komen en het is ook een mooie plek.


Wat een relaxt dagje.

-
22 juli Poah hoog hier voor gevorderden.
Hoewel ik degene was die zich ernstig zorgen had gemaakt over de hoogte zit ik er het frist bij. Als prinses op de erwt had ik vannacht last van de draadjes in de elektrische deken, (en een beetje van Roelof) dan heb je niet veel te klagen.
Roelof was vannacht heel kortademig bij liggen en moest ieder 1/2 uur plassen. Vreemd genoeg ging het loopje naar het plashok dan weer probleemloos.
Jelmer kwam om 3.30 uur vragen of er nog ORS was, hij had vreselijke hoofdpijn. Thijm heeft het voor hem aangelengd en ibu gegeven.
Alleen vanochtend is Thijmen zo slap als een vaatdoek en wil hij het liefst zo snel mogelijk naar beneden. Hij ziet ook grauw.
Het is voor ons nog niet duidelijk welke factoren de grootste invloed hebben op hoogteziekte. Getraind lijf zou mij toch koploopster hoogteziekte moeten maken. Voldoende drinken: ja dan is Thijm aan de beurt. Gebrek aan slaap, maar die is lastig want dat is ook een symptoom. Maar wat we zeker geleerd hebben, je moet eten, 3x per dag. Ook als je geen rijstkorrel meer kan zien of te moe bent om te eten.
We zitten te kieskauwen aan het ontbijt en eten uiteindelijk allemaal een mueslireep.

Roelof ziet het eerste puntje Na het ontbijt beginnen de wolken voor de top van Everest weg te trekken. Hiervan krijgen Jelmer en Roelof een kleine opleving, Ik wilde toch al het hoogste klooster van de wereld zien, Jelmer sluit zich graag aan. Thijmen wordt er niet enthousiast van en gaat op een bankje zitten.

Jelmer maakt zelden foto’s, maar deze is prachtig. 
We lopen richting Everest om een foto zonder mensen en zonder elektriciteitsdraden te maken. Dan blijkt de gids Thijmen in beweging te hebben gekregen (respect) en moet er een familieportret voor de berg komen. De gids maakt echt leuke foto’s van ons.

Ik moet eerst alleen even een trapje op. Het zuurstof gehalte in de lucht is 50% van dat in Nederland. Bij 1/3 van de trap hijg ik me te pletter, bij 2/3 voel ik me als die marathonloopster die door haar benen zakt, met opeens darmkrampen en ik denk: “alsjeblieft laat dat niet gebeuren.”

Vele medetouristen gebruiken zuurstof, flessen in allerlei soorten en maten. Trouwens ook op allerlei andere hoogtes dan de 4997m van het basecamp. Sommigen hebben zelfs een zuurstofconcentrator op de rug en constant een neusbril in. En hoewel Thijmen en ik beiden vanochtend een momentje van jaloezie hadden waarbij we dachten “zou het dan toch werken?”, kunnen we zeggen dat we het basecamp van mount Everest zonder zuurstof hebben gehaald.

We genieten van het klooster, al hadden we allemaal last van de 12 treden naar de eerste verdieping. (Jelmer had ze geteld)




En we genieten van de autorit terug. Wat een prachtige uitzichten. Al lette niet iedereen even goed op. (ik heb ook even geslapen maar daar maakte niemand een foto van, jammer). Ik denk dat we vanavond niet veel gaan doen.



We zitten in een ons al bekend hotel, dat is fijn. Met een toilet om op te zitten. Het lijkt een kleinigheid maar wat deden mijn knieën zeer na zo’n diepe hurkzit.
En we eten bij onze “eigen” Chinees. Zo lekker!

Vanmiddag aten we ook bij een Chinees; goed eetbaar maar niet te vergelijken. En daar liepen drie gore hondjes rond. Die dan weer wel rustig bij ons kwamen liggen.


Traditie speciaal voor Daan
Het is niet gek dat we last van de hoogte hebben.