• Foto’s door een vieze ruit, de highlandroad F35, 08-08-‘23

    Onderstaande foto’s zijn vaak door de voorruit genomen. Het zijn snapshots onder het rijden. Weerspiegelingen van het dashboard en vlekken op de ramen neem ik voor lief. Uitzoeken op een telefoon is ook niet makkelijk dus krijgen jullie de ongecensureerde foto’s. In zwart wit want de blauwige tint van de voorruit maakt de kleuren raar.

    Twee fietsers
    Stofwolk van onze voorganger
    Gletsjer
    Dappere fietsers
    En overal schapen
    Regen
    Regen op de gletsjer
    Regen en zon
  • The highlandroad; meer land dan highway, 08-08-‘23

    We hebben een pittige rit voor de boeg. We gaan over the highlandroad naar Kerlingarfjoll. Meer land- dan highway.

    Hoe kan het dat waar je ook rijdt in IJsland je goed bereik hebt? Of je nou op de gletsjer zit of 7km de zee op gaat. Je hebt bereik. En we zien geen zendmasten. (Gelukkig ontdekken we ze later. )

    Een zendmasthuisje

    We gaan over de highlandroad naar Kerlingarfjöll. Eerste stop Hveravellir blue geothermal pool. Nou ja blauw… misschien met een strakblauwe hemel. We wandelen eerst door het geothermische gebied met kleine geysers. Thijmen moppert omdat de blue lagoon veel groter was op de plaatjes. We leggen hem uit: in het hoogseizoen maken ze geen foto’s van het bad. Te vol. Te veel mensen. Dit is een kleine pool, dat klopt, maar er zitten 3 mannen in en er is ruimte genoeg.

    Het grappigst is hoe we uit de kleedhokjes komen, het is 12 graden Celsius buiten, we hebben badkleding, wandelschoenen en een dik vest aan. Allemaal witte benen. En het is heerlijk. We zitten er heel lang in en genieten. Thijmen is er nauwelijks uit te krijgen. We hebben thuis in de kast hele handige sneldrogende lichtgewicht handdoeken, maar helaas, hier delen we met zijn vieren het gratis hamanbadlaken dat we kregen bij Thijms parfum.

    We eten de beste tosti ooit en er zit een bus vol toeristen uit het land van melk en honing. Wat heel grappig is, die ene veel te dikke mijnheer die vast stiekem de ringtoon van zijn vrouw heeft veranderd. Ze verschiet van schrikt als haar telefoon door de ruimte loeit met een slecht rocksong en hij moet zo hard lachen dat hij paars aanloopt en zit te schuddebuiken. Hij ondermijnt mijn stellingname in een vorige blog.

    De weg is adembenemend, vervreemdend. De omgeving met veel grijze stenen, de waanzinnige wolkenpartijen, het licht. Ik kan niet stoppen met foto’s maken. En omdat we ook nog moeten arriveren, door de voorruit heen. Ik maak een apart blogbericht ”Foto’s door een vieze ruit, de highlandroad F 35”. We rijden tussen twee gletsjers door en zien op verschillende plaatsen regenbuien en in hetzelfde blikveld op andere plaatsen zon op de gletsjer. Het is niet te bevatten. De lucht en het licht zijn spectaculair.

    Onze auto is dat helaas niet. We missen onze oude Georgische bak “in pristine shape”, daar hadden we allemaal veel meer vertrouwen in.

    Maar ondanks het feit dat we hobbelend reden en zelfs een riviertje moesten oversteken zijn we nu aangekomen bij ons hotel voor vannacht. Onze auto heeft ons ongelijk bewezen, hij kan het echt wel. Mooi hotel. Heerlijke bedden. En Illykoffie op de kamer. Mijn oma zou zeggen “dat mag ook wel”.

  • Uitpuffing, 07-08-‘23

    Vanochtend om 6 uur ging de wekker, vandaag staat Drangey eiland op het program. We rijden van Akureyri naar Sauðárkrókur en er is niemand op de weg. Stappen daar om 8.45 uur op de boot. We zitten heerlijk in de zon. Het is prachtig weer. Wat is dat met ons en het weer; we gaan naar de woestijn en het regent en we gaan naar IJsland en het is droog.

    We zitten in de zon op het achterdekje als ik opeens een walvis zie. Dat is een toegift. Blijft toch prachtig zo’n enorm beest.

    We leggen aan en moeten een pad stijl omhoog volgen, 180 meter omhoog, in onze telefoon 35 verdiepingen. Maar ja dan heb je ook wat: 100.000 puffins en vele meeuwen, zeekoeten en een echtpaar valk.

    Mijn enige foto trap op. Puffins geen muggen

    Moet zeggen dat ik weinig fotografie-energie voel als ik tree na tree, trap na trap omhoogklim. Ben altijd bang dat mijn knie een grapje doet en ik er doorzak en mijn evenwicht verlies. Dat geeft niet de soepelste tred of meest ontspannen houding op ladders.

    Bijna boven
    Gelukt.

    Onze tourbegeleider, Helgi Rafn Viggósson speelde voorheen in het nationaal basketbalteam van IJsland. (Ik vind hem niet enorm lang, hij blijkt 1.96m) Hij vertelt enthousiast over de moordenaar, Grettir de sterke, die een periode gewoond heeft op Drangey island. Alsof hij er zelf bij was. Het blijkt rond 990 na Christus.

    De meeuwen zijn enorme schreeuwers en schijters. De papegaaiduikers maken een klaaglijk loeigeluid op de grond maar als ze vliegen hoor je alleen hun vleugels suizen. 300-400x per minuut. Ze vliegen half augustus uit en gaan de zee op, richting Groenland, Canada, ze blijven daar tot april van het volgend jaar en komen terug. De pufflings zoeken een plek voor een nest. Starten met graven en gaan daar de volgende 5 jaar mee door, ze komen steeds terug naar dezelfde plek. Dan zoeken ze een vrouwtje om mee te paren en voor de rest van hun leven bij te blijven. Op zee vliegt elk zijn eigen weg’ maar in het voorjaar maakt het mannetje het nest schoon en wacht op zijn vrouwtje. Er is een broedkamer en een toiletruimte, dus zie je geen poep bij een puffinnest, dit in tegenstelling tot de meeuwen,@ wat een stinkzooi. Terwijl ik de trappen opliep suisde er een flats langs mijn hoofd. Ik kwam er genadig van af, drie spetters in mijn haar en een op mijn bril.

    Voor briljante close-ups voldoet mijn camera niet.
    Ergens tussen de foto’s heb ik er ook een met visjes
    Die van hun wel.

    Puffins worden gegeten in IJsland en met heel grote netten gevangen. Ik zie mannen als achter vlinders rondrennen, maar wordt gelijk gecorrigeerd door de IJslanders. Serieuze zaak blijkt, het wordt zeer rustig gedaan en alleen de puffins zonder visjes in de bek, want die met visjes hebben jongen om te voeren. En dus alleen in het broedseizoen. Blijkbaar net zoiets als grapjes maken over de Elfstedentocht in Friesland puffinvangst zit in het hart.

    Daarom moet buitenkleding geen roze of knalgeel zijn.

    Maar wat is het heerlijk om in het gras te liggen en te genieten van de vogels, de zeelucht en de zon. Aan de terugweg denk ik nog even niet.

    Als we terug zijn eten we op een terras in de zon en genieten van het prachtige weer. En nu gaan we avondeten

  • Muggen in overvloed (toeristen ook),07-08-‘23

    Vandaag doen we een zeer populair rondje. We beginnen door vanuit Akureyri naar Hverir of Námaskarð te gaan, vandaar verder naar Myvatn, Grjótagjá en Skútustaðagígar en dan via Godafoss terug naar Akureyri.

    Het is een sport om zo min mogelijk medetoeristen op de foto te krijgen, vandaag is dat topsport. Maar wat is het een prachtige dag, die kleuren, de variatie in omgeving. Zo onwijs mooi. Voor het eerst hebben we naast zon ook regen als we lopen. Heel kort trouwens, niet om over te klagen. En muggen, heel veel muggen, ze prikken niet, maar, boy oh boy, wat zijn het er veel. Thijmen onze kleine muggenmagneet vindt het niet grappig.

    We beginnen met Námaskarð, ik vind dat beter klinken dan Hverir, mooiere letters. Het stinkt naar zwavel, maar dat vergeet je snel. De kleuren zijn magnifiek. Eigenlijk niet te beschrijven. De poelen die bubbels blazen van grijze blubber zijn moeilijk vast te leggen.

    De volgende stop zou een hotpool zijn, maar het parkeerterrein is huge en staat vol met bussen. In rijen stellen de toeristen zich op voor de badgelegenheid. Wij slaan over. We zijn niet heel goed tussen massatoerisme.

    Daarna door naar Grjótagjá. Bekend uit games of Thrones. Ooit kon je er badderen maar na een uitbarsting is het water zo’n 85 graden. Het idee om met al deze mensen in het water te zitten trekt me ook niet, maar het licht en de kleur van het water zijn indrukwekkend mooi. Boven over de grot loopt een breuklijn van de Euro Aziatische en de Noord Amerikaanse plaat. Je kon er ooit dus baden tussen de platen.

    We rijden door langs Myvatn, het betekent muggenmeer, en terecht zouden we denken. Onze picknick wordt in de auto genuttigd

    Het meer
    De muggen

    Bij Skútustaðagígar regent het en worden we aangevallen door muggen. Duizenden. Beetje als the Birds van Hitchcock maar dan milder. Thijmen vindt ons enthousiasme niet te volgen. Eerlijk is eerlijk deze pseudokraters zijn ook niet het hoogtepunt van de dag.

    Maar wel gebeurt er iets heel grappigs: ons haar staat rechtop. Jelmer appt Jasmyn en zei vertelt dat dat soms gebeurt als het gaat onweren. Nooit eerder meegemaakt. Heel apart. En we leven nog, niet geveld door een inslag.

    Jelmer (met vlieg)

    En als laatste bezoeken we Godafoss, onze eerste, maar zeker heel mooie waterval, die we dichtbij bekijken. Het pad naar beneden en weer naar boven is vrij smal. De omhooglopers klauteren moeizaam omhoog over de rotsen omdat de trap steeds vol is. Ik denk laat ik even wachten en mensen een kans geven naar boven te gaan via de stapstenen trap. (Puur eigenbelang, hoe minder mensen hoe beter het zicht). Word ik toch bijna door een Israëlische dame van de trap geduwd. Ik zeg liefjes dat we de trap delen en dat zij graag naar boven willen. (Wat vind ik dat toch onbeschrijfelijk onbeschoft volk, maakt niet uit waar ter wereld je ze treft, altijd arrogant en opgefokt. (Is het generaliseren als je sinds 1994 nog nooit een positieve ervaring hebt? Er zijn daar vast ook aardige mensen)).

    En nu zijn we weer in het hotel. We gaan zo Thais eten. We zijn de burgers zat. En echt IJslands eten: vis en lam, hebben we ook meermalen gehad. En nee Bram en Daan we gaan geen Hákarl (verrotte haai) eten omdat dat zo traditioneel is.

    Voor wie wil zien hoe het smaakt, vanaf 2 minuten in dit filmpje. https://youtu.be/-xhfJRdwHnU

  • You only live twice, 06-08-‘23

    On the road again. Dit is het eerste huis waar ik graag langer was gebleven. Qua sfeer en geur als het huis van tante Anne op Vlieland. De nevel en de zon vanochtend is waanzinnig mooi. Ik hou van zee. Roelof en Thijmen niet: rotte vislucht.

    Onwerkelijk mooi

    Op het strand liggen heel veel boomstammen, uitgebeten witte stammen, waar komen die vandaan? Als er nl een ding is dat IJsland niet tot nauwelijks heeft zijn dat bomen. Onwerkelijke luchten ontstaan waar de koude lucht van boven de zee de lucht boven het land ontmoet. We zetten de muziek aan, draaien de weg op en horen “Life is a highway”.

    We hebben vastgesteld dat er een directe relatie is tussen de afstand naar Reykjavik en de grootte van de auto’s en de dikte en breedte van de banden. Ik ben vast een man geweest in een vorig leven. Ik word er blij van.

    We gaan eerst naar Hljóðaklettar, het is zo raar, we rijden door groene vlakten, slaan links af en opeens is er een bizar basaltlandschap waar we in afdalen. We stoppen en beginnen met wandelen, ik had niet zoveel stijgen en afdalen verwacht anders had ik mijn brace aangedaan. Jelmer en Roelof gaan op een bepaald punt verder en net als Thijmen en ik hulptroepen op willen roepen komen ze terug “dit moeten jullie zien”. Dus samen gaan we toch samen verder. Briljant. Echt vreemd dat stenen zulke vormen aan kunnen nemen.

    Daarna rijden we naar Hussavik voor een walvistocht. Hele gave boten. RIB. Rigid Inflatable Boat. Damn wat gaat het snel. De zon schijnt, de zee is redelijk kalm met lange gestage golven. Ik geniet van zee. Thijmen iets minder hij krijgt een golf oven zich heen.

    De eerste walvis die we zien duikt ongeveer gelijk onder, staart zichtbaar, maar ik was niet voorbereid. Thijmen ontdekt de volgende walvis maar die floeperd (de walvis, niet Thijm) smeerde hem gelijk de verte in. Die erna deed een duik zonder zijn staart uit het water te steken (dat is een beetje flauw). De vierde kwam een paar keer boven en dook toen naar de diepte, keurig met zijn staart uit het water, normaal komen ze dan na 5 min weer boven, maar deze niet. En de vijfde zagen we op de terugweg maar die gaf ons ook gelijk de staart om daarna in de diepte te verdwijnen.

    Wat gaaf: vijf walvissen, blauwe lucht en zon. Het is de 5e zonnige dag in een maand tijd zegt de gids. Wij hebben nog geen regen gehad. Thijmen lacht ons steeds uit over de laagjes en de windstopper en de regenjas.

    Wat een geweldige dag. Prachtig. En dan als slagroom op de taart ons hotel en onze hotelkamer, kamer 007. De hele lounge heeft oubollig rozerode pluche stoelen en honderd opgezette beesten. We maken grapjes over 007 voor we onze kamer binnenstappen en met open mond rondkijken. “Hideous” is een passende Engelse term. Het thema is stevig doorgetrokken. Roelof maakt de beste grap van de dag door te vragen om een reisstekker “want ze hebben Engelse stopcontacten om in het thema te blijven”. We trappen er alle drie in en Roelof hikt van het lachen om zijn eigen grap.

    De douchedeur
    Op het raam

    (“You only live twice, or so it seems, one life for yourself and one for your dreams” de titelsong van Nancy Sinatra voor een James Bond film. Op Vlieland draaiden we altijd een LP met filmmuziek waar dit opstond)

  • 50 Tinten groen, 05-08-‘23

    Na op tijd op te zijn gestaan, gaan we naar de basaltkolommen die door instagram populair werden. We volgen de aanwijzingen; parkeren bij de brug en wandelen naar beneden. Allerlei auto’s rijden ons voorbij, de een na de ander, na 2 kilometer blijkt er nog een parkeerplaats. Je kunt dus 6 ipv 10 km lopen. Ja Thijmen jij had gelijk, jij had dat al gezegd! Daarna loopt iedereen, dat voelt eerlijker. Het is inderdaad prachtig. Enorme basaltkolommen en grijsgroen water.

    We besluiten dat buitenkleding in de kleur roze en lila bij wet verboden zou moeten worden. Zwart, grijs, groen, oker, zelfs wijnrood, het valt allemaal weg tegen natuurtinten, maar iemand in roze vloekt met de natuur. Wel hebben we er een truc voor om toch leuke foto’s te krijgen. We laten een van ons in beeld lopen tot de lady in pink uit beeld verdwenen is, achter een Welling. Goede truc.

    En waarom willen mensen een selfie voor allerlei mooie dingen? Je geeft de telefoon toch niet mee aan de buurvrouw? Als jij de foto maakt is het toch duidelijk dat jij er was? Al vind ik het wel weer leuk als een van de mannen mij vastlegt op zo’n prachtige plek. Is dat een dubbele moraal?

    De basaltkolommen zijn heel indrukwekkend. Prachtig van vorm. Zeker de moeite waard.

    Daarboven (rechts) het uitzichtpunt van de korte route. Dat is echt zonde van de lange rit.

    Als we terug zijn gewandeld bedenk ik dat we ook verder kunnen rijden, de weg loopt rond. Volgens de kaart een heel klein stukje dirtroad en daarna weer gewone weg. Helaas ook kaarten kunnen liegen. We hadden het bord moeten vertrouwen

    Google translate

    Na 37 km is er weer enigszins verharde weg. Maar wat was dit stuk wonderbaarlijk anders, volgens Jelmer 50 tinten groen en we zien een korhoen. Een vrouwtje met een prachtige lichte wenkbrauw streep.

    We rijden langs de noordkust, prachtig. Het uitzicht is magnifiek. De lucht ruikt zilt. Ik geniet van de weg.

    En dan zijn we in Þórshöfn. In een schattig huisje met uitzicht op zee. Vroeger woonde hier een gezin met zes kinderen. We hebben sternen in de achtertuin.

    We eten bij het tankstation. Na sluiting van het enige restaurant is alleen dit over. Roelof eet lam en ik kabeljauw, de jongens een burger. Als alle tankstations deze kwaliteit aanbieden kunnen op meer plaatsen de restaurants opdoeken.

    Bij aankomst

    En nu zitten we samen in de erker. Een nevel over zee verkleint onze wereld. Slaap lekker.

    Zelfde blikveld als hierboven.
  • Rust en þykkmjólk 03-08-‘23

    Vandaag is met recht een rustdag. We modderen een beetje rond dit huis. Doen een was. Houden ons bezig met IJslands. De þ is een th klank, als de Engelse th, maar ze hebben ook een rollende r en een g. Leuke taal. Met Daan en Nienke doe ik duolingo Noors en er is zeker overlap. Koffie en thee kan ik lezen en hartelijk dank klinkt als verly takk.

    Alsof ik alles alleen op at

    Jelmer, Roelof en ik zijn naar het dorp gelopen voor de koffie en we doen er koeken bij rabarbertaart, kokoscake en carrotcake. Weinig gebruik van room, valt op als je de taarten ziet.

    We vinden zelfs een museum. Leuk, met gebruiksvoorwerpen van vroeger, oude ambachten, oude foto’s: húsfreyja en skipstjóri. (Schippers en huisvrouwen, nou ja andersom.) Er waren stenen, eieren van allerlei vogels, opgezette beesten en zelfs opgezette vissen. Het leukste waren de twee jongens van een jaar of tien die elkaar aanstootten en fluisterden en toen op ons afkwamen, om te vertellen dat er op de bovenverdieping ook veel mooie dingen waren. Gelukkig in het Engels met handen en voeten werk.

    Cool beest geen ogen

    We halen koffie met caffeine, ja we hebben echt een verslaving. Jelmer lacht ons erom uit. En we kopen þykkmjólk letterlijk vertaald dikke melk. Is het vla? Gecondenseerde melk? We denken een toetje. En Roelof vindt vijf in één, Total Clean Carbon Shower: voor haar, lichaam, gezicht, scheren en moisturizer. Too good to be true. Dus hebben we die gekocht.

    Dikmelk: Peer en appel

    Ben benieuwd hoe Roelof zijn Polarsteps vult want veel te steppen was er niet.

    Grof!
    En dat terwijl hij dit fotografeert.

    De huizen worden hier van lichtgewicht materiaal gemaakt. Een houten frame, veel isolatie, golfplaten op de muren en daken. De binnenzijde afgewerkt met gipsplaten en een soort grote plastic platen in toilet en badkamer tegen de muren en op de grond. Alles lichtgewicht. Niet lelijk maar wel heel anders. Ik vind het wel mooi als de golfplaten doorroesten aan de buitenzijde. De jongens zeggen dan meteen dat het geen Cortenstaal is.

    Ik vind de kleuren mooi
    Maar zo ziet het er vaker uit
    En heel zelden zo.

    Het water is hier heel heet. En op sommige plekken ruikt het warme water naar zwavel. Het koude water niet het smaakt heerlijk. Het blijkt dat ze een diepe pijp de grond in boren voor stoom, die vervolgens gebruikt wordt om turbines te laten draaien en om koud water op te warmen die via een andere pijp naar boven wordt geleid. Flessenwater of bronwater kopen is in IJsland echt zonde.

  • Vatnajökull-gletsjer 02-08-‘23

    We beginnen goed vanochtend. Het valt Jelmer op dat ik voor de jus d’orange glazen wil pakken en als hij wil helpen en een glas op een steeltje pakt, word ik hartelijk uitgelachen “je wilt vier dezelfde glazen!”. Ik voel en ben betrapt. Aan tafel worden verhalen over Lapland opgehaald en hoe Roelof een snowmobiel kantelde. De broers hebben vreselijk veel lol samen. Roelof verzucht dat samen op vakantie met kleintjes ook voordelen heeft. En de mannen voelen aan hun kin en concluderen dat ze allemaal teveel kinhaar hebben. Ze kijken de tafel rond en concluderen “we moeten vandaag allemaal scheren” being one of the boys has it’s setbacks.

    Om 9 uur zijn we bij de plek om naar de gletsjer te gaan. We parkeren onze auto naast zijn grote broers. Dit zijn met recht monstertrucks: wat een banden. We kunnen er met 12 personen in.

    Eerst krijgen we pakken, soepeler dan de pakken in IJsland. Mooi materiaal, waterdicht en warm. We krijgen een buff met Glacier Journey. Ik heb me ooit in een te kleine maat pak laten hijsen, dus ik vraag een maat groter dan nodig. Het kruis hangt zacht gezegd laag en Thijmen schatert dat ik met dit pak, qua bouw, nogal lijk op een oempa loempa. Met daarbij een paar wollen handschoenen: plaatje compleet!

    Later genomen maar zo mooi stonden ze.

    Onze gids zei “noem me maar Sven want mijn naam heeft zoveel letters dat is teveel van het goede”. Ik heb het opgezocht later Sveinn Snorri Sighvatsson valt toch best mee? Hij was grappig. Zeer expressief en heel duidelijk. Hij maakte allerlei grappen, maar daaronder voelde je kennis en kunde.

    Ook goede kleur trui.

    De weg omhoog gaat over gravelroads hoger en hoger en dan zien we het ijs van de gletsjer. De tong die het dal in glijdt. Deze gletsjer beweegt twee meter per dag. Sven praat erover alsof het leeft. Mooi als iemand zo met liefde over zijn land praat.

    Maar we gaan nog verder. Haarspeldbochten, dieptes en mist, het zegt iets van Sveinn Snorri dat ik zo relaxt boven kom.

    En dan opeens zijn we boven de wolken. Waanzinnig. Immens oneindige ijsvlakte.

    Er staan prachtige snowmobiles voor ons klaar en we gaan een een uur rondrijden. Er is met een kleine pistebullie een track geschoven en die mogen we onder geen beding verlaten. “Blijf op de track en ik vind je binnen 10 minuten, ga er af en je kunt zo 48 uur kwijt zijn”. Ik geloof hem op zijn woord. Het is onvoorstelbaar mooi. Stralende zon. Strakblauwe lucht. We zien maar een piepklein stukje.

    Als we teruggaan vraag ik wat ze doen met de spleten in het ijs. Opvullen met gravel? Het ijs blijkt hier 60 m dik te zijn. Oké nieuwe vraag, leg je de weg om? Dat dus.

    ‘s Middags rijden we naar de volgende plek. Langs de fjorden. Wij vragen ons altijd heel veel af.

    -We zien schapen in the middle of nowhere. Hoe brengen ze die in de winter onderdak. Leren ze een speciaal fluitje, hebben ze honden. Internet is onze grote vriend: Rettir heet het en het is een evenement in september waarbij iedereen helpt de schapen binnen te brengen.

    -hoe houden islamieten Ramadan in IJsland? We hebben bedacht dat dat nl qua tijd beroert valt. (Antwoord: Je mag aanpassen naar je land van herkomst of Mekka aanhouden)

    -wat zijn die rare ronde dingen midden in een fjord? Ik denk viskwekerijen voor zalm en dat klopt, maar dankzij internet leren we over ziektes (visluizen) en verziekte genenpools van de wilde zalm door deze ASC gecertificeerde vis.

    (En dat Nienke en Arlette is hoe ik mijn funfacts opdoe)

    En toen waren we in ons volgende huis. We kookten snel. Ik wilde even de afzuiger aandoen en duwde de knopjes naar binnen. Uiteindelijk moest Roelof, met zijn Multitool, de hele afzuiger uit elkaar draaien om hem te fixen.

    En nu hangen we allemaal op de bank. Ik schrijf mijn blog en weet sinds vandaag dat er mensen zijn die dit veel serieuzer doen dan ik. Een van onze medebikers had een in mijn ogen professionele uitrusting.

    ET phone home.
  • Zwarte stranden en white noise, 01-08-‘23

    We vertrekken vroeg, 6.30 uur staan we bij de boot. Het is vandaag een lange rijdag. Met een aantal prachtige stops.

    Onze eerste stop is Dyrhólaey, een natuurgebied met allerlei vogels. Ook onze vriend de puffin is er weer. Hij vliegt komisch, als een vleermuis. Ik probeer een andere vogel vast te leggen maar het is bijna of ik een silhouet op de computer heb getekend. Je hebt hier magnifiek uitzicht op de zwarte stranden van Vik en Reynisfjara. In het water grote basaltkolommen, Reynisdrangar. Trollen die in het zonlicht versteenden.

    Daarna door naar Reynisfjara: prachtige basaltkolommen beroemd sinds Game of thrones. Het natte strand is diep zwart. En ook hier weer onze kleine vriendjes. Roelof zegt dat ze hem doen denken aan de neushoorns van Kaziranga. Je ziet ze echt overal, dat hadden we ons niet gerealiseerd. De lucht is vol papegaaiduikers. Het is rustig als je even doorloopt en je hoort de vogelpoep ritmisch flatsen op de stenen. Jelmer kijkt me aan en zegt “lijkt me heerlijk om op in slaap te vallen, dit is met recht white noise”.

    De jongens bouwen een steinmänchen. Ze debatteren samen over de te volgen aanpak. En complimenteren elkaar met het resultaat.

    We lunchen luxe met een kliekje koude pasta en broodjes, op een briljante plek. We kijken naar de gletsjer Vatnajökull. De grootste gletsjer 2100 m2. Wat een uitzicht. De gletsjertongen die naar het land reiken zijn adembenemend mooi. We hebben vandaag ook mazzel met het licht. En ik heb mazzel met een waterbuis want waar in een land met zoveel ruimte en zo weinig bomen doet een vrouw een plas?

    En dan rijden we door naar Diamond Beach. Ook een zwart strand. Waar stukken van de gletsjer op het strand spoelen en daar het licht vangen. We zijn eerst aan de verkeerde kant er ligt nauwelijks ijs. We lopen naar het meer en de brokken daar zijn enorm. Het is eb als we aankomen en ze liggen muurvast. Thijmen ontdekt als eerste de zeehonden en geniet ervan om ze op de foto vast te leggen. Als het weer vloed wordt wandelen we terug. Het water kolkt, vogels duiken in het water, we tellen nu negen zeehonden. Als we verdergaan naar het andere strand ligt daar meer ijs maar Thijm had zich er duidelijk meer van voorgesteld. Ik vind botjes van een vogel wit en kaal door zee en zon. Thijmen gruwt er van dat ik ze oppak. Jelmer ziet er geen kwaad in, “je pakt toch ook stenen op?”

    Vandaag past wel in de visie van Jasmyn “er zijn mensen die tijdens vakantie rust houden met af en toe activiteiten. Jullie vakanties hebben activiteiten met af en toe rust. “ en dat klopt wel, maar we genieten er wel van. Ik had morgen rust ingelast. Die vrije tijd is door Roelof opgevuld. “Ik heb zo iets leuks geboekt!”. Waarover morgen meer.

  • Rustdag met puffins, 31-07-‘23

    We hebben een rustig dagje. Naast me zoekt Roelof op hoe je het beste puffins fotografeert. “Je moet de camera meebewegen met de vliegende puffin”. 90 km per uur, hoop wel dat hij de draagband om zijn nek houdt.

    We ontbijten en ontdekken dat we naast alcoholvrij bier/wijn en lactosevrije kaas nu ook in de cafeïnevrije koffie zijn getrapt. De taal is echt moeilijker dan je denkt. (Oke, oké om Jelmer voor te zijn, ik ging voor Nescafé gold, cafeïnevrij stond er in het Engels op) Ik geef meteen ook maar een verslaving toe. Mijn cappuccino op bed is echt een heel fijn begin van de dag en ik merkte een echte caffeineboost na het kopje koffie na de lunch.

    Ook Thijmen sluit aan bij de ochtend puffintoer. Het blijkt dat die beesten inderdaad de tijd bijhouden. We komen aan om 12 uur en zien vele puffins, helaas hebben ze geen voer bij zich, geen zilveren visjes en geen flubberige inktvisjes. Het zijn allesbehalve elegante vliegers, maar hun landing is ronduit beroerd. Ze bowlen regelmatig één of meerdere medevogels omver. Tot groot vermaak van Jelmer overigens.

    We lunchen in het dorp en zien een oude dame met recht de hoeken afsnijden. Ze rijdt zo vreemd dolend rond, rechtssgaand met haar richting aanwijzer naar links, dat Thijm denkt dat ze een beroerte heeft. Op een gegeven moment keert ze de wagen door, zonder naar rechts te kijken, de weg op te draaien. Dat ze nog leeft is volstrekt en alleen te danken aan een zeer oplettende vrachtwagenchauffeur. Dan rijdt ze de straat waar ze net uitkwam in op de verkeerde weghelft en komt tot stilstand met haar achterwiel half op de stoep. Ze stapt moeizaam met twee krukken uit en loopt doodgemoedereerd bij de bakker naar binnen. We denken dat ze in een vorig leven een puffin was.

    Het lijkt wel een fotografiereis, Thijmen en Roelof zijn samen Puffinshoottips aan het doornemen. Ze overleggen over de beste instelling, de iso, de shutterspeed. Thijmen stelt wat voor en ik zeg dat dat ook grote kans op mislukken geeft. “Maar als het goed gaat dan heb je ook echt een briljante foto.” Tja daar kan ik niks tegen inbrengen.

    Terwijl Roelof en Thijmen fotograferen gaan Jelmer en ik op pad voor betere plekken met meer papegaaiduikers, dichterbij. We lopen helemaal om de berg heen naar het stuk waar we in de ochtend waren. Geen vogel te bekennen. We vinden wel een trappenroute naar beneden, naar de zee, maar als we het beginpunt zien besluiten we toch om daar vanaf te zien.

    Het idee om daar over de rand te stappen….
    (zie het touw om de steen)

    En dan stuurt Thijmen een foto van een papegaaiduiker met een volle bek in de vlucht. We lopen weer terug. Thijmen verwelkomt ons met een stralende lach, meer dan tevreden met zijn foto’s. We gaan bij de fotografen zitten, drinken thee en kijken naar de landingscapaciteiten van de puffins.

    De lelijkste bekers.

    Jelmer bescheurt zich. We zitten voor een heuvel en hij besluit dat ze geen ruimtelijk inzicht hebben. Als een piloot die keer op keer een doorstart moet maken omdat hij zijn landing verkeerd inzet. Ik zeg dat het nog wel meevalt en dat ze best kunnen vliegen en wijs naar een vogel boven zee. Hij zegt dat rondrijden op een leeg parkeerterrein geen proeve van bekwaamheid is. Hij snapt ook wel dat de genenpool verpest is, als dit het niveau van de volwassen vliegers is en de eilandbewoners de kuikens die de stad invliegen terug de natuur in gooien, dan verbeter je de vliegcapaciteit van de populatie natuurlijk niet. “Ze vliegen als een achttienjarige die net zijn rijbewijs heeft en met 90 km per uur door de bebouwde kom crosst.”

    We eten in de haven. Roelof eet walvis. Hij wil de andere kant leren, waarom wordt het gegeten? We hebben allemaal meegeproefd. Eerlijk is eerlijk, het smaakt heerlijk. Als een goede steak. Ik snap dat in een land waar de keuze schaap, paard, rendier of vis is dit als delicatesse wordt gezien. En nee ik hoef het echt nooit weer te eten. We zoeken op dat de walvisvangst van IJsland stilligt tot augustus en waarschijnlijk zal dat gehandhaaft worden. Nu Noorwegen en Japan nog.

Familie van WelLingen