-
It ain’t over till it’s over
Vertrek om 13.30 uur we staan buiten aan de weg te wachten. En te wachten. En te wachten. 14 uur, 14.10 uur, 14.15 uur we vragen de man die ons brengt, “he is on his way.” 14.20 uur, 14.30 niets, we bellen Shaban. Geen gehoor. 14.40 uur de bus. En Shaban belt. Een krakkemikkig busje. Maar we zijn onderweg.
Tot de grens rijdt het redelijk. Een lange rij voor de balie. We schuifelen voort. Na 30 min bereiken we de balie Tanzania uit. Oké volgende stap, Kenia in. En terug naar de bus. We vragen de chauffeur hoe lang het rijden is. “Oh 21.15 uur redt u zeker. Hoe laat vliegt u”. We vliegen 21.15 uur. Check in om 20.15 uur. Hij verschiet van kleur. En zegt daarna dat het wel zal lukken. Wij zijn niet echt gerustgesteld. Echt niet zelfs.
We bellen met Habari. Shaban denkt dat het net kan. Ja wij denken het ook, met vertraging van het vliegtuig. Suzan belt vanuit Nederland: “wie heeft dat zo geregeld”. “Ja jullie poppetje en daar betalen we een typhusbedrag voor”. Maar ja dat zeg je natuurlijk niet.
We aanvaarden maar dat dit een extra nacht wordt. En dat zij een vliegtuig en een hotel gaan regelen. En dan zegt Thijmen: “en dan gaan we helemaal los, bestellen we 50 cola! Kijk dat is onze zoon live life on the wild side!
Nog nooit hebben we op deze manier het vliegtuig gehaald. We zijn 20.30 op het vliegveld. Het vliegtuig vertrekt 21.15 uur. Onze tassen zijn op 1 naam ingecheckt, ze zijn door een mijnheer met een karretje afgevoerd, we hebben met lieve lachjes alle rijen gepasseerd. Gerend door de gangen, mensen met tassen gemept (wat met Jelmer’s tas met Nellie (het nijlpaard) dodelijk kan zijn en nu zijn we binnen. Zwaar bezweet met nog 7 minuten op de teller.
Hakuna matata!
Polle polle!
-
10-8-‘18
Laatste dag. We nemen een rustdag en hangen met zijn vieren op ons bed. Ruimte genoeg. 2.20 breed. We ontbijten rustig en lunchen nog even een hapje.
We gaan straks met de bus naar Nairobi. En vanavond vliegen.
Wat een indrukwekkende reis.
-
9-8-‘18
Gisteren laatste dag met Shaban en Japhet. De eerste had gisteren een cake voor ons gemaakt. Met glazuur. Letters erop “Hakuna Matata” en “pole pole”; geniet van het leven en rustig, rustig. Best een goede les om mee te nemen.
Dat moeten we nog even beschrijven. Al onze maaltijden. Soep met een broodje, hoofdgerecht, nagerecht worden op een 1 pits gasfles en een kolenvuurtje gemaakt. Hij bakt door kolen heet te maken, pan erop, deksel erop en op het deksel weer kolen. Zo maakt hij brood, cakes, zo knap
Vanochtend onze laatste rit samen naar Arusha. We stoppen bij een reptielenhuis om de slangen van Africa te zien. Best veel soorten. Er tegenover een tentoonstelling over de Masai. Ze hadden de hut in verschillende stadia gebouwd. Vertelden over gebruiken. Over eten. Bloed, melk en vlees. Geen groentes, geen fruit. Nogal smerig als ik mijn ongecensureerde mening mag geven. Over besnijdenis op een jaar of 10. Met een steen, zonder verdoving. Nogal infectie gevoelig zou ik denken. En dat ze voorheen vrouwenbesnijdenis deden maar dat dat door de regering verboden is. Tja denk mijn cynische hoofd dan, en hoe controleren jullie dat dan? Maar het was echt interessant en beter dan het bezoek aan de boma. Veel beter.
Daarna naar het hotel. Heerlijk warm water en een toilet. Roelof en ik hebben een enorm bed 220×200 maar met de lange zijde boven.
We lopen nog even naar een winkel. Ik doe voor het eerst een jurkje aan. Tot net boven de knie, blote armen en een hoge hals. We blijken door de moslimwijk te lopen. Ik word bekeken, het voelt uiterst oncomfortabel. Maar nergens een winkel met stoffen. Jammer. Een roze joggingbroek is de enige optie. En zo opgelaten voel ik me nou ook weer niet.
-
8-8-‘18
Vandaag gingen we naar lake Manyara national park. Erg bebost, weinig beesten, afgezien van de apen. De flamingo’s waren op pad naar lake Natron.
Wel neushoornvogels, wat een coole beesten.
Na de drive gingen roelof en ik even winkelen. Masaidekens voor de jongens gekocht. En ik heb mijn nijlpaard van ebbenhout gevonden. En gekocht. Hij is zo mooi! (En zo zwaar, ik moet nu de jongens lief aankijken om hem voor me te tillen. Hij heeft niet het juiste gewicht voor de handbagage zal ik maar zeggen.)
En nu zitten we uit te puffen met cola en gingerale.
Ik ging even douchen valt er opeens een glas uit mijn bril. K. K. K. Duckttape de vriend in duistere dagen.
-
7-8-‘18
Gisteravond dacht ik ik ga douchen ik had mijn ongedouchte max bereikt. De douchekop met electriciteitsdraadjes beloofde warm water, of elektrocutie. Het ging goed warm water, tot ik de kraan dicht wilde draaien, damn een schok, wat een rot gevoel. Roelof heeft de hoofdschakelaar omgezet, helaas zonder het gewenste effect. Ik draai de kraan dicht met mijn shampoofles . De mannen besluiten tot de volgende camping te wachten.
Vanochtend 6 uur vertrek. Naar de Hadzabe stam. Jagers-verzamelaars die nog op de traditionele wijze leven. Mannen en vrouwentaken strikt gescheiden. De mannen jagen op alles wat los en vast zit. Met pijl en boog. Er waren verschillende pijlen; rechte tak met een stukje maïskolf aan de punt voor zangvogels. De onze vingen 3 zangvogels. Ze werden met de kopjes onder de riem gestoken. En bungelden daar. Er waren ook venijnige pijlpunten met weerhaken. Voor grotere beesten. De mannen liepen de bush in met een stevig tempo, een heel stevig tempo. Wij renden er achter aan. Thijmen liep voorop, Jelmer erachter, damn die lengte benen daar kan ik nooit tegenop. We waren verbaasd hoe klein de vogeltjes waren, ze waren meer verdoofd door de klap. De jager pakte hem op, nam het kopje tussen zijn tanden en draaide klik het nekje. We gingen naar een Baobab, zo’n gave boom! De vruchten kun je breken en om de pitjes zit een zuur laagje. Krijg je meer speeksel van. Onder de Baobab gingen de jagers vuur maken. Wat tondel van vezelige bladeren, kleine takjes, een plankje op het lemmet van een mes en een lange rechte tak die ze heel snel draaiden tot er een smeulend klontje op het mes lag, hup in de tondel, blazen, takjes erbij, vuur. Best cool hoe snel dat ging. De vogeltjes werden geplukt en op het vuur gelegd, 10 minuten later waren ze klaar. Ze eten ze met botjes en al. Wij kregen ook een stukje. Lekker. Delicatesse in Frankrijk.
Daarna mochten de jongens met die bogen, enorm zwaar. Thijmen raakte een vogeltje, maar helaas niet hard genoeg, het tuimelde maar hervatte zijn vlucht. En daarna een zoektocht naar de pijl. Terug in het dorp oefenen op een blok hout. Jelmer raakt het blok twee keer. Roelof is de beste pijlenzoeker.
Daarna een motorkap ontbijt. Een gesprek over hoe verschillende dingen in verschillende landen geregeld zijn. Het is gezellig. Vrouwen in broek zijn in dit land not done. Als ik ons, westerlingvrouwen, zie in onze afritsbroeken, snap ik wel dat het een no go area is. Doet niet veel voor je figuur.
Daarna naar de Datoga, zij bewerken het land en houden vee. Polygaam levende mensen. De eerste vrouw gekozen door de ouders, de tweede vrouw gekozen door de eerste vrouw, pas daarna kan de man als hij voldoende koeien heeft zelf een vrouw kiezen. We begonnen bij de vrouwen die geitenhuid spanden om er jurken van te maken. En daarna maismeel maalden. De steen was prachtig afgesleten. Tandtechnisch lijkt mij dat er best veel steen in het meel zit. Daarna naar de mannen, zij zijn van vroeger uit smeden. Ze maken de speerpunten die de Hadzabe gebruiken van een dikke spijker. Zo cool!
Als we bij de auto zijn reageert de gids geïrriteerd op de kinderen die bij de auto staan. Ze horen op school te zitten, hij jaagt ze weg. Toeristen zouden kinderen niets moeten geven. Het lokt ze naar de wegen waar ze veel te dicht naar de auto’s lopen en ongelukken krijgen. Of niet naar school gaan maar op toeristenplekken bedelen. Beter zou zijn om pennen en papier te geven aan lokale scholen, zodat kinderen beloond worden om naar school te gaan. Eigenlijk zouden reisbureaus ons dat moeten leren.
En straks naar een camping met zwembad. Hoop dat het heerlijk is.
-
6-8-‘18
Gisternamiddag reden we een grote parkeerplaats op. Richting een Masaiboma. Een kraal voor koeien aan de buitenzijde, een kraal voor geiten centraal, daaromheen tientallen huisjes. En alles in mij gilde “neeeeeee”
De vorige keer dat ik in Tanzania was had ik een Masaidorp bezocht vlak bij het ziekenhuis dat we bezochten. Het was indrukwekkend. Dat had ik in gedachten.
We werden met gezang en gespring begroet. Een toeristendansje. Thijmen en Jelmer moesten ook meedoen. Thijm was net wakker en zei op zijn volkomen eigen wijze nee. Gelukkig hoefde ik niet mee te doen met de vrouwen. Om de volledige geitenkraal kraaltjesmeuk meter na meter, 20 meter. We gingen 2 aan 2 een huisje bekijken: volledig donker 3×4 m iets ingegraven in de grond. Met takken en leem gemaakt. De muren en het dak afgewerkt met koeienpoep, dat maakt het waterdicht. Hoogte 1.60 m. Een piepklein gangetje, de leefruimte een kleine 2×2 m met in het midden een open vuurplaats en daarboven een gat in het dak. De enige bron van licht. Twee slaapkamers; verhogingen waarbij je op de rand kon zitten. Ze slapen op een takken bed, met koeienhuid. Een man mag meer vrouwen. Elke vrouw heeft haar eigen huis. Bouwt ook haar eigen huis. De man zorgt voor hout en doornen om het hele gebied zodat de leeuwen buiten blijven. Ik blijf het indrukwekkend vinden.
Ik vlucht na de huisjes naar de auto. Zit te mopperen. Mis de trotse, misschien wel arrogante, uitstraling van dit volk. “Alsof in een echt Masaidoma ze je zingend en dansend verwelkomen. Doe toch normaal, ze zeggen Jambo en dat is het. En die stomme kralendingen om de geitenkraal”. Zegt Jelmer “hadden de geiten kralen om dat heb ik dan gemist, jammer, had ik wel willen zien”. Lekker jong.
De camping is prop en propvol. Zoveel mensen. De eetzaal is heel erg koud, het regent. We hebben de slaapzakken aan elkaar geritst en slapen dicht bij elkaar onder de dubbele deken. De jongens hebben de dikke slaapzakken.
Vanochtend vroeg op naar de Ngorogorokrater, veel beesten. Thijmen komt aan bij de auto, zijn slaapzak als een Masaideken omgeslagen. Hij vindt het een masterstroke. Wij even later als we door en door koud zijn eigenlijk ook wel. We hebben een nieuwe ontdekking gedaan masked fox. Gaaf, 5 achter elkaar rennende bandito’s zoals Thijm ze noemt. Het is koud en bewolkt. Plotseling lopen alle hippo’s rond, i.p.v. in het water te liggen. Veel beesten, piepkleine babyhyena’s, een enorme groep luie leeuwen, 10-11 best lastig tellen als ze op een hoop liggen. Eindelijk de lelijke cory bustard en de prachtige secretarisvogel en crested crane.
Als we met 20 auto’s bij de leeuwen staan komt Thijmens nieuwe grap; ik zie een vlinder, ik zie een grote vogel, we hebben weer een hidden little gem te pakken.
-
5-8-‘18
Vannacht was bijzonder. Het was om 3.30 uur of zo. Een leeuw vlak bij de tent. Het Roawww, Roawww, Roawww in onze oren, het rommelt door in je buik. “Die is dichtbij” bedacht ik. Plotseling enorme commotie bij de cooks en guides. GO BACK TO YOUR TENT!Are you Allright? I need to go to the toilet. There’s a lion. Ohhh is that a lion. (Ga terug naar je tent, gaat alles goed? Ik moet naar het toilet. Daar zit een leeuw, oh is dat een leeuw?)
Vanochtend vroege start, ontbijt met wat toast, cookies en banana’s. Thijm is nooit een ochtendmens maar zonder voedsel is hij meer een geen ochtendmens xxl. Note to self; stop altijd mueslirepen in je tas.
We kregen 10 min om door het visitorscentrum te rennen. Wat jammer was want het was erg leuk opgezet. Ik wilde mijn blog laden op de gratis WiFi maar helaas kreeg je 10 mb en daarmee haalde hij eerst mails binen. Dom, dom, dom.
Na een brunch crossen over de serengetti. Voor onze driver zijn leeuw, luipaard en cheeta belangrijk. Dat ik ook heel graag andere dieren op de foto wil vindt hij lastig te begrijpen.
Bij de uitgang van het park even WiFi. Dat gebruik ik dan maar even.
-
4-8-‘18
Vroeg vandaag. Ontbijt om 6 en om 6.30 uur in de auto. We lopen samen met een zingende driver. Nice zegt Roelof. “Ik zing gospel om luipaarden te vinden”. Ik ken de woorden niet zei Roelof maar ik zing graag mee. En dat bleek reuze verstandig.
Binnen 10 minuten zag Roelof een luipaardwelp uit de boom klimmen, het bleken er twee, samen met hun moeder. Wat een schutkleuren. Prachtig, om stil van te worden. Iets verder zagen we een groep hyena’s zich om 2 giraffen en een babygiraf groeperen. Het zag er georganiseerd uit. Gelukkig haakten ze af. Het neerhalen van een babygiraf leek ons niet leuk om te zien. Weer even later een mannetje en een vrouwtjesleeuw, een vluggertje dekt de lading niet eens voor hun liefdesleven. Whroaghhh en klaar is Kees. In de verte zagen we een cheeta, ook al zo’n een prachtbeest. Hoeveel geluk kun je op een dag hebben? Twee secretarisvogels die een nest maakten op een struik. En als toetje reden we door een gebied waar wij Lion King associaties bij kregen. Het enige wat ontbreekt was de aap die Simba omhoog houdt. We reden de hoek om en ja hoor daar, op een rots, een mannetjesleeuw met dezelfde wilde manen als Donald Trump. En dat allemaal in één ochtendgamedrive.
Vanmiddag nog een gamedrive. Ons geluk van de dag leek op. Alleen nog wat marmotachtigen, pielepielen volgens Roelof. Maar wat een uitgestrekte vlakten. Mooi licht. Waanzinnig. Jelmer geeft aan dat hij zich nietig voelt. En dan zegt Thijmen: “ik zag een vlinder, ik zag een grote vogel, jazeker ik geef het predicaat hidden little gem aan dit gebied”.
En dan als we bijna naar de tent zullen, springt er een luipaard in de boom vlak bij ons, en dan nog één. In het gouden avondlicht. Onbeschrijfelijk mooi. Het vrouwtje is overduidelijk krols en dartelt door de boom. Het mannetje is een dooie diender en in desperate need of Viagra. Een uur nadat we terug hadden moeten zijn, komen we terug in het kamp. Chaban heeft heerlijk gekookt. En nu liggen we weer in de tent. De Melkweg boven ons hoofd, wat willen we nog meer.
-
3-8-‘18
Ai wat een nacht. De jongens zouden zeggen ” ik heb ruk geslapen”. Vanochtend begon ik met stevig klagen tegen Roelof; hij snurkte te hard, de deken was te kort, ik had op een koord gelegen, ik had geen kussen, er zat een mug in de tent, ik moest 4x plassen. Hij keek me grinnikend aan en zei: “ik verheug me op je blog” (Wie heeft vijanden nodig met zo’n man.)
Vanochtend hebben we gevist met een haakje aan een stuk vliegertouw aan een stuk bamboe. De jongens haalden nog best veel binnen, 7 minivisjes.
Daarna door het dorp gewandeld. We waren een attractie. Wat kindjes door de lucht gezwierd. Op de foto met een mevrouw. We hebben de school bezocht. Er was vroeger geen school in het dorp. En de dichtstbijzijnde school was op 15 km. Deze school is privé en doet alles mbv donaties. Vanaf 2009 zijn ze van 15 naar 30 naar 300 leerlingen gegaan. Het lokt kinderen uit arme gezinnen dat ze een gratis ontbijt en lunch krijgen. En omdat deze school goed loopt heeft de overheid er nu een middelbare school tegenover gezet.
Daarna even over een markt gelopen. Terug naar het kamp voor lunch. Tenten afbreken. En nu zitten wij te kijken hoe de driver en de kok samen inpakken. Damn mama wij hebben je meester gevonden. Deze mannen proppen meer in een auto dan wij ooit gedaan hebben. We hebben voor 5 dagen 60 eieren bij ons. 2 tenten, 6 slaapmatten, 6 stoelen, 2 tafels, borden, bestek, proviand. En natuurlijk onze tassen. Gelukkig hebben wij met slaapzak, lakenzak en handdoek 13 kg per persoon.
Roelof is gaan meehelpen. Ze hadden iets meer lengte of liever spierkracht op hoogte nodig.
De tocht over de Serengetti was prachtig, we zagen een groep Mariboe’s cirkelen en een aantal op de grond. En toen we stopten om beter te kijken zagen we 2 leeuwen. Later nog een keer 2 leeuwen, Giraffen, impala’s, gnoe’s, buffels, struisvogels, waterbokken, nijlpaarden, krokodillen. En het was niet eens een gamedrive. Iedere keer moest het dak weer naar beneden omdat het regende. Toen we bij de campsite waren begon het ook weer te sputteren. Met razende vaart zetten we met elkaar de 4 tenten op. De ingeroepen hulptroepen taaiden af bij de eerste dikke druppels. De jongens haalden blije herinneringen op; hoe zij in Frankrijk in de auto konden toekijken hoe Roelof en ik vloekend de tent opzetten.
En nu zitten we in een groot hok waar alle koks koken voor de toeristen. Er zijn geen kokkinnen in deze keuken.
Heerlijk gegeten. Nu naar bed.
Boven ons hoofd de Melkweg. Om ons heen witte muizen en de geluiden van leeuwen en hyena’s.
-
2-8-‘18
Met het vliegtuig over lake Victoria. De vlucht wordt verzet van 6 naar 12 uur. Best lekker relaxed opstaan. Om 10 uur vertrekken we naar het vliegveld. De manager van het hotel brengt ons. De driver stinkt zo naar zweet dat ik er misselijk van word. Gelukkig is het maar 15 minuten van het hotel naar het vliegveld. Daar doen we iets heel naars. Er staan allerlei mensen buiten, de deuren van het vliegveld staan open en er is een tafeltje met twee officials naast de deur. We willen naar binnen gaan, lopen door de deur en worden terug naar de tafel geroepen. Controle van paspoort en ticket. De mensen buiten stonden blijkbaar in de rij. Als blikken konden doden….
Binnen duurde en duurde het, tot 12 uur, 1 uur, 2 uur. Tijd genoeg om onze medepassagiers te beoordelen. Hier veel meer 60-80 jarigen. Die generatie was zeldzaam in Oeganda. Weggevaagd door aids in de jaren ’80. Jozef vertelde erover. Eindelijk om 2 uur vertrek. “Due to operational difficulties” werd in het vliegtuig omgeroepen. Geen idee wat dat betekent, maar het duurde lang. Voor ons zit een priester met een penetrante zweetlucht. Wat als je daar 5 dagen bij in de auto zit? Ik maak me opeens zorgen. We hadden het met Jozef goed getroffen.
Onze driver staat al klaar. Een fris gewassen jongeman. Zorgen om niets. Niemand had aan hem doorgegeven van de afgelaste vlucht dus vanaf 6.15 uur had hij gewacht. 9 uur. Naar.
We rijden 3 uur naar ons kamp. Koepeltentjes en de zachtste matras tot nu toe. Al opgezet door de kok. Het eten bijna klaar. Overal vogels om ons heen en later vleermuizen. Slaap lekker.
De jongens horen het onweer in de verte en besluiten geen risico te nemen. Ze ritsen de ramen dicht. Roelof en ik gaan het erop te wagen, het is veel te warm voor dichte ramen. Helaas moet Roelof nog plassen. Hij doet zijn bergschoenen aan maar de veters niet dicht en gaat op zijn veters staan als hij wil lopen. Hij tuimelt uit de tent. Best vermakelijk. Maar ik kan een schaterlach echt niet onderdrukken als hij bij terugkomst zegt: “ik word er steeds handiger in”. Mijn “ik zag het” ontlokt ook een grinnik aan hem.