-
17 juli, een lange rit
Vandaag gingen we naar Guamote. Onderweg stopten we bij een kratermeer Quilotoa. Prachtig aqua/groen water, maar het leek steeds van kleur te veranderen, sporen wit, bruin, rood, blauw; bizar. Na al het getippel van de laatste dagen besloten we niet naar beneden, maar wat nog belangrijker was daarna weer naar boven te lopen (30/90 min). In plaats daarvan liepen we een stuk langs de rand. Vervolgens kregen we een aantal winkels te zien waar wij als familie afhaakten. Of om met Jelmer te spreken. Het enige leuke was de straathond die naar binnen glipte en zijn been hief tegen de tafelpoot.
Lange rit naar Tigua. Een lappendeken aan stukjes land. Van nog redelijk groen naar behoorlijk droog gebied. Duidelijk armoediger.
Inti Sisa Guest House. We waren er tegen twee uur maar er werd nog snel een heerlijke lunch voor ons gemaakt. Prachtig gebouw, gezellig, licht, schoon. Ik wordt oud, ik merk dat ik van die schurftige hokken echt niet leuk meer vind. Het hoeft niet luxe te zijn maar schoon staat wel hoog op mijn lijstje en licht staat daar vlak onder. Roelof en ik liepen het dorp door van de stieren arena en het kerkhof via de hoofdstraat naar het station, door naar de kerk. Die tot onze grote verbazing hermetisch afgesloten was. Introvert volk dit, bekijken je onopvallend, maar groeten allervriendelijkst terug als je lacht en groet.
-
16 juli een hele trip
Vandaag liepen we van Isinlivi naar Chugchilan. Een wandeling van 5-6 uur. Onze tassen werden op twee paarden gebonden en er liep een allervriendelijkste baas en zijn vrouw met ons mee. Prachtige vergezichten, bergen en dalen. Helaas houdt dat bij wandelen ook stijgen en dalen in. Het dalen ging zo steil naar beneden dat het verdacht veel op vallen leek. Eén keer gleed ik echt een stuk op mijn kont naar beneden. Afdalen tot in het dal bij de rivier. Oversteken over een brug die in de Indiana Jones films niet misstaan had. Kapotte planken, losse stukken hout erover, eronder een snelstromend riviertje. Een klein stukje vlak… Nou ja vlak, Sallandse heuvelrug vlak. En toen weer naar boven, steil omhoog, bocht na bocht na bocht. Dit alles op 3000 meter, ik had ernstig zuurstof gebrek. Voetje voor voetje naar boven, terwijl Jelmer en Thijmen vrolijk kletsend voor me liepen. Dit was bij 3 uur wandelen en de gids had gisteren gezegd dat er aan het eind van de wandeling 25 minuten steil naar boven zou zijn. Ik werd al misselijk bij het idee van nog 25 minuten stijgen. Maar het bleek dat we in moordend tempo door de bergen hadden gehold, met 4,5 uur waren we over. Zo mooi als het vorige hostel was, zo “niet up to date” is deze. Maar wel een hangmat met uitzicht op een bloeiende boom met kolibries, dat maakt veel goed.
Later bedachten Roelof en ik dat een wandelingetje in het dorp er nog wel bij kon. Naast ons hostel is een donkere ruimte met een halve koe aan het plafond, en vlees op een tafel. Was al leuk om te zien, maar op de tafel zat een kat zich heerlijk te vullen met vlees. Toen wij de foto maakten keek hij verschrikt op en roetsj verdween hij door het raam, nog eens naar ons omkijkend in de steeg. Voor ons vandaag alleen suddervlees.
Overal mensen op straat, eet tentjes en opeens zag ik iets vliegen boven de kerk, Roelof schoot hem hoog in de lucht; een condor, herkenbaar aan de vingervormige vleugelpunten. Toen we weer in het hotel waren keek de eigenaar mee. “Ah een condor!” Waar we die hadden gezien. Hij was juichend enthousiast, rende naar buiten en kwam terug met een oude baas met camera. “Hier in het dorp?” Si iglesia. (Ja we worden vloeiend in het Spaans.) Beide mannen weer op een holletje weg. Als het zo bijzonder is dan moesten we zelf ook nog maar eens gaan kijken. Geen condors meer maar wel een soort volleybal spelende mannen. Toen we terugkwamen keek de baas ons hoopvol aan, het bleek de eerste condor die ooit bij dit dorp gezien was. Hij omarmde me hartelijk, alsof ik er iets mee te maken had dat het beest daar vloog, zo ontzettend blij was hij, het was echt een leuke ervaring.
-
15 juli Cotapaxi
Vandaag hebben we de Cotapaxi beklommen, 300 meter stijgen tot een hoogte van 4873 meter. Dat was geen kattenpis. De eerste stappen gingen prima, maar al snel liep ik te hijgen als een….. Hijger? (Geen idee, wat hijgt er verder nog? Roelof weet het: paard) als ik dan even stilstond herstelde het ook snel weer. De laatste meters waren bizar, 50 stappen hooguit en mijn benen voelden als pap. Maar ik heb het gedaan! Roelof en de jongens gingen veel beter, Thijmen was ronduit amazing, die liep zo gemakkelijk. Kwam zelfs nog
even terug om een rugzak over te nemen en liep nog een keer naar boven. Roelof gaf wel aan dat hij nog nooit in zijn leven echt ademnood had ervaren, dat dit wel een first time ervaring was. Moet gezegd worden we hadden geen van allen hoofdpijn, duizeligheid of andere hoogteziekte verschijnselen. Dat was wel cool. Ik ben echt trots op ons allemaal. Daarna nog een hike van 20 minuten langs een canyon gemaakt, mooi, ging prima. Gegeten in het dorp van onze gids, voor €7,50 een 4 gangen diner met drinken.
Daarna doorgereden naar Isinliví, een gehucht in de middle of nowhere, Lutten is er een wereldstad bij. Waar we in een hostel zouden slapen, de voorstelling die we hadden, slaapzalen, stapelbedden klopten echt niet. Het is de mooiste, vriendelijkste plek tot nu toe. Kleine huisjes in een mooie tuin, prachtig afgewerkt, prachtige details, open haard op de kamer, heerlijk eten, wat we dan wel weer aan lange tafels samen aten. Ons eerste glas wijn in Ecuador, heerlijk.
Binnen stonden stoelen, handgesneden, prachtig robuust, geen spijker te bekennen, zwaluwstaart verbindingen, rondingen, waanzinnig. Van hetzelfde vakmanschap is het bed, met het mooiste hoofdeinde ooit. Er blijkt in dit dorp een atelier te zijn waar dit gemaakt wordt, op die manier proberen ze jongeren een vak te leren, waardoor ze een toekomst hebben en in het dorp blijven en niet verhuizen naar de stad, om zo leegloop te voorkomen en kansarmen een kans te geven, zo hopen ze ook het sociale systeem dat er was, jongeren zorgen voor ouderen te behouden. 95% van de inwoners is indiaan en behoort tot de armste bevolkingsgroep in Ecuador.
-
14 juli Cotapaxi
Vandaag houden we een rustdag. We zitten op 3500m en dat merk je. Eerst slapen we uit, door het ritme tot nu toe zijn we om 8.30 uur allemaal paraat. Het uitzicht uit het raam is adembenemend De vulkaan Cotapaxi met zijn besneeuwde top tegen een strak blauwe lucht. We bedenken dat we de foto beter buiten kunnen nemen, maar 15 min later is hij in wolken gehuld, gevalletje jammer dan.
Ik heb wat hoofdpijn en Thijmen is wat misselijk en kribbig dus om hoogteziekte te voorkomen besluiten we ORS te drinken. Wat is dat spul onvoorstelbaar smerig, het smaakt naar vloeibare goedkope kauwgom. Thijmen en ik werken samen zo’n liter weg maar dan zitten we wel aan onze tax. We besluiten over te gaan op water en later cola. Jelmer zweert bij cola, zoveel suiker en zuur dat overleeft geen bacterie.
Roelof en ik wandelen een rondje van een dik uur, prachtige omgeving, enorme variatie in planten. Roelof gaat nog op zoek naar geodes in een afgraving, helaas weinig succesvol. Later drijven we ook de jongens de frisse lucht in, mopperend gaan ze mee. Maar al snel wandelen ze enthousiast voor ons uit. Dat de twee honden van het hotel spontaan mee wandelen maakt veel goed. Een heeft een blauwe tong wat toch wel erg bijzonder is. We komen een auto met laadbak tegen waarin wel 10 vrouwen zitten, die allemaal vrolijk zwaaien. Eigenlijk valt het lopen nog erg mee in kortademigheid.
Nu liggen we in bed. De jongens vinden het bedenkelijk dat ik een papa Francisco t shirt als slaap shirt in gebruik heb genomen. Roelofs “leuk voor hem, een heel nieuwe ervaring!” vonden ze ook niet kunnen. Grappige zoons hebben we toch.
-
13 juli Cotapaxi, hacienda
Vanochtend om 6 uur op, om de gebouwen op zoek naar vogels. 1,5 uur wandelen Een paar heel mooie vogels gezien. Na het ontbijt een hike van 3 uur. Ik vond het een prachtige wandeling, wel zwaar. Thijmen wilde een brilbeer zien. Waarvan we wel de sporen zagen, omgeknakte palm, waar hij het hart uit gegeten had en een drol op het pad, maar geen beer. Roelof wilde toekans zien, die zich vandaag ook verstopten. En Jelmer had het helemaal gehad met vogels, “nou ja behalve de kolibries dan daar krijg je nooit genoeg van”. Leuk sfeertje zal ik maar zeggen.
’s Middags liet één van de bedienden een mini opossum zien die hij gevonden had in de keuken. Muisgroot, maar met een klein venijnig bekkie met tandjes. De mannen fleurden gelijk weer op. Blijkbaar zijn mijn mannen meer zoogdier en reptielenfans, ik sta wat alleen in mijn enthousiasme voor vogels.
Om 15 uur vertrek naar Quito, het is een 70 km lange stad, druk, veel auto’s, veel mensen. En toen zei Roelof: “ik ben toch blij dat we naar de vogels zijn gaan kijken ipv een extra dag Quito” en de jongens beaamden het. Pff gelukkig. Daarna door naar Cotapaxi. Laatste 15 km over routa secundaira, een weg met keien en stenen. We moesten allemaal aan Laura en Janneke denken, die hadden dit niet leuk gevonden. Nu zitten we op een hacienda, in the middle of nowhere, 3450m hoog, de melkweg boven ons hoofd, op het bed een poncho en tot onze stomme verbazing is er internet. Een goede reden om heel snel mijn blog bij te werken.
21 uur bedtijd. Voor het eerst in deze vakantie een bed waar Roelof recht in kan liggen en niet opgemaakt voor 1.50m lange mensen. Volgens mij morgen een rustdag en dat lijkt me een prima plan. Slaap lekker allemaal!
-
Beestjes; Kolibries en de Olinguito
12 juli
Vannacht om 2 uur zag Jelmer beestjes. Het grappige was dat hij kon accepteren dat het niet echt was omdat wij het zeiden, “shit de Malarone” zei hij en hij ging gewoon liggen en slapen. Thijmen geeft nu aan dat hij in de Amazone een girafman zag die in zijn tas zat te rommelen. Stoïcijnse baasjes die zoons van ons. Het lijkt geen doorzettend hallucinatoir avontuur te zijn dus we accepteren het voor nu.De volgende ochtend 6.30 uur wordt ik wakker van klaterend water. Onze gastvrouw doet de was, boven en onderlakens van 4 bedden, in een vloek en een zucht klaar. Mmm mijn handwasje nam een dik uur in beslag. Vervolgens maakte ze ontbijt voor ons warme broodjes en een gebakken ei. Om 9 uur nam ze afscheid, ze moest met de bus naar de markt. Haar man en kinderen bleven thuis, hij kamde en vlechtte de haren van de jongste, veegde de veranda en ging in de tuin aan het werk. Kwam behoorlijk eerlijk verdeeld over.
Weer een lange trip via Quito nu naar Bellavista, birdsanctuary, in de nevelwouden. Koud en klam. Tientallen kolibries wel 6-7 verschillende soorten. Prachtig om naar te kijken. Bij de juiste lichtinval lijken ze bijna fluorescerend, of metallic te glanzen. Een heel kleintje hoor je als een dikke hommel aankomen. Daar kun je uren gewoon zitten en observeren. Dominante vogeltjes trouwens vechten met elkaar om het beste plekje aan de feeder. Daarna 1,5 gelopen in het bos, steil, nat. Oerwoud van het gematigde klimaat.
’s Avonds gewacht tot de olinguito verscheen. Het is een beestje dat pas twee jaar geleden ontdekt werd. Mooi, schuw, gelukkig kwam hij te voorschijn. Ik was ondertussen koud tot op het bot. Vieze waterkou. Duurde uren voor ik weer warm was.
-
11 juli markt, beesten en indianen
11 juli
Om 6 uur was iedereen wakker, rustig de zaken geordend. We hebben zak onaangenaam ruikende, vuile, vochtige was en de komende dagen zijn we steeds maar een nachtje in een hotel. Onhandig!
Er is vandaag markt in Ottovalo de grootste in de omgeving en iedereen komt zijn homemade products verkopen. Om 10 uur komen de bussen met toeristen uit Quito dus besluiten we voor het ontbijt te gaan. Mooi vrouwen in de traditionele kleding, veel meuk op de markt. Het enige wat ik wel heel mooi vond was een pijp gemaakt uit een noot (?) En gegraveerd met een gekko. Vond het ook wel een leuk idee om achter mijn bureau een pijp te gaan zitten roken. Terug naar het hotel voor een ontbijt, want Jelmer gaf aan dat hij honger had, wat wel kon kloppen en daarna naar de dierenmarkt.Ik hoop niet dat de partij voor de dieren meeleest maar dat vind ik het leukste wat er is. Niemand die probeert je wat te verkopen als je vraagt hoe duur een koe of een varken is. Koe 3000 dollar, varken 350, biggetje 150. Het is bijzonder hoeveel je nog te weten komt met verspaansd frans, handen en voeten en een lach. Roelof is indrukwekkend zoals hij ooit in Nijverdal begon met plat praten, zo spreekt hij nu Spaans. Binnen één minuut windt hij de mensen om zijn vinger en gaan ze er eens rustig voor staan, spreken langzaam en herhalen hun zinnen.
De hanen voor hanengevechten worden geliefkoosd door hun eigenaren. Sommige zijn echt prachtig (de hanen bedoel ik, de eigenaren van de vechthanen zijn wat dikkere mannen).
Ik hou van varkens, ik vind ze zo grappig, duidelijk een eigen mening. Eén biggetje heeft de hele weg bij zijn groep vandaan tegengestribbeld, krijsend, kont op de grond, gestrekte achterpootjes. Of die mevrouw me vijf biggen aan een touw die allemaal een andere kant op wilden. Of dat enorme varken dat een stofbad ging nemen terwijl zijn baas wilde lopen. Lijkt me een goede training voor geduld; lopen met een varken. Ga ik Dinand nog een keer vragen of dat klopt. De grote zitten ook niet aan een touw, die “sturen” ze met een stokje en tikjes op hun kont. Levert kostelijke plaatjes op voor een genietende familie.
Jelmer en ik hebben met open mond staan kijken hoe ze 10 koeien in een kleine, open vrachtwagen kregen. Bij acht dachten wij al tjokvol, maar toen gingen er nog twee bij. Wat dan opvalt is hoe rustig ze doorgaan tot het doel bereikt is, er kwam geen stress aan te pas.
Daarna met een gids naar een Indianenfamilie, onderweg liet hij nog wat dingen zien.
Bij de indianenfamilie bedachten we dat we de was wel uit konden hangen, eigenlijk konden we ook wel even wassen. We mochten de wasmachine van onze gastvrouw gebruiken. Een grote cement bak voor het water en een aflopend cement blad voor het schrobben. Een stuk zeep en een borstel. Het werkte verrekte goed, maar wat een werk voor een spijkerbroek. Daarna mee naar het land om dopbonen voor het avondeten te plukken. Een enorme mand vol. Onkruid voor de cavia’s ook een enorme hoeveelheid. De koe ophalen uit het land. Thijmen koos de mand te dragen, Jelmer was al snel blij dat hij de zak met sla had. Langs de stenenbakkerij van haar man. Prachtig rijen kleiblokken, eerste platliggend, dan leerdroogd gestapeld in een patroon dat lucht doorlaat, daarna in een houtgestookte oven. Terug bij het huis bonen doppen met zijn allen, dik uur werk. Doof gevoel in mijn duim en wijsvinger. Heerlijk gegeten.
Om 20 uur lagen we moe maar voldaan in bed.
-
10 juli reisdag
Dit was een zware dag, het begon met regen waardoor de birdwatching tour niet doorging. Om 8 uur ontbijt, 9.15 in de boot. Die was heel diep geladen en daardoor minder wendbaar en door de regen stroomde het water erg snel. Niet de fijnste tocht. Om 11.30 drie uur in de bus naar het vliegveld. Jelmer viel gelijk in slaap en dat zag er zeer oncomfortabel uit. Ik probeerde zijn hoofd te stutten wat voor mij in elk geval zeer oncomfortabel was. Vervolgens twee uur hangen op het vliegveld, een vlucht van 30 minuten en daarna een busje voor 1,5 uur. Om 19.30 uur kwamen we aan in het hotel, de jongens waren zo moe dat ze geen restaurant voor het avondeten wilden zoeken. Ze kropen in bed en twee tellen later waren ze vertrokken. Wij niet veel later ook.
-
9 juli Indianen en nacht beesten
Vanochtend scheen de zon wat een fijne afwisseling was. Dat vonden de anaconda’s ook, heerlijk lagen ze gedrapeerd over takken te bakken. En dan zijn ze eigenlijk best opvallend; een prachtige glanzende huid. Die huid is prachtig grijs, groen met oranje gele vlekken Veel meer vogels, veel ijsvogels, King fisher is toepasselijker. Helaas te snel om op de foto te krijgen. En een prachtige vogel die de jongens de Phoenix noemen, de gids noemt hem stinky bird, maar eigenlijk is het de Hoatzin. We kwamen langs een dubbel nest mieren en daarboven wespen. Je hoorde ze daarbinnen bewegen, schurend geruis. Toen moesten we allemaal tegelijk march roepen en plotseling klonk het of er stampend een groep soldaten langs liep. Marching wasps waren Thijmen’s favoriet van deze dag.
We gingen met de boot naar een Indianendorp. Een Indiaanse vrouw liet ons zien hoe en waar de maniokwortel groeide. De Indianen leven met name op maniok en bananen, aangevuld met groente, soms wat vis of vlees. Het is een grote plant waaraan een aantal 50 cm grote verdikte wortels zitten. Die snijden ze eraf. Ze worden gepeld, geraspt, uitgewrongen, gezeefd en dan hou je een wit meel over. Daarvan wordt een kom op een gloeiende keramiek plaat gedaan, plat gemaakt, aangedrukt, gekeerd en klaar is je jungle pizza.
Daarna mochten we oefenen met een blaaspijp. Roelof had het eerste schot en schoot zo hard dat zijn pijntje door de tak ging die het doel in de lucht hield. Muurvast, eerste pijl naar zijn grootje. Mijn mannen deden het alledrie goed, Jelmer raakte het doel maar ketste af, Thijmen raakte hem bijna. Echt met wat oefenen zouden we vast wel een keer aap gegeten hebben.
Er was een tamme woolly monkey, leuk om hem van zo dichtbij te zien. Grappig ondeugend beest, klom een raam binnen, jatte koekjes en zat er in het raamkozijn heerlijk van te smullen. Vervolgens zagen we hem weer toen hij gepest werd door drie honden. Hij vluchtte op het hoofd van een reisgenoot en dat ging goed tot het moment dat hij hem weer op de grond wilde zetten. Het beest zag het niet zitten met die honden en scheet van angst de arm van zijn redder onder. Dat noemen we nou met recht stank voor dank.
Terug naar de lodge, heerlijk luieren in de hangmat, niets doen. Ik ben onder de indruk van de jongens die cold Turkey afgekickt zijn van de schermen en dat uitzonderlijk goed verdragen.
’s Avonds hadden we een nachtwandeling. Op weg er naar toe ontmoeten we weer onze vrienden de dolfijnen, ze gaven een prachtige show weg, deze keer zagen we echt een heel groot stuk van hun lijf. We zagen prachtige spinnen, een handgrote bananaspider, een scorpion spider, slangetjes, prachtige kikkers. Toen deden we allemaal onze lampen uit. Heel langzaam zag je dat het licht weerkaatste op de grond. Niet echt om bij te wandelen, zeker niet met al die beesten in de buurt, maar toch het was niet zo aarde donker als we dachten.
En toen op de terugweg zagen we een grote uil in een boom zitten, waanzinnig, die grote gele ogen. De spectacled owl.
Bij de lodge gekomen keken we met andere ogen rond, het leverde een verbluffend aantal beesten op, een grote roodbruine pad, vissen, een groen bruine pad, twee tarantula’s en één bananaspider. Best spannend zo in de buurt van je slaapkamer. Later komt Jelmer enthousiast terug uit ons toilet, er hangt een grootogige kikker over de rand van de douchemuur te kijken (namelijk een open dak)
-
8 juli Beestjes
Heerlijk geslapen, wat ik best knap vindt na onze jacht vannacht!.
Vandaag begonnen we met een wandeling in de jungle, we hadden allemaal laarzen gekregen en dat was geen overbodige luxe. Jemig wat liep dat moeilijk, blubber tot halverwege je onderbeen, glibberige wortels. Eigenlijk moest je zo goed op je voeten letten dat je nauwelijks tijd had om rond te kijken. Thijmen verloor zijn evenwicht en zag er na zijn val dramatisch uit. Tot zijn middel in gele smurrie gehuld. Vieze armen en handen. Hij gaf geen kik, mopperde niet. Vroeg alleen aan de gids of we op de terugweg even langs het meer konden zodat hij kon zwemmen om weer schoon te worden.
We zagen een luiaard, wat een cool beest, een grote bruine harige bol ergens hoog in een boom. Met recht een luiaard want vier uur later zat hij nog steeds op dezelfde plek. Nog best moeilijk uit elkaar te houden met de termieten nesten, ook overal hoog in de boom. Verder regende het keihard, dus werden we tot op de draad nat. We zagen een gifkikkertje, zo mooi gekleurd; rood koppie, blauwe buik en achterpootjes, piepklein miniatuurtje. Eén vingerkootje (van mij) en genoeg gif om twintig mensen om te leggen.
En een ander nog kleiner bruin kikkertje, knap hoe de gids dat zag. Een prachtige schimmelsoort die uit een dood insect groeide en waarvan Jelmer de naam wist en ik nu alweer niet. (Cordiceps, nasty bugger neemt een levend beest over door zich in zijn brein te vestigen en daar uit te groeien en over te nemen) Een mier, 2 cm groot, zwart glanzend en hij zag er gemeen uit “een bullet ant” wist Thijmen: ” omdat als je door hem gebeten wordt het voelt of je aangeschoten wordt.” Verbaasd over hun kennis, die uit een spel en uit een natuurprogramma op tv bleken te komen. Misschien levert al het schermen toch wel meer herseninhoud op dan we dachten, pas wisten ze ook precies te vertellen waar en welke gebouwen er stonden in Rome dankzij Assasins Creed. Verder kleine miertjes, als je op het nest blies, kwamen ze en masse naar buiten. De Indianen legden hun hand erop, pletten de miertjes die bleven hangen en smeerden zich ermee in, rook fris groen, bleek muggenmiddel, Deet voor gevorderden. Een boom die kininine bevatte werd gebruikt als middel tegen de koorts. Vies bitter.
’s Avonds op alligator jacht. Roelof ontdekte hem in het donker, een prachtig beest. Knap hoor alleen 2 ogen boven water die rood oplichten in je zaklamp, ik vond hem al best groot, maar het bleek een kleintje. Geloof dat ik het niet erg vind dat we de grote niet zagen. Daarna een Amazon tree boa, nou eigenlijk boa constrictorretje, 1 meter, mooi beest, die vind ik dan weer helemaal niet eng. Ook rode oogjes in het donker. En weten waar je ze moest zoeken.Het water is hier zwart door al het organisch materiaal dat verrot, het water staat in dit seizoen 3 meter hoger dan in de zomer, hele stukken bos staan onder. Het looizuur uit de boombast maakt het water zuur. We hebben allemaal na het zwemmen opvallend glanzende haren.
Alles is klam vochtig en krijgt langzaam de daarbij passende geur.